Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 juni 2002
gepubliceerd op 22 augustus 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de tewerkstelling van personen behorende tot de risicogroepen, de witzandexploitaties uitgezonderd

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012707
pub.
22/08/2002
prom.
12/06/2002
ELI
eli/besluit/2002/06/12/2002012707/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 JUNI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de tewerkstelling van personen behorende tot de risicogroepen, de witzandexploitaties uitgezonderd (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de tewerkstelling van personen behorende tot de risicogroepen, de witzandexploitaties uitgezonderd.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 juni 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2001 Tewerkstelling van personen behorende tot de risicogroepen in de witzandexploitaties uitgezonderd (Overeenkomst geregistreerd op 9 augustus 2001 onder het nummer 58450/CO/102.06)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, de witzandexploitaties uitgezonderd.

Met "werklieden", worden de arbeiders en arbeidsters bedoeld.

Art. 2.De financiële middelen samengebracht in het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven" worden aangewend om de in de hierna volgende artikelen vermelde kosten te dragen onder de voorwaarden vast te stellen in de raad van beheer van het fonds.

Art. 3.Bij brugpensioen zal het vervangingsengagement bij voorkeur worden ingevuld met personen behorende tot de risicogroepen zoals omschreven bij artikel 173 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen.

Voor de werkgevers die vallen onder het "Grinddecreet", moet er gezocht worden onder de ontslagen werklieden die vallen onder het "Grinddecreet".

Art. 4.De tussenkomst in de kosten van technische vorming en opleiding wordt voorbehouden aan ongeschoolde en/of laag geschoolde personeelsleden voorzover deze opleiding tot gevolg kan hebben dat de ruimere beroepskennis van de betrokkenen een positieve weerslag heeft op de beperking van de gedeeltelijke werkloosheid en een grotere waarborg geeft tot blijvende tewerkstelling.

De kosten kunnen betrekking hebben op een tussenkomst in reiskosten, het loonverlies en de eventuele inschrijvingsrechten of cursusgelden.

Daarenboven wordt aan de werklieden een forfaitair bedrag van 125 EUR uitbetaald, voorzover zij aan het fonds een attest van regelmatig bijwonen van de cursus kunnen voorleggen.

Art. 5.De werkgevers die in de loop van 2001 en/of 2002 initiatieven nemen of genomen hebben die gericht zijn op de risicogroepen bedoeld in hoofdstuk XI, afdeling 1 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen en die laaggeschoolde arbeiders of arbeidsters die geconfronteerd worden met collectief ontslag, herstructurering of de introductie van nieuwe technologieën, een omscholings- of bijscholingsprogramma laten volgen, kunnen ten laste van het fonds een forfaitaire tegemoetkoming van 200 EUR per maand ontvangen met een maximum van 2.000 EUR per jaar.

Art. 6.De in de artikelen 4 en 5 vermelde bedragen van forfaitaire tegemoetkoming kunnen door de raad van beheer van het fonds worden aangepast in functie van de jaarlijkse begroting.

Art. 7.Het totaal bedrag van de jaarlijkse begroting bedoeld in deze collectieve arbeidsovereenkomst zal in elk geval 0,10 pct. van de bruto- loonmassa bedragen.

Art. 8.De raad van beheer is belast met de uitvoering van de genomen beslissingen en het toezicht op de aanvragen, opleidingsprogramma's en de afrekening van de aangevraagde financiële tussenkomsten.

Art. 9.De raad van beheer maakt jaarlijks een evaluatie die bij het verslag van het fonds wordt gevoegd en aan het paritair subcomité wordt voorgelegd. Een kopie van dit verslag wordt eveneens aan de Minister van Werkgelegenheid overgemaakt.

Overgangsmaatregelen

Art. 10.De artikelen of onderdelen ervan die in de eerste rij en de eerste en vierde kolom van de volgende rij(en) van onderstaande tabel worden vermeld, hebben betrekking op deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van de tabel gelden vanaf de dag van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de derde kolom.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en treedt buiten werking op 31 december 2002.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 juni 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^