Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 september 2020
gepubliceerd op 01 oktober 2020

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 april 2013 tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2020043019
pub.
01/10/2020
prom.
11/09/2020
ELI
eli/besluit/2020/09/11/2020043019/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022233 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022234 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat ik de eer heb ter ondertekening voor te leggen aan Uwe Majesteit brengt wijzigingen aan in het koninklijk besluit van 23 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022233 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022234 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen.

In navolging van de audit over de medische huizen werd een gemengde werkgroep opgericht. Aan de werkzaamheden van deze werkgroep werd deelgenomen door vertegenwoordigers van de medische huizen, de verzekeringsinstellingen, de artsen en de leden van het verzekeringscomité die de tandheelkundigen, de kinesitherapeuten en de verpleegkundigen vertegenwoordigen Bij het selecteren van de voorgestelde wijzigingen werd rekening gehouden met de prioriteiten van de verschillende actoren, maar ook met de haalbaarheid voor de medische huizen, de verzekeringsinstellingen en het RIZIV. De wijzigingen hebben betrekking op de berekening van de forfaitaire bedragen, de kwaliteit van de zorgverlening en de transparantie. In het ontwerp wordt ook een bepaling opgenomen over de budgettaire verantwoordelijkheid van de commissie.

Voor een aantal wijzigingen zal een overgangsmaatregel voor de bestaande medische huizen nodig zijn.

De berekening van de forfaitaire bedragen De berekeningswijze die werd ingevoerd door het koninklijk besluit van 23 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022233 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022234 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten is sinds 1 mei 2013 van kracht en is sindsdien ongewijzigd gebleven. De berekeningswijze is in essentie een verdelingsmechanisme, waarbij gebruik gemaakt wordt van de variabelen van het systeem van de financiële verantwoordelijkheid van de verzekeringsinstellingen. De nu voorgestelde wijzigingen situeren zich op drie vlakken.

Momenteel worden de coëfficiënten die worden gebruikt bij de berekening van de forfaits (en die kunnen worden geïnterpreteerd als bijkomende gemiddelde kosten die gekoppeld zijn aan elk kenmerk van de leden van een medisch huis) voor de drie disciplines huisartsgeneeskunde, verpleegkunde en kinesitherapie verkregen op basis van de totale uitgaven van de leden Bij de invoering van de nieuwe berekening in 2013 is ervoor gekozen om de berekeningen voorzichtigheidshalve te baseren op de totale uitgaven. De forfaits die met de totale uitgaven worden verkregen, vertonen evenwel minder onderlinge variaties dan de forfaits die op basis van de uitgaven van de drie disciplines worden verkregen. Met het voorgestelde mechanisme zullen de medische huizen met belangrijke behoeften op het vlak van eerstelijnsgezondheidszorg een groter deel van het budget krijgen.

Hoewel met deze wijziging in essentie een betere verdeling van de financiële middelen wordt beoogd, zou het nieuwe mechanisme ook besparingen in de sector kunnen opleveren. De doelgroep van de nieuwe medische huizen is vaak jonger en verkeert in betere gezondheid dan het gemiddelde van de sector (dat geldt voor de nieuwe medische huizen, maar niet voor de bestaande medische huizen die overschakelen van het systeem per handeling naar het forfaitsysteem). Door de grotere variabiliteit van de forfaits zullen die nieuwe medische huizen, zodra zij technisch gezien in de berekening van het verdelingsmechanisme kunnen worden opgenomen, een lager forfait ontvangen dan met de huidige berekeningswijze. Het is moeilijk om dit effect te kwantificeren, het zal afhangen van het profiel van de leden die in het forfaitsysteem worden opgenomen.

Hierbij moet nog meegegeven worden dat in de huidige berekeningswijze de verpleegkundige forfaits B en C buiten beschouwing blijven, omdat de informatie die daarover beschikbaar is niet voldoende betrouwbaar is. Met het organiseren en sanctioneren van de informatiestromen over de Katz-schalen (in de artikelen 4,3° en 11 van het ontwerp: voor de medische huizen die de informatie niet overmaken in een bepaald jaar wordt het forfait huisartsgeneeskunde het jaar daarop niet geïndexeerd) moet dit manco verholpen worden, zodat kan beslist worden op welke manier de informatie kan worden aangewend bij de berekening van de forfaitaire bedragen.

De tweede voorgestelde wijziging wil de snelheid van de werking van het verdelingsmechanisme optrekken. In artikel 9 van het koninklijk besluit van 23 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022233 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022234 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten is nu bepaald dat indien bij de jaarlijkse herberekening het forfait voor een medisch huis lager ligt, het verschil niet meer dan 1% van het forfaitair bedrag mag bedragen. Nu wordt voorgesteld dit traag mechanisme te vervangen door een mechanisme dat na twee jaar leidt tot het volle bedrag dat uit de verbeterde berekening voortvloeit.

