Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 oktober 2012
gepubliceerd op 18 oktober 2012

Koninklijk besluit betreffende de portefeuillebeheerder in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstelling naar Belgisch recht

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2012003308
pub.
18/10/2012
prom.
11/10/2012
ELI
eli/besluit/2012/10/11/2012003308/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 OKTOBER 2012. - Koninklijk besluit betreffende de portefeuillebeheerder in het kader van de uitgifte van Belgische covered bonds door een kredietinstelling naar Belgisch recht


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, artikel 64/14, ingevoegd bij de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 24/08/2012 numac 2012003256 bron federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van een wettelijke regeling voor Belgische covered bonds sluiten;

Gelet op het verzoek op spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de wet van 3 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/08/2012 pub. 24/08/2012 numac 2012003256 bron federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van een wettelijke regeling voor Belgische covered bonds sluiten en het koninklijk besluit van 11 oktober 2012 een wettelijk kader voor de uitgifte van Belgische covered bonds hebben gecreëerd om te vermijden dat de kredietinstellingen naar Belgisch recht een zeer sterk nadeel zouden ondervinden ten opzichte van hun buitenlandse concurrenten wanneer zij zich willen financieren op lange termijn opdat zij in staat zouden zijn, eveneens op lange termijn, kredieten te verstrekken aan de ondernemingen en de gezinnen; dat deze financiering op lange termijn evenwel pas tegen een redelijke kostprijs zal kunnen gebeuren als dit wettelijke kader vervolledigd wordt door dit koninklijk besluit, aangezien ratingagentschappen bij het bepalen van de rating die ze aan covered bonds geven ondermeer rekening houden met de vereisten die gelden voor de aanstelling als portefeuillebeheerder, alsook met de specifieke taken en rapporteringsverplichtingen die op hem rusten;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 28 september 2012;

Gelet op advies 52.127/2 van de Raad van State, gegeven op 8 oktober 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de kredietinstellingen die opgenomen zijn in de lijst bedoeld in artikel 64/5, § 3, eerste lid, 1°, van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, en op de uitgegeven effecten die opgenomen zijn in de lijst bedoeld in artikel 64/5, § 3, eerste lid, 2°, van dezelfde wet.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "Bank" : de Nationale Bank van België;2° "de wet" : de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen;3° "het koninklijk besluit" : het koninklijk besluit van 11 oktober 2012 betreffende de uitgifte van Belgische covered bonds door kredietinstellingen naar Belgisch recht;4° "Belgische covered bond" : een schuldinstrument als gedefinieerd in artikel 3, § 1, 20°, van de wet van 22 maart 1993;5° "dekkingswaarden" : de dekkingswaarden gedefinieerd in artikel 3, § 1, 21°, van de wet van 22 maart 1993.

Art. 3.§ 1. Voor de toepassing van artikel 64/13 van de wet mag de portefeuillebeheerder niet dezelfde persoon zijn als de vereffenaar van de uitgevende kredietinstelling ten aanzien waarvan er een liquidatieprocedure wordt geopend. § 2. Om iemand aan te stellen als portefeuillebeheerder, beoordeelt de Bank of voldaan is aan de volgende vereisten : 1° voor de uitoefening van de in de wet bedoelde taken moet de beheerder over de vereiste deskundigheid en passende ervaring beschikken.Hij moet met name aantonen dat hij afdoende ervaring heeft op het vlak van het beheer van portefeuilles met activa die vergelijkbaar zijn met de dekkingswaarden waaruit de te beheren bijzondere vermogens bestaan; 2° de portefeuillebeheerder moet de vereiste professionele betrouwbaarheid bezitten in de zin van artikel 18 van de wet;3° de portefeuillebeheerder moet over een organisatie beschikken die passend is voor de activiteiten die hij zal moeten uitoefenen in het kader van zijn opdracht en voor de aard van de dekkingswaarden. Wanneer de portefeuillebeheerder een rechtspersoon is, worden de voorwaarden bepaald in het eerste lid, 1° en 2° beoordeeld ten aanzien van de effectieve leiders van de rechtspersoon. § 3. De voorwaarden van paragraaf 2 worden geacht te zijn vervuld voor kredietinstellingen die ressorteren onder het recht van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte die : 1° covered bonds mogen uitgeven die betrekking hebben op vergelijkbare activa of;2° portefeuilles beheren met activa die in aanmerking komen als dekkingswaarden, met name hypothecaire schuldvorderingen, evenals schuldvorderingen op centrale overheden, centrale banken of publiekrechtelijke entiteiten.

