Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 oktober 2006
gepubliceerd op 23 oktober 2006

Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van de ambtenaren van niveau A bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2006014219
pub.
23/10/2006
prom.
11/10/2006
ELI
eli/besluit/2006/10/11/2006014219/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van de ambtenaren van niveau A bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 juli 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheiden federale overheidsdiensten gemene graden, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 januari 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 juni 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbanen van de ambtenaren van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 maart 1999 en 22 januari 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 juni 1998 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 april 1999, 3 november 2001, 4 december 2001, 4 september 2002, 18 december 2003 en 2 april 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 februari 1999 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van de afzonderlijke personeelsformatie van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 maart 2001, 4 december 2001, 4 september 2002, 18 december 2003 en 5 april 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 januari 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 mei 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 14 oktober 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 20 juli 2005;

Gelet op het protocol nr. 2006/1 van 10 januari 2006 vanhet Sectorcomité VI - Mobiliteit en Vervoer;

Gelet op het advies nr. 40.984/1/V van de Raad van State, gegeven op 17 augustus 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Organisatie van de bijzondere loopbanen in het niveau A

Artikel 1.Bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en vervoer worden de volgende graden geschrapt : nautisch directeur; hoofdscheepvaartinspecteur (dek); scheepvaartinspecteur (dek).

Art. 2.In toepassing van het artikel 4, § 1, laatste lid, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, dragen de ambtenaren voorheen bekleed met de graad van scheepvaartinspecteur (dek), benoemd in de klassen A1 of A2, de titel van attaché-scheepvaartinspecteur (dek) bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.

Art. 3.In toepassing van het artikel 4, § 1, laatste lid, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, dragen de ambtenaren voorheen bekleed met de graad van hoofdscheepvaartinspecteur (dek), benoemd in de klasse A3, de titel van adviseur-scheepvaartinspecteur (dek) bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. HOOFDSTUK II. - Integratie van de bijzondere graden en van sommige gemene graden in de loopbaan van niveau A

Art. 4.§ 1. De ambtenaren die op 1 december 2004 titularis zijn van één van de geschrapte graden van de loopbaan van scheepvaartinspecteur (dek) die hierna in kolom 1 zijn opgenomen, bezoldigd in een weddenschaal opgenomen in kolom 2, worden ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddenschaal opgenomen in kolom 4 en dragen de titel hier tegenover vermeld in kolom 5 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van scheepvaartinspecteur (dek), ambtshalve benoemd in de klasse A1 en bezoldigd in de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal behouden voor- zover deze voordeliger is : 22.424,69 - 31.869,12 31 x 535,13 112 x 712,64 (Kl 24 j./Cl 24 a. - Niv. A. - Gr. B) § 3. In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van scheepvaartinspecteur (dek), ambtshalve benoemd in de klasse A1 en bezoldigd in de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal behouden voor- zover deze voordeliger is : 23.019,48 - 32.463,91 31 x 535,13 112 x 712,64 (Kl 24 j./Cl 24 a. - Niv. A. - Gr. B) In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van scheepvaartinspecteur (dek), ambtshalve benoemd in de klasse A1 en bezoldigd in de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal behouden voorzover deze voordeliger is : 24.527,57 - 33.597,79 31 x 267,31 22 x 312,09 42 x 712,64 52 x 958,71 (Kl 24 j./Cl 24 a. - Niv. A. - Gr. B) § 5. In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van scheepvaartinspecteur (dek), ambtshalve benoemd in de klasse A2 en bezoldigd in de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal behouden voor- zover deze voordeliger is : 25.061,22 - 38.772,90 31 x 891,78 92 x 1.226,26 (Kl 24 j./Cl 24 a. - Niv. A. - Gr. B) § 6. In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van scheepvaartinspecteur (dek), ambtshalve benoemd in de klasse A2 en bezoldigd in de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal behouden voor- zover deze voordeliger is : 25.953,00 - 38.371,62 31 x 624,27 112 x 958,71 (Kl 24 j./Cl 24 a. - Niv. A. - Gr. B) § 7. In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofdscheepvaartinspecteur (dek), ambtshalve benoemd in de klasse A3 en bezoldigd in de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal behouden voor- zover deze voordeliger is : 29.876,78 - 44.591,81 112 x 1.337,73 (Kl 24 j./Cl 24 a. - Niv. A. - Gr. B) § 8. In afwijking van artikel 25 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, bekomen de ambtenaren die op 30 november 2004 bezoldigd waren in de hierna vermelde weddenschaal, automatisch de weddenschaal A21 zodra ze een gecumuleerde anciënniteit van vier jaar in de vorige graad van scheepvaartinspecteur (dek) en in de klasse A1 hebben : 24.527,57 - 33.597,79 31x 267,31 22 x 312,09 42 x 712,64 52 x 958,71 (Kl 24 j./Cl 24 a. - Niv. A. - Gr. B) § 9. In afwijking van artikel 24 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, bekomen de ambtenaren voorheen bezoldigd in de weddenschaal 10B die op 30 november 2004 tenminste achttien jaar graadanciënniteit tellen, de weddenschaal 10C, op de eerste dag van de maand volgend op de datum van hun inschrijving voor een gecertificeerde opleiding, voor- zover ze ervoor geslaagd zijn en voorzover ze op dat ogenblik geen gunstiger regeling genieten.

