Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 november 2013
gepubliceerd op 04 december 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de praktische modaliteiten met betrekking tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2012

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013012264
pub.
04/12/2013
prom.
11/11/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de praktische modaliteiten met betrekking tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2012 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de praktische modaliteiten met betrekking tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2012.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 november 2013.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2013 Praktische modaliteiten met betrekking tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2012 (Overeenkomst geregistreerd op 11 maart 2013 onder het nummer 113959/CO/327.01)

Artikel 1.Doel van de collectieve arbeidsovereenkomst Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft invulling aan de praktische modaliteiten met betrekking tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2012 inzake de aanvullende financiële bijdrage door de werkgever bij onregelmatige prestaties van de werknemer in de sociale werkplaatsen en meer in het bijzonder aan hoofdstuk IV, artikel 5, § 1 en § 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 2.Aangifte bij het "Fonds voor bestaanszekerheid van de sociale werkplaatsen" Om de uitbetaling door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de sociale werkplaatsen" (verder het fonds genoemd) mogelijk te maken moet het fonds over voldoende accurate informatie beschikken. Daartoe bezorgen de werkgevers éénmaal per jaar een document van het sociaal secretariaat waarin vermeld wordt hoeveel uren (uitgedrukt in decimalen) deze werkgever een toeslag betaald heeft voor de uren vóór zeven uur 's morgens na zeven uur 's avonds en hoeveel uren deze werkgever een toeslag betaald heeft voor de uren in het weekend.

Telkens wordt weergegeven of deze uren arbeiders dan wel bedienden betreffen en of er sprake is van gesco werknemers dan wel andere statuten.

Dit overzicht moet ingevuld worden op een sjabloon dat aan de werkplaatsen bezorgd wordt door het fonds :

Aantal uren (in decimalen) vergoed volgens collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2012 Nombre d'heures (en décimales) indemnisées selon la convention collective de travail du 9 novembre 2012

Week 19 uur-7 uur Semaine 19 heures à 7 heures

Arbeider Arbeider Ouvrier Ouvrier

gesco niet-gesco ACS Non-ACS


Bediende Bediende Employé Employé

gesco niet-gesco ACS Non-ACS

Weekend Week-end

Arbeider Arbeider Ouvrier Ouvrier

gesco niet-gesco ACS Non-ACS


Bediende Bediende Employé Employé

gesco niet-gesco ACS Non-ACS


Enkel de categorieën in deze tabel vermeld, zijn toegelaten. De opdeling in de verschillende categorieën (arbeider/bediende, gesco/niet-gesco) is verplicht. Ze is noodzakelijk om op een juiste manier de RSZ-bijdrage werkgever in de vergoeding te verrekenen.

Onder gesco verstaan we : gesco doelgroepmedewerker, gesco omkadering sociale werkplaats, gesco omkadering arbeidszorg.

Onder niet-gesco vallen alle andere werknemers ongeacht statuut : regulier, Sociale Maribel, SINE, activa.

Het sjabloon bevat een verklaring op eer die moet ondertekend worden door een persoon die gemachtigd is om de vereniging te verbinden (bijvoorbeeld directeur, bestuurder,...).

Samen hiermee bezorgt de werkplaats een attest of onderliggend document van het sociaal secretariaat, dat als basis gediend heeft voor het invullen van de tabel. Dit document bevat geen individuele gegevens, enkel de getotaliseerde uren per categorie. Indien een werkplaats niet samenwerkt met een sociaal secretariaat dan is een attest van een actuaris vereist.

De werknemers die niet gevat zijn (leidinggevenden sociale verkiezingen volgens artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2012) mogen niet meegeteld worden; als zij toch opgenomen zijn in de totalen van het sociaal secretariaat, moeten hun uren afgetrokken worden voor het invullen van de tabel hierboven, en moeten hun uren apart vermeld worden om het verschil met het overzicht van het sociaal secretariaat te duiden.

Tot slot vermeldt het document van het sociaal secretariaat het aantal werknemers, uitgedrukt in koppen, dat deze toeslagen genoten heeft.

Art. 3.Berekening door het fonds Het fonds zal op basis van deze aangiftes berekenen hoeveel de vergoeding voor de premies bedraagt per werkplaats. Deze berekening gebeurt volgens de regels die de (paritair samengestelde) raad van bestuur van het fonds bepaalt. De berekening houdt rekening met : - de (geïndexeerde) bruto loonpremie zoals bepaald in artikel 3, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst; - de RSZ-bijdrage werkgevers; - de bijdrage werkgevers (op sectorniveau vastgesteld op 37.500 EUR) die in exacte evenredigheid in mindering gebracht wordt van de kost per werkgever.

