Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 februari 2004
gepubliceerd op 03 maart 2004

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2004022097
pub.
03/03/2004
prom.
12/02/2004
ELI
eli/besluit/2004/02/12/2004022097/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 FEBRUARI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding, zoals gewijzigd door de koninklijke besluiten van 27 september 1993, 4 december 1995, 11 oktober 1997, 9 januari 2000, 26 juni 2000 en 20 juli 2000;

Gelet op Richtlijn 2003/13/EG van de Commissie van 10 februari 2003 tot wijziging van Richtlijn 96/5/EG inzake bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters;

Gelet op Richtlijn 2003/14/EG van de Commissie van 10 februari 2003 tot wijziging van Richtlijn 91/321/EEG inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingen-voeding;

Gelet op het advies nr. 36.301/3 van de Raad van State, gegeven op 8 januari 2004, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding wordt als volgt gewijzigd. In de bijlage worden de bepalingen in punt 5.0.2.7 vervangen door volgende bepalingen : « De waren mogen geen residuen van afzonderlijke bestrijdingsmiddelen bevatten met gehalten, die hoger liggen dan 0,01 mg/kg. In afwijking hiervan gelden voor de volgende bestrijdingsmiddelen de volgende maximale residugehalten : - cadusafos : 0,006 mg/kg; - demeton-S-methyl/demeton-S-methylsulfon/oxidemeton-methyl (afzonderlijk of in combinatie, uitgedrukt als demeton-S-methyl) : 0,006 mg/kg; - ethoprofos : 0,008 mg/kg; - fipronil (som van fipronil en fipronil-desulfinyl, uitgedrukt als fipronil) : 0,004 mg/kg; - propineb/propyleenthioureum (som van propineb en propyleenthioureum) : 0,006 mg/kg.

De bestrijdingsmiddelen hierna opgesomd mogen niet worden gebruikt bij landbouwproducten die voor de vervaardiging van volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding, bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen of babyvoeding zijn bestemd. Voor elk van deze bestrijdingsmiddelen geldt een maximaal residugehalte van 0,003 mg/kg, wat beschouwd wordt als de analytische bepaalbaarheidsgrens. Het betreft : - disulfoton (som van disulfoton, disulfotonsulfoxide en disulfotonsulfon, uitgedrukt als disulfoton); - fensulfothion (som van fensulfothion, het zuurstofanalogon daarvan en de sulfonen van deze stoffen, uitgedrukt als fensulfothion); - fentin (uitgedrukt als trifenyltin-kation); - haloxyfop (som van haloxyfop en de zouten en esters daarvan, met inbegrip van conjugaten, uitgedrukt als haloxyfop); - heptachloor en trans-heptachloorepoxide, uitgedrukt als heptachloor; - hexachloorbenzeen; - nitrofeen; - omethoaat; - terbufos (som van terbufos, het sulfoxide en het sulfon ervan, uitgedrukt als terbufos); - aldrin en dieldrin, uitgedrukt als dieldrin; - endrin.

Al de aangegeven maximale residugehalten hebben betrekking op de waren als aangeboden voor gebruik of als gereconstitueerd volgens de aanwijzingen van de fabrikant.

De analytische methoden ter bepaling van de gehalten voor residuen van bestrijdingsmiddelen zijn de algemeen aanvaarde gestandaardiseerde methoden. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 6 maart 2005.

Art. 3.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 februari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^