Art. 4.§ 1. De handelingen die de portefeuillebeheerder mag stellen om de verbintenissen na te leven die opgenomen zijn in de voorwaarden met betrekking tot de uitgifte van de covered bonds, zijn onder meer de volgende : 1° instaan voor de interestbetaling en de kapitaalaflossing met betrekking tot de Belgische covered bonds, op basis van de bedragen die in verband met de dekkingswaarden worden geïnd en, in voorkomend geval, door gebruik te maken van de beschikbare liquiditeitslijnen;2° instaan voor de inning, ten gunste van de houders van covered bonds, van bedragen die verschuldigd zijn als interesten of als kapitaalaflossing of van op andere gronden verschuldigde bedragen, op de dekkingswaarden die deel uitmaken van het bijzonder vermogen, en aanpassen van het register van de dekkingswaarden om rekening te houden met deze betalingen;3° instaan voor de invordering van achterstallige bedragen met betrekking tot de dekkingswaarden, ook via de tegeldemaking van waarborgen, met name in de vorm van een hypotheek;4° onverminderd artikel 64/16 van de wet en de contractuele bepalingen die van toepassing zijn op de betrokken covered bonds, verkopen van dekkingswaarden;5° beleggen van de in verband met de dekkingswaarden geïnde bedragen, in activa als bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit, in afwachting van de interestbetaling en de kapitaalaflossing met betrekking tot de betrokken Belgische covered bonds.Mits de Bank hiervoor haar toestemming verleent, wordt de limiet bedoeld in artikel 3, § 3 van het voornoemde besluit niet toegepast wanneer het bijzonder vermogen beheerd wordt door een portefeuillebeheerder; 6° in het belang van de houders van de betrokken Belgische covered bonds opnieuw onderhandelen over de contractuele bepalingen van de schuldvorderingen waarvoor er sprake is van wanbetaling, voor zover dit niet verboden is door de contractuele bepalingen met betrekking tot de betrokken Belgische covered bonds;7° uitvoeren van transacties die betrekking hebben op dekkingsinstrumenten, op voorwaarde dat die dekkingsinstrumenten uitsluitend bedoeld zijn ter dekking van het renterisico of van andere risico's die verbonden zijn aan de activa die als dekkingswaarden zijn ingeschreven of aan de betrokken Belgische covered bonds;8° aanvullende verbintenissen aangaan, met name gebruikmaken van liquiditeitslijnen, om te garanderen dat de contractuele bepalingen met betrekking tot de betrokken Belgische covered bonds worden nageleefd;9° uitvoeren van de administratieve taken waarmee de uitgevende kredietinstelling belast is met toepassing van de contractuele voorwaarden met betrekking tot de uitgifte van de betrokken Belgische covered bonds. § 2.Onverminderd de gevallen bedoeld in artikel 64/16 van de wet, dient de portefeuillebeheerder de toestemming te verkrijgen van de Bank en van de vertegenwoordiger van de houders van Belgische covered bonds voor elke transactie, met name de verkoop van dekkingswaarden, die inhoudt dat de tests bedoeld in de artikelen 5 en 7 van het koninklijk besluit of de contractuele bepalingen niet worden nageleefd of die het risico inhoudt dat ze niet worden nageleefd. § 3. De portefeuillebeheerder dient : 1° na te gaan of voldaan is aan de tests bedoeld in de artikelen 5 en 7 van het koninklijk besluit en aan de contractuele bepalingen met betrekking tot de betrokken covered bonds;2° de Bank en de vertegenwoordigers van de houders van covered bonds op driemaandelijkse basis in te lichten over de resultaten van de tests bedoeld in 1° en de maatregelen die werden genomen wanneer niet voldaan is aan deze tests;3° instaan voor het doorsturen van de verslagen voorgeschreven door het koninklijk besluit. De Bank kan de inhoud van die verslagen vastleggen, er de frequentie van verhogen en aanvullende informatie opvragen. § 4. Voor de uitoefening van de taken bedoeld in de paragrafen 1 en 2, kan de portefeuillebeheerder een beroep doen op de uitgevende kredietinstelling,overeenkomstig artikel 64/17, § 2 van de wet. Hij ziet toe op de instandhouding van de organisatie en de informaticatoepassingen die nodig zijn voor het beheer van de betrokken covered bonds.

In dit verband kan hij de vereffenaar van de instelling vragen geen einde te maken aan de overeenkomsten die nodig zijn voor de voortzetting van de activiteiten die nuttig zijn voor het beheer van de dekkingswaarden en van de betrokken covered bonds. Hieronder vallen zowel de arbeidsovereenkomsten van de personeelsleden die nodig zijn voor dit beheer als de overeenkomsten met externe dienstleveranciers.

De kosten verbonden aan deze overeenkomsten worden afgehouden van het bijzonder vermogen. Hij en de personen die hij aanduidt, kunnen ook toegang krijgen tot alle documenten en informaticasystemen van de uitgevende kredietinstelling die nuttig zijn voor het beheer van de betrokken covered bonds. § 5. De handelingen die de portefeuillebeheerder stelt, met name de verkoop van activa, worden verricht tegen de gunstigste marktvoorwaarden.

In het kader van zijn mandaat mag de portefeuillebeheerder noch rechtstreeks noch onrechtstreeks als wederpartij optreden voor de verrichtingen bedoeld in paragraaf 1, 4°, 5° en 7°.

Art. 5.De portefeuillebeheerder kan een beroep doen op uitbesteding voor bepaalde taken die verband houden met het beheer van de dekkingswaarden en van de betrokken Belgische covered bonds.

Het feit dat er een beroep wordt gedaan op uitbesteding doet geenszins afbreuk aan de verantwoordelijkheid van de portefeuillebeheerder, met name ten aanzien van de houders van covered bonds. De betaling van de kosten verbonden aan de uitbesteding wordt verricht door de portefeuillebeheerder, onverminderd de toepassing van artikel 64/11, zesde lid van de wet.

Art. 6.Het overleg bedoeld in artikel 64/16, 6°, van de wet moet met name plaatsvinden wanneer niet langer voldaan is aan de tests bedoeld in de artikelen 5 en 7 van het koninklijk besluit.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8.De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 oktober 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, S. VANACKERE

^