Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 maart 2000
gepubliceerd op 28 maart 2000

Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1989 tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van het Instituut der Bedrijfsrevisoren

bron
ministerie van economische zaken, ministerie van middenstand en landbouw en ministerie van justitie
numac
2000011107
pub.
28/03/2000
prom.
12/03/2000
ELI
eli/besluit/2000/03/12/2000011107/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 MAART 2000. - Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1989 tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van het Instituut der Bedrijfsrevisoren


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut der Bedrijfsrevisoren, inzonderheid op artikel 10, vervangen bij wet van 21 februari 1985;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1989 tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van het Instituut der Bedrijfsrevisoren;

Gelet op het voorstel van de Raad van het Instituut der Bedrijfsrevisoren van 1 maart 1996;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor het Bedrijfsrevisoraat en de Accountancy van 6 november 1997;

Gelet op beraadslaging van de Ministerraad op 10 december 1998, betreffende de adviesaanvraag bij de Raad van State binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 10 juni 1999;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, van Onze Minister van Landbouw en Middenstand en van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1, § 2, 5° van het besluit van 20 april 1989 tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van het Instituut der Bedrijfsrevisoren, worden de woorden « Hoge Raad voor het Bedrijfsrevisoraat » vervangen door de woorden « Hoge Raad voor de economische beroepen ».

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt als volgt gewijzigd : a) in de Nederlandse tekst, eerste lid, de woorden « en woonplaats » schrappen;b) in de Franse tekst, de woorden « et domicile » vervangen door de woorden, « lieu et date de naissance »;c) de woorden « voor het eerst » vervangen door de woorden « overeenkomstig artikel 4 van de wet »;d) de woorden « en eventueel de hoedanigheid » tot en met de woorden « van de wet » schrappen;2° het tweede lid wordt als volgt gewijzigd : a) in de Franse tekst, de woorden « du siège social » schrappen;b) de woorden « de lijst » tot en met « reglementsbepalingen » vervangen door de woorden « en het BTW-nummer ».

Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de eerste paragraaf wordt als volgt gewijzigd: a) het eerste lid wordt als volgt gewijzigd : de woorden « in alfabetische volgorde » schrappen.b) het tweede lid wordt als volgt gewijzigd : 1) na de woorden « De ledenlijst bevat » en « de volgende gegevens », de woorden « in alfabetische volgorde » toevoegen;2) in het vierde streepje de woorden « het eerst » vervangen door « overeenkomstig artikel 4 van de wet »;3) in het zesde streepje, de woorden « of van de vereniging » tot en met « bekleedt » vervangen door de woorden « ingeschreven op de ledenlijst van het Instituut waarvan hij in de eerste plaats vennoot, bediende of medewerker is »;c) het derde lid wordt als volgt gewijzigd : het zevende streepje vervangen door : « de namen en voornamen van de bedrijfsrevisoren die gemachtigd zijn om de vennootschap in de uitoefening van een revisorale opdracht te vertegenwoordigen »;2° de derde paragraaf wordt als volgt gewijzigd : de woorden « De Raad » vervangen door de woorden « De Stagecommissie »;3° de vijfde paragraaf wordt opgeheven.

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 4bis toegevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 4bis.§ 1. Het Instituut opent een dossier op naam van de leden. Het dossier bevat de bescheiden ter staving van de in de ledenlijst opgenomen gegevens en ook de gegevens die voor de toepassing van artikel 18ter van de wet zijn vereist.

Het dossier bevat daarnaast ook de vereiste informatie met betrekking tot de beroepsmatige samenwerkingsverbanden die er bestaan met vennootschappen of verenigingen die in het buitenland of in België werden opgericht, met naleving van artikel 8 van de wet. § 2. Naast de in § 1 bedoelde inlichtingen bevat het dossier van elke op de ledenlijst ingeschreven burgerlijke vennootschap : - de naam en de woonplaats van alle aandeelhouders of vennoten van de vennootschap; - de naam en de woonplaats van alle leden van het bestuursorgaan van de vennootschap; - de lijst van de Belgische of buitenlandse vennootschappen waarin zij aandelen of deelbewijzen bezit, behoudens wanneer die effecten als thesauriebeleggingen moeten worden beschouwd.

Elke belanghebbende persoon kan ter zetel van het Instituut mededeling bekomen van de in deze paragraaf vermelde inlichtingen. »

Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden twee paragrafen toegevoegd luidend als volgt : « § 5. De Raad kan het verzoek inwilligen van een lid, natuurlijke persoon, dat om de tijdelijke weglating uit de ledenlijst verzoekt, voor de duur van ten minste één jaar en van niet meer dan vijf jaar.

