Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 april 2000
gepubliceerd op 03 mei 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 augustus 1989 tot vaststelling van aanvullende nationale maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden en voor controle op de visserijactiviteiten

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
2000016124
pub.
03/05/2000
prom.
12/04/2000
ELI
eli/besluit/2000/04/12/2000016124/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 APRIL 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 augustus 1989 tot vaststelling van aanvullende nationale maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden en voor controle op de visserijactiviteiten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 augustus 1891 betreffende de zeevisserij in de territoriale wateren, gewijzigd bij de wetten van 12 april 1957, 22 april 1999 en 3 mei 1999;

Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999;

Gelet op de wet van 13 juni 1969 inzake het continentaal plat van België, gewijzigd bij de wet van 22 april 1999;

Gelet op de wet van 10 oktober 1978 houdende vaststelling van een Belgische visserijzone, gewijzigd bij de wetten van 30 juni 1983, 22 april 1999 en 3 mei 1999;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 augustus 1989 tot vaststelling van aanvullende nationale maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden en voor controle op de visserijactiviteiten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 maart 1996 en 18 maart 1999;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur, gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1181/98 van de Raad van 4 juni 1998;

Gelet op de verordening (EG) nr. 3690/93 van de Raad van 20 december 1993 tot invoering van een communautair stelsel van regels voor de minimuminformatie die visvergunningen moeten bevatten;

Gelet op de verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen, gewijzigd bij verordening (EG) nr. 308/98 van de Raad van 8 februari 1998, bij verordening (EG) nr. 1459/99 van de Raad van 24 juni 1999 en bij verordening (EG) nr. 2723/99 van de Raad van 17 december 1999;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid, gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2870/95 van de Raad van 8 december 1995, bij verordening (EG) nr. 2489/96 van de Raad van 20 december 1996, bij verordening (EG) nr. 686/97 van de Raad van 14 april 1997, bij verordening (EG) nr. 2205/97 van de Raad van 30 oktober 1997, bij verordening (EG) nr. 2635/97 van de Raad van 18 december 1997 en bij verordening (EG) nr. 2846/98 van de Raad van 17 december 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de noodzaak om onverwijld bijkomende aanvullende nationale maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden en voor controle op de visserijactiviteiten voortvloeit uit de vaststelling dat bijkomende voorwaarden moeten opgelegd worden aan Belgische vaartuigen die uitgerust zijn om te vissen met sleepnetten, die niet beschikken over een visvergunning zoals bedoeld in artikel 5 van verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur en die enkel voor toeristische doeleinden ingezet worden voor de garnaalvisserij, teneinde de gevestigde belangen van de eigenaars van vaartuigen met een visvergunning te vrijwaren;

Overwegende dat bepaalde vormen van strandvisserij seizoensgewijze uitgroeien tot activiteiten die niet meer kunnen gekwalificeerd worden als louter tijdverdrijf, dat dit leidt tot concurrentievervalsing met de beroepsvisserij en dat een voldoende bescherming van de visbestanden in de getijdenzone moet verzekerd worden, wat aanleiding geeft tot de noodzaak om de communautaire technische instandhoudingsmaatregelen eveneens van toepassing te maken voor de niet-beroepsmatige visserijactiviteiten, met inbegrip van de strandvisserij;

Overwegende dat de generieke benaming "kokkelvisserij" niet alle vormen van visserij op tweekleppigen en andere weekdieren omvat en dat een algemeen verbod op die visserij moet ingesteld worden wegens de destructieve aard van deze vismethode;

Op de voordracht van onze Minister van Landbouw en Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 14 augustus 1989 tot vaststelling van aanvullende nationale maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden en voor controle op de visserijactiviteiten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 maart 1996, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "verordening (EEG) nr.3094/86 van de Raad van 7 oktober 1986 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden" vervangen door de woorden "verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen"; 2° tussen het tweede en het derde lid wordt het volgende lid ingevoegd : « De maximumlengte van de bovenpees van het bordennet wordt vastgelegd op 10 meter voor vaartuigen, die enkel voor toeristische doeleinden ingezet worden voor de garnaalvisserij en die beschikken over een certificaat van deugdelijkheid afgeleverd door de Dienst Scheepvaartcontrole van het Bestuur van Maritieme Zaken en van Scheepvaart van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur en van een speciale machtiging afgeleverd door de Dienst Zeevisserij, Oostende.De Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft, bepaalt nadere criteria tot het bekomen van dergelijke speciale machtiging. »

Art. 2.Artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 maart 1996, wordt aangevuld met het volgend lid : « De bepalingen voorzien in het eerste lid gelden niet voor vaartuigen, die enkel voor toeristische doeleinden worden ingezet voor de garnaalvisserij en die beschikken over het certificaat van deugdelijkheid en de speciale machtiging bedoeld in artikel 3. »

Art. 3.In artikel 5bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 maart 1996, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "de leden 2 of 3 en 4" vervangen door de woorden "het lid 2 of de leden 3 en 4 en het lid 5".2° tussen het derde en het vierde lid wordt volgend lid ingevoegd : « De maximumlengte van de bovenpees van het bordennet wordt vastgelegd op 10 meter voor vaartuigen, die enkel voor toeristische doeleinden ingezet worden voor de garnaalvisserij en die beschikken over het certificaat van deugdelijkheid en de speciale machtiging bedoeld in artikel 3.» 3° in het vijfde lid worden de woorden "verordening (EEG) nr.3094/86 van de Raad van 7 oktober 1986 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden" vervangen door de woorden "verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen".

Art. 4.Artikel 5ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 maart 1996, wordt vervangen als volgt : «

Art. 5ter.Alle technische bepalingen vervat in de geldende EG-verordeningen voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen zijn eveneens van toepassing op de niet-beroepsmatige visserijactiviteiten.

Voor de strandvisserij gelden enkel de technische bepalingen in verband met de minimum maaswijdte van de netten, de maaswijdtemeting en de minimum aanvoerlengte van de vis. De maaswijdte van de kuil van de ankerkuilen en van platte ingegraven netten, gebruikt bij de strandvisserij, wordt vastgelegd op minimum 70 mm. De lengte van de kuil van de ankerkuil wordt vastgelegd op minimum 2 meter. »

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 5quater ingevoegd, luidende : «

Art. 5quater.Alle in de artikelen 5 en 5bis vermelde visserijactiviteiten zijn verboden van 10 uur 's avonds tot 5 uur `s morgens. De vangsten van alle in artikelen 5, 5bis en 5ter vermelde visserijactiviteiten mogen niet in de handel gebracht worden en/of verkocht worden. »

Art. 6.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt het woord "kokkelvisserij" vervangen door de woorden "visserij op levende organismen van sedentaire soorten".

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8.Onze Minister van Landbouw en Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 april 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS

^