Het voorstel houdt in dat de verlaging van het bedrag beperkt wordt tot: 1° 1/3 van het verschil voor de bedragen voor het eerste jaar;2° 2/3 van het verschil voor de bedragen het tweede jaar. Er wordt geen beperking van het verschil toegepast op de bedragen voor het derde jaar en volgenden Er kan op gewezen worden dat dit sneller mechanisme, dat op zich intrinsiek budgettair neutraal is, toch budgettaire effecten kan teweeg brengen omdat nieuwe medische huizen, die in een eerste fase een zelfde gemiddeld forfaitair bedrag krijgen, sneller een forfaitair bedrag zullen krijgen dat volledig op hun populatie is afgestemd, namelijk vanaf het moment waarop de dienst informatie-technisch in staat is voor de eerste keer het verdelingsmechanisme toe te passen.

Daardoor zal voor sommige praktijken of groepen van zorgverleners de intrede in het forfait systeem een stuk minder aantrekkelijk zijn.

De derde voorgestelde wijziging heeft betrekking op de beginnende medische huizen met minder dan 500 ingeschrevenen In het huidige systeem wordt voor de berekening van de forfaitaire bedragen een onderscheid gemaakt tussen de mature en de niet-mature huizen, maar dit systeem lijkt niet echt adequaat. Daarom wordt nu voorgesteld om dit dubbel concept te verlaten, maar wel voor een beperkte periode nog een instap-regime te voorzien voor de startende medische huizen met minder dan 500 patiënten. Terwijl de nieuwe berekeningswijze van toepassing is op alle andere medische huizen wordt voor deze kleine starters nu voorgesteld dat ze een aangepast bedrag krijgen, dat overeenkomt met het gemiddelde van de bedragen berekend: - op basis van de nieuwe berekeningswijze; - voor de populaties van de niet-mature medische huizen, volgens de definitie zoals die in het huidige systeem nog van kracht is.

Deze regeling is opgenomen in artikel 6 van het ontwerp. Het akkoord voor de forfaitaire betaling na het derde jaar indien het medisch huis na dertig maanden minder dan 500 ingeschreven rechthebbenden telt.

De honoraria voor de diabetespas (nomenclatuurcode 102395), die tot eind 2015 ook mee in de berekening van de forfaitaire bedragen waren opgenomen, worden geschrapt in het koninklijk besluit (zie artikel 4,2°, van het ontwerp).

De honoraria voor het GMD (nomenclatuurcode 102771) blijven wel in de berekening opgenomen, de honoraria voor het pretraject diabetes (nomenclatuurcode 102852) maken het voorwerp uit van een apart facturatiecircuit Maatregelen die bijdragen tot de kwaliteit van de zorgverlening De meest directe en de minst omslachtige manier om kwaliteitsgaranties in het systeem in te bouwen bestaat erin te vereisen dat de individuele zorgverleners voldoen aan de accrediteringsvoorwaarden die voor hen gelden. Alhoewel dergelijke voorwaarden momenteel alleen voor de artsen kracht zijn, is de voorgestelde aanvulling van artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022233 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022234 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten zo geformuleerd dat ze van toepassing is op alle categorieën van zorgverleners die in het forfaitair systeem werken en waarvoor een accrediteringssysteem van toepassing is. De wijziging bevat nu ook expliciet de bepaling dat de zorgverleners moeten toetreden tot de akkoorden of overeenkomsten, terwijl tot nu enkel werd gestipuleerd dat ze akkoorden- of honorariumtarieven moeten naleven.

De toepassing van dit principe vergt de invoeging van een nieuw artikel 11/1 in het koninklijk besluit van 23 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022233 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022234 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten Structurele maatregelen die bijdragen tot een betere transparantie In deze fase wordt een eerste kwartet van maatregelen voorgesteld, die de grondslag vormen van meer transparantie in het beheer van de medische huizen: - het opleggen van de rechtspersoonlijkheid; - het organiseren van de duurtijd van de akkoorden gesloten met het oog op de forfaitaire betaling van de verstrekkingen; - het formaliseren en reglementeren van de verplichting om activiteitenverslagen en financiële verslagen over te maken; - het versterken van de besluitvorming rond het opzeggen van akkoorden voor forfaitaire betaling.

Deze principes worden in de eerste plaats ten uitvoer gelegd via een volledig nieuwe versie van artikel 13, § 3, van het koninklijk besluit van 23 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022233 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022234 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten.

