Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 januari 2000
gepubliceerd op 09 februari 2000

Koninklijk besluit betreffende de legitimatiekaart van de personeelsleden van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie aan wie de hoedanigheid van officier van de gerechtelijke politie is toegekend

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
2000014030
pub.
09/02/2000
prom.
12/01/2000
ELI
eli/besluit/2000/01/12/2000014030/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 JANUARI 2000. - Koninklijk besluit betreffende de legitimatiekaart van de personeelsleden van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie aan wie de hoedanigheid van officier van de gerechtelijke politie is toegekend


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 december 1956 op de postdienst, inzonderheid op artikel 32, vervangen bij de wet van 19 december 1997;

Gelet op de wet van 30 juli 1979 betreffende de radioberichtgeving, inzonderheid op artikel 14 vervangen bij de wet van 8 mei 1998;

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op de artikelen 110, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1995 en 19 december 1997, en 136, vervangen bij de wet van 19 december 1997;

Gelet op het advies van 10 december 1998 van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht;

Gelet op het advies van de Raad van State, Op de voordracht van Onze Minister van Telecommunicatie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De leidend ambtenaar van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie geeft aan de personeelsleden van dit Instituut, bedoeld in de artikelen 110 en 136 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, een legitimatiekaart af waaruit hun hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie blijkt.

Art. 2.De legitimatiekaart is conform de modellen als bijlage.

Zij heeft de vorm van een rechthoek, met afgeronde hoeken, een lengte van 86 mm en een breedte van 54 mm.

Zij is geplastificeerd en aan beide zijden voorzien van veiligheidsopdrukken.

Art. 3.De legitimatiekaart bevat op de voorzijde de volgende gegevens : 1° onder het hoofd « Koninkrijk België « , in het rechtermiddengedeelte, het logo van het Instituut met de duidelijk leesbare vermelding « Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie ».2° in het rechterbovengedeelte, de naam en de voornaam van de houder;3° het linkermiddengedeelte bevat een pasfoto van de houder met een minimumgrootte van 25 mm bij 25 mm;4° onderaan links, een volgnummer en de geldigheidstermijn;5° tussen de gegevens vermeld in 3° en 4° de handtekening van de houder;6° onderaan rechts : « De Administrateur-generaal » en diens handtekening of die van de door hem aangewezen ambtenaar. De achterzijde van de kaart bevat, naast een band met de nationale driekleur in het midden onderbroken door `s Lands zegel, de vermelding : « De houder van deze legitimatiekaart heeft, in de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, het recht op te treden op het ganse grondgebied van het Koninkrijk België. Bij het volbrengen van zijn opdracht kan hij een beroep doen op de openbare macht. »

Art. 4.§ 1. De legitimatiekaart wordt teruggegeven aan de ambtenaar vermeld in artikel 1, of aan de door hem aangewezen ambtenaar, indien : 1° de kaart beschadigd is;2° één of meer gegevens die op de kaart voorkomen gewijzigd zijn of wanneer de foto niet meer gelijkend is;3° wanneer de houder zijn ambt niet meer kan of mag uitoefenen. § 2. De ambtenaar vermeld in artikel 1, of de door hem aangewezen ambtenaar, trekt de legitimatiekaart van de geschorste of van zijn ambt ontheven houder tijdelijk in, hoelang de maatregel ook moge duren, alsook de legitimatiekaart van de houder wiens ambtsuitoefening om enige andere statutaire reden gedurende langer dan vijfenveertig dagen onderbroken wordt.

De kaart wordt aan de houder teruggegeven zodra hij zijn ambt weer uitoefent. § 3. Het verlies of de vernietiging van de legitimatiekaart wordt onmiddellijk gemeld aan de ambtenaar vermeld in artikel 1.

Indien deze kaart wordt teruggevonden na hernieuwing wordt ze onmiddellijk aan de ambtenaar vermeld in artikel 1 bezorgd, om ze te laten vernietigen. »

Art. 5.Onze Minister van Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 januari 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie, R. DAEMS

Bijlage : legitimatiekaarten Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 12 januari 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie, R. DAEMS

^