Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 april 1999
gepubliceerd op 05 juni 1999

Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten

bron
ministerie van justitie
numac
1999009468
pub.
05/06/1999
prom.
12/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/12/1999009468/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 APRIL 1999. - Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzonderheid artikel 42;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 29 januari 1999 over het verzoek om advies door de Raad van State binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 15 maart 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen bindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen beslissing van 10 november 1998, genomen door de commissie zoals bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen.

Art. 2.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS

Bijlage Overeenkomst inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen Afdeling 1. - Toepassingsgebied.

Artikel 1.In uitvoering van de artikels 41 en 42 van de wet van 30 juni 1994 die de producenten van fonogrammen en uitkomende kunstenaars recht geeft op de betaling van een billijke vergoeding voor de openbare mededeling van fonogrammen, bepaalt deze overeenkomst het bedrag van de genoemde vergoeding voor de directe of indirecte mededeling van fonogrammen in de verkooppunten een handelsgalerijen, zoals bepaald onder artikel 3.

Art. 2.De billijke vergoeding is verschuldigd door de uitbater. Zij is in haar geheel verschuldigd en ondeelbaar.

Zij moet vooraf worden betaald op de door de beheersmaatschappijen of hun mandataris vastgestelde vervaldagen. Afdeling 2. - Bepalingen

Art. 3.In de zin van deze overeenkomst wordt verstaan onder : 1. Verkooppunt : Elke voor het publiek toegankelijke plaats of lokaal, ongeacht de voorwaarden die gesteld worden aan de toegang, hoofdzakelijk gebruikt voor de verkoop of aanbieding tot verkoop van materiële roerende goederen, met uitzondering van de activiteiten vermeld in andere overeenkomsten.2. Handelsgalerij : voor het publiek toegankelijke plaats of lokaal die toegang verschaft tot twee of meerdere verkooppunten.3. Tijdelijke muziekuitzending : mededeling van muziek in elke voor het publiek toegankelijke plaats of lokaal, ongeacht de voorwaarden die gesteld worden aan de toegang waar, ter gelegenheid van om het even welk evenement van tijdelijke aard, een van de activiteiten hernomen onder 1 hierboven tijdelijk uitgeoefend wordt.4. Uitbater : elke natuurlijke of rechtspersoon die in om het even welke hoedanigheid een plaats of lokaal zoals bepaald onder 1 een 2 hierboven uitbaat of voor wiens rekening een plaats of lokaal zoals bepaald onder 1 en 2 hierboven uitgebaat wordt of die, ter gelegenheid van om het even welk evenement van tijdelijke aard, een van de hierboven vermelde activiteiten uitoefent of organiseert.5. Beheersmaatschappijen : de collectieve beheersmaatschappijen van nevenrechten, vertegenwoordigers van de uitvoerende kunstenaars en van de producenten van fonogrammen of hun mandatarissen belast met de inning van de bedragen van de billijke vergoeding.6. Netto verkoopoppervlakte : de oppervlakte van de plaatsen of lokalen zoals bepaald onder 1 en 2 hierboven waar er een openbare mededeling van fonogrammen plaats vindt, met uitsluiting van het sanitair.7. Billijke vergoeding : de jaarlijkse vergoeding verschuldigd voor elke rechtstreekse of onrechtstreekse mededeling van fonogrammen. Onder jaarlijks verstaat men de periode van 1 januari tot en met 31 december van elk kalenderjaar. 8. Seizoengebonden verkooppunt en handelsgalerij : Elk verkooppunt of elke handelsgalerij die meer dan drie opeenvolgende maanden in de loop van een kalenderjaar gesloten is. Afdeling 3. - Billijke vergoeding

Onderafdeling 1. - Tarief van de verkooppunten en handelsgalerijen

Art. 4.Het bedrag van de billijke vergoeding wordt bepaald in functie van de netto verkoopoppervlakte en ongeacht het aantal openingsdagen overeenkomstig het hierna vermeld tarief in BF exclusief BTW : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Elke begonnen schijf van 48 uur, tijdens dewelke er een directe of indirecte mededeling van fonogrammen is, is in haar geheel verschuldigd en ondeelbaar.

Zij wordt berekend vanaf het beginuur van de tijdelijke uitoefening van een van de activiteiten bepaald onder artikel 3, 1.

De betaling voor de occasionele uitzending van muziek mag niet hoger zijn dan het tarief dat onder artikel 4 voor eenzelfde oppervlakte voorzien is.

Onderafdeling 3. - Indexering

Art. 6.De bedragen vermeld in deze overeenkomst worden jaarlijks geïndexeerd op 1 januari van elk jaar op basis van de evolutie van de gezondheidsindex van het afgelopen jaar volgens volgende formule : Basisbedrag x nieuwe index Basisindex De basisindex is de index van kracht in december 1998.

De nieuwe index is deze die vervolgens per 1 januari van elk daarop volgend jaar toegepast zal worden.

Wanneer het geïndexeerde bedrag een decimaal vertoont, dan wordt het bedrag naar beneden afgerond.

Onderafdeling 4. - Forfaitaire tarificatie

Art. 7.De uitbater die, na een eerste herinnering, nalaat overeenkomstig artikel 10 de elementen mee te delen die nodig zijn voor het opstellen van de billijke vergoeding wordt verondersteld een plaats of een lokaal uit te baten zoals vermeld onder artikel 3, punten 1 en 2 met een netto verkoopoppervlakte dat de betaling als billijke vergoeding van BEF 18 000 rechtvaardigt.