De bepalingen inzake de verslaggeving zijn van toepassing op alle medische huizen, ongeacht het aantal maanden dat zij gedurende een kalenderjaar in het forfaitair systeem hebben gewerkt De budgettaire verantwoordelijkheid van de commissie Met een aanpassing van artikel 10 van het koninklijk besluit van 23 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022233 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022234 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten (opgenomen in artikel 8 van het ontwerp) wordt op een specifieke manier de commissie geresponsabiliseerd op algemeen macro budgettair vlak, en dit zowel op het vlak van de budgetvorming als op dat van de budgetopvolging.

Overgangsmaatregelen In een slotbepaling van het ontwerp wordt een overgangsmaatregel voor de bestaande medische huizen opgenomen.

Observaties van de Raad van State Het ontwerp is aangepast aan de opmerkingen van de Raad van State. Zo is gepreciseerd geweest dat de bevoegdheid van het Verzekeringscomité om modeldocumenten op te stellen gebaseerd is op de regelgevende bevoegdheid die het comité heeft krachtens artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, M. DE BLOCK

11 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022233 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022234 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 52, § 1, gewijzigd door de wet van 14 januari 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2002 pub. 22/02/2002 numac 2002022093 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende maatregelen inzake gezondheidszorg sluiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022233 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022234 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen;

Gelet op het advies van de Commissie belast met de toepassing betreffende de forfaitaire betaling van sommige verstrekkingen en met het sluiten van de akkoorden betreffende het forfait, gegeven op 21 maart 2019;

Gelet op hat advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van 29 april 2019;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 juni 2019 en 17 oktober 2019 ;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 27 mei 2020 ;

Gelet op het advies 67.287/2 van de Raad van State, gegeven op 18 juni 2020 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022233 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de medische huizen type koninklijk besluit prom. 23/04/2013 pub. 30/04/2013 numac 2013022234 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot uitvoering van artikel 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, worden 5° en 6° opgeheven.

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt de tweede alinea vervangen door de volgende bepaling: "De forfaitaire betaling van de verstrekkingen kan alle of een gedeelte van de in artikel 4 bepaalde verstrekkingen dekken die kunnen worden verricht door iedere zorgverlener die toetreedt tot de tarievenovereenkomsten of de tarievenakkoorden en die beantwoordt aan de accrediteringsvoorwaarden vastgesteld overeenkomstig artikel 36bis van de wet."

Art. 3.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling: "

Art. 5.Het vast maandelijks bedrag voor elk van de groepen van verstrekkingen bedoeld in artikel 4 wordt jaarlijks berekend door de Dienst voor geneeskundige verzorging bedoeld in artikel 14 van de wet overeenkomstig de bepalingen van onderhavig besluit: 1° voor elk medisch huis voor alle rechthebbenden ingeschreven in dat medisch huis;2° voor een bestaande groep van zorgverleners die minstens één van de groepen van verstrekkingen bedoeld in artikel 4 aanbiedt aan minstens 500 rechthebbenden en een akkoord sluit zoals bedoeld in Hoofdstuk III Afdeling I van onderhavig besluit, voor alle rechthebbenden;3° voor de rechthebbenden van een startend medisch huis dat niet

beantwoordt aan 2°."