Op verzoek van de betrokkene, kan de Raad beslissen om de duur van de weglating te verlengen. Tijdens de periode van weglating mag het lid geen enkele functie, mandaat of opdracht in de hoedanigheid van bedrijfsrevisor uitoefenen, noch zijn titel voor beroepsdoeleinden gebruiken. Hij is niet verplicht de bijdragen te betalen en de regels van plichtenleer na te komen vervat in de hoofdstukken II tot en met V van het koninklijk besluit van 10 januari 1994 betreffende de plichten van de bedrijfsrevisoren.

In geval van weglating is het niet mogelijk om het mandaat van zaakvoerder of bestuurder in een revisorenvennootschap waar te nemen.

De weglating op verzoek van een lid houdt op, zodra dit lid bij een ter post aangetekende brief laat weten dat het in staat is om het geheel van de verplichtingen van de bedrijfsrevisoren na te komen.

Indien hij, bij het verstrijken van de termijn van weglating, geen verzoek tot verlenging van de termijn heeft ingediend, of zijn wederinschrijving niet heeft betekend, wordt hij geacht ontslag te hebben genomen en wordt hij van de lijst geschrapt. § 6. Het lid dat een politiek mandaat uitoefent, behoudt de hoedanigheid van lid ingeschreven op de ledenlijst.

Indien hij oordeelt dat de uitoefening van zijn politiek mandaat de uitoefening van zijn beroep van bedrijfsrevisor in het gedrang kan brengen, stelt hij de Raad per gewone brief in kennis van zijn tijdelijke verhindering om persoonlijk zijn beroepsmatige verplichtingen na te komen.

In dit geval blijft hij lid, ingeschreven op de ledenlijst, met de verplichting om de bijdragen te betalen, maar hij zal zich onthouden van de ondertekening van de beroepsmatige briefwisseling en verslagen en, meer in het algemeen, van het stellen van elke beroepsmatige handeling. De gevolgen van de verhindering zijn persoonlijk. De verhinderde bedrijfsrevisor zal bijzonder waakzaam zijn voor het onderscheid dat kan bestaan tussen zijn titel van bedrijfsrevisor en zijn andere functies.

Het verhinderde lid zal afzien van elke functie van zaakvoerder of bestuurder van een revisorenvennootschap.

De verhindering neemt een einde wanneer het lid oordeelt dat het opnieuw alle voorwaarden vervult om ten volle het beroep van bedrijfsrevisor te kunnen uitoefenen, met naleving van de daaruit voortvloeiende verplichtingen.

Hij brengt de Raad hiervan op de hoogte per gewone brief.

De ministers en staatssecretarissen bevinden zich automatisch in een staat van verhindering gedurende de periode van hun functies, en dit vanaf hun eedaflegging ».

Art. 6.De eerste vier leden van artikel 7 van hetzelfde besluit worden vervangen door de volgende tekst en er wordt een nieuw vijfde en zesde lid ingevoegd luidend als volgt : « De leden natuurlijke personen of rechtpersonen betalen jaarlijks : a) een vaste bijdrage waarvan het bedrag niet lager mag zijn dan 10 085 frank en niet hoger dan 50 425 frank;b) een aanvullende veranderlijke bijdrage, die wordt berekend op de aan BTW onderworpen omzet zoals aangegeven in de loop van het burgerlijk jaar dat vooraf gaat aan het jaar waarin de bijdrage is verschuldigd.Deze bijdrage mag niet hoger zijn dan 2 %.

Voor de berekening van de in het vorige lid bedoelde veranderlijke bijdrage mogen de leden de honoraria die al aan bijdrage werden onderworpen in mindering brengen, ofwel omdat deze het voorwerp hebben uitgemaakt van een bijdrage op de omzet geïnd door een Instituut dat in het buitenland een functie uitoefent die gelijkaardig is aan deze van het Instituut der Bedrijfsrevisoren, of omdat die in het kader van een beroepsmatige samenwerking aan een ander lid werden gefactureerd.

Jaarlijks bepaalt de algemene vergadering het bedrag van de vaste bijdrage en ook het percentage van de veranderlijke bijdrage.