De tabel in bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft weer op welke wijze de verschillende elementen op elkaar inspelen.

Bedragen en percentages zijn indicatief. De bedragen dienen geïndexeerd te worden en de exacte RSZ percentages worden jaarlijks door het fonds bepaald.

Art. 4.Uitbetaling 2012 Ten laatste tegen het eind van het eerste kwartaal 2013 moet de verschuldigde toeslag voor onregelmatige prestaties in 2012 door de werkgevers aan de werknemers betaald zijn. Ten laatste in april 2013 bezorgen de werkgevers de documenten van het sociaal secretariaat die bewijzen voor hoeveel uren er toeslag betaald werd. Het fonds doet de terugbetaling aan de werkgevers zo snel mogelijk.

Art. 5.Voorschot 2013, 2014, 2015 Op grond van de uitbetaling door het fonds met betrekking tot boekjaar 2012 wordt aansluitend een voorschot ter waarde van 75 pct. van dit bedrag gestort aan de werkgevers als voorschot voor het boekjaar 2013.

De totale som (voorschot + saldo) van elk boekjaar geldt als basis voor het voorschot van 75 pct. voor het volgende boekjaar.

Art. 6.Saldo 2013, 2014, 2015 Overeenkomstig artikel 2 wordt jaarlijks aan de werkgevers gevraagd de documenten van het sociaal secretariaat, die bewijzen voor hoeveel uren er toeslag betaald werd, in de loop van het eerste kwartaal van het volgend boekjaar te bezorgen. Het fonds zal dan zo snel mogelijk het saldo vereffenen en een nieuw voorschot betalen.

Art. 7.Geen aangifte, geen geld Werkgevers worden geacht de terugbetalingsmogelijkheden door het fonds te kennen en worden geacht hun aangifte tijdig in te vullen. Zonder aangifte en zonder correcte attestering door het sociaal secretariaat zal het fonds geen voorschot en geen saldo betalen aan de werkgevers.

De raad van bestuur van het fonds is bevoegd om over alle betwistingen te oordelen.

Art. 8.Communicatie door het secretariaat Het secretariaat van het fonds bezorgt de volledige informatie met betrekking tot de berekening en de betaling van het saldo per onderneming aan de leden van de raad van bestuur van het fonds.

Art. 9.Communicatie in de onderneming De onderneming informeert de ondernemingsraad, en bij afwezigheid het CPBW en bij afwezigheid de syndicale delegatie en bij afwezigheid het personeel over de aangifte van het saldo zoals deze aan het fonds wordt overgemaakt.

Art. 10.Geldigheidsduur Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012 en wordt afgesloten voor onbepaalde duur met dien verstande dat hij de betalingen van het fonds regelt in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2012 inzake de aanvullende financiële bijdrage door de werkgever bij onregelmatige prestaties van de werknemer in de sociale werkplaatsen voor de boekjaren 2012, 2013, 2014 en 2015.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 november 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2013 gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de praktische modaliteiten met betrekking tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2012 Verwerking gegevens voor vergoeding premies onregelmatige prestaties

Omschrijving

Input aantal uren

Brutoloon

RSZ pct.

Kost per uur = brutoloon x (1 + RSZ pct.)

Totale kost = uren x kost per uur

Toelage per uur

Controle

a

a*(1-b pct.)

Totaal toelage

Week

arbeider

gesco

20000

0,56

19,09 pct.

0,66692864

13338,5728

0,5422268

10845

arbeider

nt-gesco

20000

0,56

55,76 pct.

0,87225824

17445,1648

0,709164

14183

bediende

gesco

20000

0,56

1,41 pct.

0,567896

11357,92

0,4617112

9234

bediende

nt-gesco

20000

0,56

35,36 pct.

0,758016

15160,32

0,6162827

12326


Weekend

arbeider

gesco

20000

1,4

19,09 pct.

1,6673216

33346,432

1,3555669

27111

arbeider

nt-gesco

20000

1,4

55,76 pct.

2,1806456

43612,912

1,7729099

35458

bediende

gesco

20000

1,4

1,41 pct.

1,41974

28394,8

1,154278

23086

bediende

nt-gesco

20000

1,4

35,36 pct.

1,89504

37900,8

1,5407067

30814


Totaal

200556,922

toelagen 163056,9216

totaal alle werkplaatsen = sectortotaal loonkost pct. eigen aantal werkplaatsen = 37 500/sectortotaal loonkost 18,70 pct.

eigen bijdrage 37500 total 200556,992


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 november 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^