Art. 4.In artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling: " § 1.Het vast maandelijks bedrag zoals bedoeld in artikel 5, 1°, en 2°, wordt jaarlijks bepaald overeenkomstig de volgende regels : 1° het globaal budget wordt bepaald door de som van de vaste maandelijkse bedragen betaald in de laatste maand van het voorgaande jaar waarvoor de betalingsgegevens beschikbaar zijn door de verzekeringsinstellingen voor alle rechthebbenden behorend tot de populaties van alle medische huizen die de groep van verstrekkingen aan de rechthebbenden aanbieden;2° het globale budget bedoeld in 1° wordt gedeeld door het totaal aantal rechthebbenden dat behoort tot de populatie van alle medische huizen die de groep van verstrekkingen aan de rechthebbenden aanbieden, met uitsluiting van de rechthebbenden waarvoor het vast maandelijks bedrag niet werd betaald; 3° voor elk medisch huis dat de groep van verstrekkingen aanbiedt, wordt het bedrag voortkomend uit 2° gecorrigeerd met een bedrag dat gelijk is aan één twaalfde van de som van de bedragen die voortkomen uit de volgende berekening op basis van een aantal variabelen vastgesteld door de Commissie, vertrekkende van bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 4 mei 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 04/05/2012 pub. 13/06/2012 numac 2012022220 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de methode voor de berekening van de normatieve verdeelsleutel en de kenmerken van de parameters met het oog op de toepassing van de definitieve financiële verantwoordelijkheid voor het jaar 2008 en de daaropvolgende jaren type koninklijk besluit prom. 04/05/2012 pub. 05/09/2012 numac 2012022326 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de methode voor de berekening van de normatieve verdeelsleutel en de kenmerken van de parameters met het oog op de toepassing van de definitieve financiële verantwoordelijkheid voor het jaar 2008 en de daarop volgende jaren. - Rechtzetting sluiten tot vaststelling van de methode voor de berekening van de normatieve verdeelsleutel en de kenmerken van de parameters met het oog op de toepassing van de financiële verantwoordelijkheid van de verzekeringsinstellingen voor het jaar 2008 en de daarop volgende jaren : a) de waarde van elke variabele, aangepast door de vermenigvuldiging ervan met de verhouding tussen de gemiddelde uitgave per rechthebbende voor de groep van verstrekkingen waarvoor het forfaitair bedrag wordt berekend, gemeten in de loop van het voorgaande jaar enerzijds en dezelfde gemiddelde uitgave per rechthebbende, gemeten tijdens het laatste jaar waarvoor de variabele werd berekend anderzijds vermenigvuldigd met het verschil tussen b) de verhouding tussen het aantal rechthebbenden op de groep van verstrekkingen behorend tot de populatie van het medisch huis dat beantwoordt aan de variabele enerzijds en het globale aantal rechthebbenden op de groep van verstrekkingen dat behoort tot de populatie van het medisch huis en anderzijds c) de verhouding tussen het aantal rechthebbenden op de groep van verstrekkingen van de populaties van alle medische huizen dat beantwoordt aan de variabele enerzijds en het globale aantal rechthebbenden op de groep van verstrekkingen dat behoort tot de populaties van alle medische huizen anderzijds." 4° De berekening van diens vast maandelijks bedrag wordt meegedeeld aan elk medisch huis. Het globale resultaat en de verschillende individuele resultaten worden meegedeeld aan het Verzekeringscomité." 2° In § 5 worden de woorden "verstrekkingen 102771 en 102395" vervangen door de woorden "voor de verstrekking 102771" 3° § 6 wordt vervangen door de volgende bepaling : § 6.De medische huizen maken aan de verzekeringsinstellingen alle evaluatieschalen en alle wijzigingen en hernieuwingen van de evaluatieschalen zoals bepaald in bijlage 3 van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22,11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 betreffende hun ingeschreven rechthebbenden over.

In voorkomend geval delen de medische huizen ten laatste op 31 december van het jaar aan de verzekeringsinstellingen mee dat in de loop van het jaar voor geen van hun ingeschreven rechthebbenden een evaluatieschaal is opgemaakt.

De verzekeringsinstellingen registreren de evaluatieschalen en de informatie die er uit voortvloeit, zodat de Commissie kan beslissen op welke manier deze kunnen aangewend worden bij de berekening van de forfaitaire bedragen.

Art. 5.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt ver vangen door de volgende bepaling : "De berekeningen beschreven in artikel 6 gebeuren overeenkomstig formule die gaat in bijlage bij dit besluit."

Art. 6.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : "Het vast maandelijks bedrag zoals bedoeld in artikel 5, 3°, is gelijk aan het gemiddelde van de forfaitaire bedragen berekend met toepassing van artikel 6, § 1, voor de populaties van de medische huizen die niet beantwoorden aan de definitie van artikel 1,6° van onderhavig besluit zoals het tot en met 30 juni 2019 van kracht was.

Het akkoord voor de forfaitaire betaling neemt een einde na het derde jaar indien het medisch huis na dertig maanden minder dan 500 ingeschreven rechthebbenden telt."

Art. 7.Artikel 9, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling: " § 1. Indien door de toepassing van de artikelen 6 tot en met 8 de som van de maandelijkse bedragen voor elk van de groepen van verstrekkingen zoals bedoeld in artikel 4 voor een medisch huis lager is dan de som van die bedragen voor het voorgaande jaar, dan wordt de verlaging van het bedrag beperkt tot 1/3 van het verschil voor de bedragen voor het eerste jaar waarvoor de artikelen 6 tot en met 8 worden toegepast en tot 2/3 van het verschil voor de bedragen voor het tweede jaar waarvoor de artikelen 6 tot en met 8 worden toegepast.

Op de bedragen voor het derde jaar en volgende wordt geen beperking van het verschil toegepast."

Art. 8.In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt de tweede alinea vervangen door de volgende bepaling : "De commissie evalueert jaarlijks de globale toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk, in het bijzonder in het licht van de evolutie van de kenmerken van de populaties van de medische huizen.

