Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 maart 1999
gepubliceerd op 24 april 1999

Koninklijk besluit houdende de voorwaarden voor het verkrijgen van een afwijking van het verbod honden als last- en trekdier te gebruiken

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1999016092
pub.
24/04/1999
prom.
12/03/1999
ELI
eli/besluit/1999/03/12/1999016092/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 MAART 1999. - Koninklijk besluit houdende de voorwaarden voor het verkrijgen van een afwijking van het verbod honden als last- en trekdier te gebruiken


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, gewijzigd bij de wet van 4 mei 1995 inzonderheid op artikel 36, 7°;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1998 betreffende de bescherming van dieren bij wedstrijden;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van landbouw en van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Overeenkomstig artikel 36, 7° van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, kan de Minister tot wiens bevoegdheid de Landbouw behoort, afwijking verlenen honden als last- en trekdier te gebruiken hetzij voor de organisatie van wedstrijden en voorafgaande trainingen, hetzij voor de organisatie van demonstraties overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.

Art. 2.De aanvraag voor het bekomen van een afwijking moet ingediend worden vóór 31 mei van elk jaar bij de Veterinaire Diensten van het Ministerie van Landbouw.

Deze aanvraag vermeldt : 1° naam en adres van de organisator;2° voorziene plaats en datum van de wedstrijd of van de demonstratie;3° de gebruikte hondenrassen of -soorten en een beschrijving van het gespan of de gespannen;4° de voorafgaandelijke toelating van de burgemeester van de gemeente waar de wedstrijd doorgaat, zoals voorzien in het artikel 3 van het koninklijk besluit van 23 september 1998 betreffende de bescherming van dieren bij wedstrijden;5° in geval van een demonstratie : de motieven van de organisatoren.

Art. 3.Om aan een wedstrijd of een demonstratie deel te nemen moeten de honden ten minste één jaar oud zijn.

Art. 4.Voor de organisatie van wedstrijden en voorafgaande trainingen met de Alaskan Malamute, de Siberian Husky, de Samoyede of de Groenlandshund kan een afwijking worden verleend, indien de organisatoren aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° de organisatoren moeten lid zijn van een van volgende internationale federaties van sledehonden : de European Sled Dog Racing Association (ESDRA), la Fédération Internationale Sportive de Traineau à chiens (FISTC) en de World Sleddog Association (WSA);2° de organisatoren moeten een erkende dierenarts aanstellen die toezicht houdt op de gezondheid en het welzijn van de honden;3° de organisatoren dienen er zorg voor te dragen dat het parcours aangepast is aan de fysiologische mogelijkheden van de honden;4° de organisatoren dienen in hun wedstrijdreglement te vermelden : 1) dat bij een omgevingstemperatuur van meer dan 15°C elk wedstrijdonderdeel niet langer dan 5 km mag zijn en dat de wedstrijd wordt afgelast indien de omgevingstemperatuur meer dan 20°C bedraagt;2) dat eenzelfde hond niet mag ingespannen worden in meerdere categorieën in éénzelfde proef;3) dat het gebruik van muilkorven en van wurghalsbanden verboden is;4) welke sancties toegepast zullen worden bij het gebruik van stoffen bedoeld om de prestaties van de dieren te beïnvloeden;5) dat het slaan van de honden verboden is, tenzij om vechtende honden te scheiden.5° de organisatoren moeten aan de deelnemers van een wedstrijd, die erom vragen, een document afgeven waarin de aan de organisatoren verleende afwijking wordt beschreven.Dit genummerde document geldt als een toelating om te trainen voor die wedstrijd.

Art. 5.Voor de organisatie van wedstrijden en voorafgaande trainingen met de Alaskan Husky kan een afwijking worden verleend, indien de organisatoren voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 4 en indien zij bij de aanvraag om afwijking bedoeld in artikel 2 een lijst voegen met de namen en adressen van de deelnemers en met de identificatie van hun honden.

Art. 6.Afwijkingen voor demonstraties kunnen slechts worden verleend onder de volgende voorwaarden : - uit de motieven van de organisatoren vermeld in de aanvraag moet in de eerste plaats het opvoedkundig aspect blijken; - de evenementen mogen geen competitief karakter hebben; - de te trekken last en het parcours moeten aangepast zijn aan de fysiologische mogelijkheden van het gebruikte hondenras of hondensoort.

Art. 7.Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 maart 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en van de kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

^