Onderafdeling 5. - Specifieke tarificatie

Art. 8.Wanneer een verkooppunt of een handelsgalerij voor de eerste keer in de loop van het kalenderjaar geopend wordt, zal de billijke vergoeding voor dat kalenderjaar verschuldigd zijn, pro rata het nog tot het einde van het jaar te lopen aantal volledige kalendermaanden.

Art. 9.Voor seizoengebonden verkooppunten en handelsgalerijen, is het bedrag van de billijke vergoeding gelijk aan het bedrag bepaald door toepassing van artikel 4, gedeeld door 10 en vermenigvuldigd met het aantal volledige kalendermaanden gedurende dewelke het verkooppunt of de handelsgalerij geopend is. Afdeling 4. - Procedure

Onderafdeling 1. - Inlichtingen

Art. 10.Binnen de 30 dagen volgend op de aanvraag van de beheersmaatschappijen of hun mandataris, moet de uitbater hen door middel van een speciaal formulier schriftelijk en per verkooppunt volgende inlichtingen verschaffen : I. Verkooppunt en handelsgalerij 1. zijn naam en/of de firmanaam en het adres, het inschrijvingsnummer in het handelsregister, het BTW-nummer, evenals de naam en de hoedanigheid van de persoon die belast is met het dagelijks bestuur en met het verschaffen van de inlichtingen;2. of hij muziek uitzendt;3. de netto verkoopoppervlakte uitgedrukt in m2;4. het soort van activiteit die in het verkooppunt wordt uitgeoefend;5. de datum van het begin van de uitbating indien deze na 31 december 1997 plaatsvindt;de oorsprong van de bron van de muzikale uitzending en het soort muziek.

II. In geval van tijdelijke uitzending - naast de punten 1-2-3- 6 hierboven; - de duur van de tijdelijke uitoefening van de activiteit (dag en uur van het begin, dag en uur van het einde); - zonodig het aantal luidsprekers; - plaats waar de activiteit wordt uitgeoefend.

Art. 11.De netto verkoopoppervlakte die gemeld moet worden is de oppervlakte die reeds in gebruik is op 1 januari van het kalenderjaar voor hetwelke de billijke vergoeding verschuldigd is.

Voor de verkooppunten die voor de eerste maal geopend worden in de loop van het jaar, is de netto verkoopoppervlakte voor het eerste uitbatingsjaar de oppervlakte bij het starten van de activiteit.

Onderafdeling 2. - Betaling van de billijke vergoeding

Art. 12.Het bedrag van de billijke vergoeding wordt geïnd door middel van een door de beheersvennootschappen of hun madataris opgestelde uitnodiging tot betalen.

Art. 13.Wanneer een natuurlijke persoon of een rechtspersoon verschillende verkooppunten uitbaat kan een globale uitnodiging tot betaling, met de vermelding van alle verschuldigde bedragen aan deze persoon gericht worden.

Art. 14.De uitbater die nalaat de billijke vergoeding te betalen binnen de opgelegde termijnen zal, zonder voorafgaandelijke ingebrekestelling, onderworpen worden aan de nalatigheidsinteresten berekend volgens het wettelijk van kracht zijnde tarief vanaf de vervaldag met een minimum van BEF 300. Afdeling 5. - Controle

Art. 15.De uitbater die onjuiste elementen meedeelt, ten gevolge van dewelke hij een lager bedrag betaalt dan hij in werkelijkheid moet, zal het resterende saldo vermeerderd met nalatigheidsinteresten moeten betalen. Deze interesten worden aan het wettelijke percentage berekend vanaf de datum van de uitnodiging tot betalen die op basis van een onjuiste verklaring opgesteld werd.

Art. 16.De billijke vergoeding geregeld betaald door de cedent voor een bepaald kalenderjaar, zal voor deze periode niet meer verschuldigd zijn door de nieuwe uitbater.

Art. 17.De uitbater moet de beheersmaatschappij of haar mandataris toelaten de inlichtingen die in uitvoering van artikel 10 moeten overgemaakt worden na te gaan, evenals de inlichtingen te verzamelen die de repartitie van de rechten toelaat.

De uitbater moet de beheersmaatschappij of aan haar mandataris andere dan de personen omschreven in artikel 74 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de nevenrechten toelaten de verkooppunten en de handelsgalerijen te betreden op elke ogenblik tijdens de regelmatige openingsuren van deze verkooppunten en handelsgalerijen zonder voorafgaande verwittiging, maar de voorschriften voor het goede beheer van de verkooppunten respecterend.

Indien de beheersmaatschappij of haar mandataris wenst het verkooppunt of de handelsgalerij te betreden buiten de normale openingsuren, dan moet zij schriftelijk een aanvraag indienen, ten minste 8 dagen voor de bezoekdatum. Afdeling 6. - Overgangsbepaling

Art. 18.De onderhavige overeenkomst wordt toegepast vanaf 8 juli 1996.

Voor de uitbaters die hun activiteit aangevangen hebben voor 1 januari 1998 zal de bilIijke vergoeding, verschuldigd voor de periode van 8 juli 1996 tot 31 december 1997, forfaitair verminderd worden tot 50 % van de jaarlijkse billijke vergoeding voorzien in artikel 4. Deze betaling evenals de betaling voor het jaar 1998 zijn samen met de uitnodiging tot betalen voor 1999 opeisbaar.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 april 1999.

De Minister van Justitie, T. VAN PARYS

^