Art. 5.§ 1. De ambtenaren die op 1 december 2004 titularis zijn van de geschrapte graad van nautisch directeur die hierna in kolom 1 zijn opgenomen, bezoldigd in een weddenschaal opgenomen in kolom 2, worden ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddenschaal opgenomen in kolom 4 en dragen de titel hier tegenover vermeld in kolom 5 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van nautisch directeur, ambtshalve benoemd in de klasse A3 en bezoldigd in de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal behouden voorzover deze voordeliger is : 29.876,78 - 44.591,81 112 x 1.337,73 (Kl 24 j./Cl 24 a. - Niv. A. - Gr. B)

Art. 6.§ 1. De ambtenaren die op 1 december 2004 titularis zijn van de geschrapte graad van inspecteur (luchtvaart) die hierna in kolom 1 zijn opgenomen, bezoldigd in een weddenschaal opgenomen in kolom 2, worden ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddenschaal opgenomen in kolom 4 en dragen de titel hier tegenover vermeld in kolom 5 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van inspecteur (luchtvaart), ambtshalve benoemd in de klasse A1 en bezoldigd in de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal behouden voor- zover deze voordeliger is : 22.385,91 - 36.097,59 31 x 891,78 92 x 1.226,26 (Kl 24 j./Cl 24 a. - Niv. A. - Gr. B) § 3. In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van inspecteur (luchtvaart), ambtshalve benoemd in de klasse A2 en bezoldigd in de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal behouden voor- zover deze voordeliger is : 24.303,16 - 39.018,19 112 x 1.337,73 (Kl 24 j./Cl 24 a. - Niv. A. - Gr. B) § 4. In afwijking van artikel 24 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidende federale overheidsdiensten gemene graden, bekomen de ambtenaren voorheen bezoldigd in de weddenschaal 10B die op 30 november 2004 tenminste achttien jaar graadanciënniteit hebben, de weddenschaal 10C, op de eerste dag van de maand volgend op de datum van hun inschrijving voor een gecertificeerde opleiding, voor- zover ze ervoor geslaagd zijn en voorzover ze op dat ogenblik geen gunstiger regeling genieten. § 5. In afwijking van artikel 24 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, bekomen de ambtenaren voorheen bezoldigd in de hieronder vermelde weddenschaal, die op 30 november 2004 tenminste achttien jaar graadanciënniteit hebben, de weddenschaal 10C, op de eerste dag van de maand volgend op de datum van hun inschrijving voor een gecertificeerde opleiding, voor- zover ze ervoor geslaagd zijn en voor zover ze op dat ogenblik geen gunstiger regeling genieten : 22.385,91 - 36.097,59 31 x 891,78 92 x 1.226,26 (Kl 24 j./Cl 24 a. - Niv. A. - Gr. B)

Art. 7.§ 1. De ambtenaren die op 1 december 2004 titularis zijn van één van de geschrapte graden die hierna in kolom 1 zijn opgenomen, bekleed met een weddenschaal die in kolom 2 is opgenomen, worden ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddenschaal die in kolom 4 is opgenomen en dragen ze de titel hier tegenover vermeld in kolom 5 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van adjunct-adviseur, ambtshalve benoemd in de klasse A1 en bezoldigd in de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal behouden voorzover deze voordeliger is : 22.385,91 - 36.097,59 31 x 891,78 92 x 1.226,26 (Kl 24 j./Cl 24 a. - Niv. A. - Gr. B) § 3. In afwijking van § 1, kunnen de ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van adjunct-adviseur, ambtshalve benoemd in de klasse A2 en bezoldigd in de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal behouden voorzover deze voordeliger is : 24.303,16 - 39.018,19 112 x 1.337,73 (Kl 24 j./Cl 24 a. - Niv. A. - Gr. B) § 4. In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van adjunct-adviseur, ambtshalve benoemd in de klasse A2 en bezoldigd in de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal behouden voorzover deze voordeliger is : 25.953,00 - 38.371,62 31 x 624,27 112 x 958,71 (Kl 24 j./Cl 24 a. - Niv. A. - Gr. B) § 5. In afwijking van artikel 24 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, bekomen de ambtenaren voorheen bezoldigd in de hieronder vermelde weddenschaal, die op 30 november 2004 tenminste achttien jaar graadanciënniteit hebben, de weddenschaal 10C, op de eerste dag van de maand volgend op de datum van hun inschrijving voor een gecertificeerde opleiding, voor zover ze ervoor geslaagd zijn en voorzover ze op dat ogenblik geen gunstiger regeling genieten : 22.385,91 - 36.097,59 31 x 891,78 92 x 1.226,26 (Kl 24 j./Cl 24 a. - Niv. A. - Gr. B) § 6. In afwijking van § 1, worden de ambtenaren voorheen bekleed met de graad van ingenieur, bezoldigd in de hierna vermelde weddenschaal en die een geldelijke anciënniteit hebben van minstens elf jaar, geïntegreerd in de weddenschaal A32 : 31.526,59 - 44.234,92 31 x 668,83 82 x 1.337,73 (Kl 24 j./Cl 24 a. - Niv. A. - Gr. B)

Art. 8.§ 1. De klasse-anciënniteit van de ambtenaren, benoemd in toepassing van de artikelen 4 tot 7, is gelijk aan de graadanciënniteit welke verkregen was in de graad waarvan ze op 30 november 2004 titularis waren.

De anciënniteit verkregen in niveau 1 wordt geacht verkregen te zijn in niveau A. § 2. De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal.

Art. 9.De bepalingen bedoeld in de artikelen 227 tot 230 van het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel zijn van toepassing voor de ambtenaren van wie de geschrapte graad geïntegreerd is overeenkomstig de artikelen 4 tot 7 van dit besluit. HOOFDSTUK III. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 10.De volgende besluiten worden opgeheven : - Het koninklijk besluit van 22 juni 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbanen van de ambtenaren van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 maart 1999 en 22 januari 2002; - Het koninklijk besluit van 22 juni 1998 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 april 1999, 3 november 2001, 4 december 2001, 4 september 2002, 18 december 2003 en 2 april 2004.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 1 december 2004.

Art. 12.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Mobiliteit zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 oktober 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

^