De commissie raamt jaarlijks de financiële middelen die nodig zijn voor de uitvoering van dit besluit, en houdt daarbij in het bijzonder rekening met de evolutie van het aantal ingeschreven rechthebbenden in een medisch huis en de karakteristieken van deze rechthebbenden. De commissie maakt haar jaarlijkse raming over aan het Verzekeringscomité en aan de Algemene Raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging bedoeld in artikel 15 van de gecoördineerde wet.

De commissie neemt passende en accurate maatregelen indien de door de Algemene Raad vastgestelde financiële middelen voor de medische huizen worden overschreden, rekening houdend met de specificiteit van de honorariavorming die voortvloeit uit de toepassing van dit besluit, en, in voorkomend geval, op basis van de informatie die voortspruit uit de registratie bedoeld in artikel 14."

Art. 9.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : "Bij de toepassing van artikel 6 kan de Commissie rekening houden met het feit dat de rechthebbenden of een deel van de rechthebbenden ingeschreven bij een medisch huis voorheen ingeschreven waren bij een ander medisch huis: in voorkomend geval wordt dit meegedeeld aan het Verzekeringscomité."

Art. 10.In hetzelfde besluit wordt een artikel 11/1 ingevoegd, luidend als volgt : "De zorgverleners van het medisch huis voldoen aan de accrediteringsvoorwaarden bedoeld in artikel 2, ten laatste één jaar nadat zij deel uitmaken van de groep van zorgverleners van het medisch huis."

Art. 11.In artikel 12 van hetzelfde besluit wordt een alinea toegevoegd, luidend als volgt : " De indexering bedoeld in de vorige alinea wordt niet toegepast op het forfaitair bedrag betreffende de groep van verstrekkingen bedoeld in artikel 4,1°, indien het medisch huis geen toepassing maakt van artikel 6, § 6.

In voorkomend geval wordt het deel van de indexmassa dat voortvloeit uit de toepassing van de vorige alinea verdeeld over de forfaitaire bedragen betreffende de groep van verstrekkingen bedoeld in artikel 4,1°, van de andere medische huizen. "

Art. 12.Artikel 13, § 3, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : "Art. 13, § 3.

De akkoorden voor de forfaitaire betaling van de verstrekkingen worden gesloten met een zorgverlener of een groep van zorgverleners die samenwerken in het kader van een rechtspersoon en voor een initiële periode van drie jaar.

Ten laatste op 15 juni van ieder jaar maakt het medisch huis een activiteitenverslag en een financieel verslag met betrekking tot het voorgaande jaar over aan de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en aan de Commissie. Het activiteitenverslag bevat alle gegevens die toelaten na te gaan of de zorgverleners van het medisch huis voldoen aan de accrediteringsvoorwaarden zoals bedoeld in artikel 2.

Het Verzekeringscomité bepaalt via verordening bedoeld in artikel 22, 11°, van de wet, de inhoud en het model van : - het activiteitenverslag, in overeenstemming met de gegevensregistratie bedoeld in artikel 14; - het financieel verslag, in het bijzonder met het oog op de controle van de specificiteit van de besteding van de financiële middelen die voortvloeien uit de betaling van de forfaitaire bedragen.

Indien uit de verslagen van de eerste twee jaren blijkt dat het medisch huis de bepalingen van dit besluit of van het akkoord niet naleeft, kunnen de verzekeringsinstellingen met een opzegtermijn van minstens zes maanden het akkoord opzeggen.

Indien ten laatste zes maanden voor het einde van het derde jaar geen toepassing wordt gemaakt van de bepalingen van de vijfde alinea, wordt de initiële periode van drie jaar bedoeld in de eerste alinea verlengd met een periode van drie jaar. "

Art. 13.§ 1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021. § 2. Voor de medische huizen die op het moment van het inwerkingtreden van dit besluit reeds een akkoord voor de forfaitaire betaling van de verstrekkingen hebben gesloten : 1° is de bepaling opgenomen in artikel 12 van toepassing vanaf de eerste dag van de zevende maand na het inwerkingtreden van dit besluit;2° start de initiële periode van drie jaar bedoeld in de bepaling opgenomen in artikel 12 op de dag van het inwerkingtreden van dit besluit;3° geldt de voorwaarde van de rechtspersoonlijkheid bedoeld in artikel 12 vanaf de eerste dag van de zevende maand na het inwerkingtreden van dit besluit."

Art. 14.In hetzelfde besluit wordt de bijlage vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit.

Art. 15.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 september 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, M. DE BLOCK

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^