Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 november 2002
gepubliceerd op 15 januari 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende het bedrag en de wijze van inning van de bijdrage voor de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor risicogroepen voor de privé-rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002013275
pub.
15/01/2003
prom.
11/11/2002
ELI
eli/besluit/2002/11/11/2002013275/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende het bedrag en de wijze van inning van de bijdrage voor de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor risicogroepen voor de privé-rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende het bedrag en de wijze van inning van de bijdrage voor de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor risicogroepen voor de privé-rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 november 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 2001 Bedrag en de wijze van inning van de bijdrage voor de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor risicogroepen voor de privé-rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen (Overeenkomst geregistreerd op 12 juni 2001 onder het nummer 57456/CO/305.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de privé-rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Beschikkingen

Art. 2.De in artikel 1 bedoelde werkgevers verbinden er zich toe maatregelen te nemen ter bevordering van de tewerkstelling en de vorming van personen die behoren tot de risicogroepen of op wie een begeleidingsplan van toepassing is.

Tot de risicogroepen behoren de personen vermeld in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, betreffende de omschrijving van de risicogroepen voor de gezondheidssector, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 augustus 1995.

Art. 3.De kost van deze initiatieven staat gelijk met de opbrengst van een bijdrage van 0,20 pct. tijdens het tweede kwartaal 2001 en van 0,10 pct. tijdens het derde en vierde kwartaal 2001 en elk van de vier kwartalen van 2002 berekend op grond van het volledige loon van de werknemers, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet (Belgisch Staatsblad van 2 juli 1981), die tewerkgesteld zijn door de in artikel 1 bedoelde werkgevers. HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 4.Partijen komen overeen om de inning van de in artikel 3 bepaalde bijdrage toe te vertrouwen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en dit voor rekening van het Sociaal Fonds voor de privé-rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen, opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot oprichting van een Fonds voor bestaanszekerheid voor de privé-rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 september 1994.

Art. 5.De opbrengst van deze bijdrage wordt gebruikt om personeel aan te werven en om vormingsinitiatieven te nemen voor risicogroepen die aangeworven zouden kunnen worden in de sector of reeds aangeworven zijn.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en treedt buiten werking op 31 december 2002.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 november 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^