Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 januari 2011
gepubliceerd op 11 februari 2011

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, tot instelling van een minimaal bedrag van de aanvullende vergoeding bij bepaalde vormen van brugpensioen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010206479
pub.
11/02/2011
prom.
12/01/2011
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 JANUARI 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, tot instelling van een minimaal bedrag van de aanvullende vergoeding bij bepaalde vormen van brugpensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, tot instelling van een minimaal bedrag van de aanvullende vergoeding bij bepaalde vormen van brugpensioen.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 januari 2011.

ALBERT Par le Roi : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2010 Instelling van een minimaal bedrag van de aanvullende vergoeding bij bepaalde vormen van brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 14 juli 2010 onder het nummer 100485/CO/126)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders/arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking.

Art. 2.De aanvullende vergoeding bij brugpensioen wordt berekend, geïndexeerd en geherwaardeerd conform de regels vastgelegd in de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomsten.

Art. 3.De aanvullende vergoeding waarvan het aldus bepaalde bedrag lager is dan 112,32 EUR per maand, wordt verhoogd tot 112,32 EUR. De verhoging zal evenwel nooit tot gevolg hebben dat het totale bruto maandbedrag van de werkloosheidsuitkering en de aanvullende vergoeding, hoger ligt dan de toepasselijke inhoudingsgrenzen zoals bepaald in artikel 130 van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten (na indexering en herwaardering).

De verhoging van de berekende aanvullende vergoeding wordt in voorkomend geval beperkt tot beloop van de toepasselijke inhoudingsgrens.

Art. 4.De minimale aanvullende vergoeding bij brugpensioen zoals bepaald in artikel 3 is van toepassing in het geval van : - brugpensioen vanaf 58 jaar in de zin van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009 betreffende het sectoraal brugpensioen, evenals in geval van brugpensioenen die zijn toegekend op basis van vroegere collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende het sectoraal brugpensioen, afgesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking; - brugpensioen vanaf 56 jaar, en mits een beroepsverleden van 40 jaar als loontrekkende in de zin van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 92 van 20 december 2007, verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 96 van 20 februari 2009, maar pas vanaf het ogenblik dat de bruggepensioneerde de leeftijd van 58 jaar bereikt, en mits hij in totaal een sectorale anciënniteit van 30 jaar aantoont.

Art. 5.De eventuele verhoging van de normaal berekende, geïndexeerde en geherwaardeerde aanvullende vergoeding, die voortvloeit uit de toepassing van de artikels 3 en 4, en het deel van de sociale bijdragen dat op deze verhoging betrekking heeft, kan door de werkgever na afloop van elk kalenderjaar worden gerecupereerd bij het fonds voor bestaanszekerheid, volgens de daarvoor voorziene procedure en modaliteiten.

Art. 6.De eventuele aanpassing van reeds lopende aanvullende vergoedingen dient uiterlijk te gebeuren in de maand oktober 2010. De regularisatie van de verhoging van de aanvullende vergoedingen van de maanden januari 2010 tot en met september 2010, zal gebeuren via een eenmalig achterstal, uiterlijk te betalen in de maand december 2010.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een onbepaalde duur en treedt in werking op 1 januari 2010.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking.

De collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009 tot toekenning van een jaarlijkse regularisatievergoeding aan werklozen wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2010.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 januari 2011.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^