Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 januari 2006
gepubliceerd op 03 februari 2006

Koninklijk besluit tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2006022082
pub.
03/02/2006
prom.
12/01/2006
ELI
eli/besluit/2006/01/12/2006022082/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 JANUARI 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, inzonderheid op artikel 21sexiesdecies, ingevoegd bij de wet van 10 augustus 2001;

Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Verpleegkunde, uitgebracht op 31 mei 2005;

Gelet op het advies van de Technische Commissie voor Verpleegkunde, uitgebracht op 17 maart 2005;

Gelet op het advies nr. 38.684/3 van de Raad van State, gegeven op 8 november 2005;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « zorgkundige » : de zorgkundige bedoeld in artikel 21sexiesdecies van het koninklijk besluit nr.78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen; 2° « verpleegkundige » : de persoon, zoals bedoeld in artikel 21quater van voormeld koninklijk besluit nr.78; 3° « activiteiten » : de verpleegkundige activiteiten, bedoeld in artikel 21quinquies, § 1, a) en b) van voormeld koninklijk besluit nr. 78.

Art. 2.De activiteiten die zorgkundigen mogen uitoefenen, worden vastgesteld in de bijlage van dit besluit.

Zorgkundigen mogen die activiteiten enkel uitoefenen wanneer ze zijn toevertrouwd door een verpleegkundige. Verpleegkundigen kunnen die delegatie op elk moment beëindigen.

Art. 3.§ 1. Zorgkundigen werken binnen een gestructureerde equipe.

De gestructureerde equipe moet aan volgende eisen voldoen : 1° De gestructureerde equipe moet zodanig zijn opgesteld dat de verpleegkundigen toezicht kunnen uitoefenen op de activiteiten van de zorgkundigen.2° De gestructureerde equipe moet de continuïteit en de kwaliteit van de zorg verzekeren.3° Zij organiseert het gezamenlijk patiëntenoverleg waarbij het in § 3 bedoelde zorgplan geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd wordt.4° Zij voert een samenwerkingsprocedure in tussen verpleegkundigen en zorgkundigen.Deze laatsten rapporteren nog dezelfde dag aan de verpleegkundige die toezicht houdt op hun activiteiten. 5° Zij krijgt permanente opleiding. § 2. Onder « toezicht » wordt verstaan het toezicht waarvan sprake in artikel 21sexiesdecies van het voornoemde koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 : 1° De verpleegkundige ziet erop toe dat de zorgverstrekking, de gezondheidsopvoeding en de logistieke activiteiten die hij aan de zorgkundige van de gestructureerde equipe heeft toevertrouwd, correct worden uitgevoerd.2° Het aantal zorgkundigen dat onder toezicht van een verpleegkundige werkt, hangt af van de personeelsnormen van de gestructureerde equipe, van de complexiteit van de zorg en van de stabiliteit van de toestand van de patiënten.Hiermee rekening houdend, is de aanwezigheid van de verpleegkundige bij de uitvoering van de activiteiten door de zorgkundige niet steeds vereist. 3° De verpleegkundige moet bereikbaar zijn om de nodige informatie en ondersteuning te geven aan de zorgkundige. § 3. De zorgkundige wordt betrokken, binnen zijn bevoegdheden en vorming, bij het bijhouden voor elke patiënt van dit verpleegkundig dossier, zoals bedoeld in artikel 21quinquies, § 2, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.

Art. 4.Zorgkundigen moeten elk jaar een permanente opleiding van minstens 8 uur krijgen.

Art. 5.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 januari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^