De omzet wordt, aan de hand van een aangifteformulier, dat de Raad opstelt, medegedeeld uiterlijk op 31 maart van elk jaar. Indien het bedrag van de veranderlijke bijdrage, ingevolge het niet tijdig indienen van de aangifte, niet kan worden vastgesteld leveren de verschuldigde bedragen voor het Instituut een interest op van 1 % per kalendermaand, te rekenen vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de ter post aangetekende ingebrekestelling van de penningmeester die aanmaant tot het onverwijld indienen van de aangifte.

De vaste en de veranderlijke bijdragen worden telkens voor de helft halfjaarlijks opgevraagd. De eerste helft van de veranderlijke bijdrage is een voorschot berekend op basis van de aangifte van het vorig jaar. Bij niet betaling binnen de maand na de door de penningmeester verstuurde oproep, leveren de verschuldigde bedragen voor het Instituut een interest op, voor de duur van de vertraging, ten belope van 1 % per kalendermaand. »

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 7bis.§ 1. De vennootschappen in vereffening kunnen slechts gedurende één jaar op de ledenlijst ingeschreven blijven, te rekenen vanaf de datum van hun ontbinding. Zij worden van rechtswege doorgehaald op de ledenlijst op het einde van deze periode. § 2. De vennootschappen in vereffening betalen bijdragen overeenkomstig artikel 7. De bijdragen opgevraagd gedurende het jaar dat volgt op de in vereffeningstelling worden beschouwd als lasten van de vereffening. § 3. De bedrijfsrevisoren-vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde bijdragen van de vennootschap tot aan haar doorhaling op de ledenlijst. »

Art. 8.In het tweede lid van artikel 9 van hetzelfde besluit, wordt het woord « zaterdag » vervangen door het woord « vrijdag ».

Art. 9.In artikel 10 van hetzelfde besluit, worden de woorden « de laatste » vervangen door de woorden « de voorlaatste ».

Art. 10.In artikel 13 van hetzelfde besluit, wordt een derde lid toegevoegd, luidend als volgt : « De oproeping tot de gewone algemene vergadering wordt ten laatste de éénentwintigste dag vóór de vergadering aan de leden verzonden. »

Art. 11.Het eerste lid van artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende tekst : « De besluiten van de algemene vergadering worden opgenomen in de notulen die worden ondertekend door de voorzitter, de secretarissen en de stemopnemers. Deze besluiten worden binnen een termijn van twee maanden medegedeeld aan alle leden en stagiairs van het Instituut ».

Art. 12.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid, 1° wordt als volgt gewijzigd : a) de woorden « op de datum van de bijeenkomst der algemene vergadering » vervangen door de woorden « op de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen ».b) in fine, een lid toevoegen luidend als volgt : « Wanneer de stemming gelijktijdig betrekking heeft op de functies van lid en van plaatsvervangend lid van de Commissie van Beroep, worden, onverminderd de hierboven gestelde regels inzake de toekenning van de mandaten, de kandidaten die bij de eerste stemronde de meeste stemmen hebben gehaald, aangewezen als effectief lid ».

Art. 13.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de Franse tekst van 1°, de woorden « du Revisorat d'Entreprises » schrappen.2° in de Nederlandse tekst van 15°, de woorden « voor het Bedrijfsrevisoraat » schrappen.

Art. 14.Het derde lid van artikel 27 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende zin : « De notulen van het uitvoerend comité worden aan de leden van de Raad toegezonden ».

Art. 15.In artikel 28 van hetzelfde besluit, worden de woorden « aan het dagelijks bestuur » vervangen door de woorden « aan de bestuurder of aan elk lid van het uitvoerend comité ».

Art. 16.In artikel 32 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid ingevoegd luidend als volgt : « De in het eerste lid bedoelde tabel moet tevens de volledige lijst bevatten van de mandaten van commissaris-revisor en ook alle permanente opdrachten tot certificering van de jaarrekening of van de geconsolideerde jaarrekening van een onderneming of van elke andere instelling, met vermelding van de ontvangen honoraria, de door de revisor en zijn medewerkers gepresteerde werktijd en ook alle andere inlichtingen, die de Raad nodig oordeelt voor de uitoefening van het in artikel 18ter van de wet bedoelde toezicht ».

Art. 17.In hetzelfde besluit, wordt een artikel 36bis toegevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 36bis.§ 1. De bedrijfsrevisor licht het Instituut in wanneer hij de hoedanigheid verwerft of verliest van lid van een beroepsorganisatie die in het buitenland een functie uitoefent die vergelijkbaar is met die van het Instituut der Bedrijfsrevisoren.

In het raam van de uitoefening van zijn opdracht van toezicht en tucht is het Instituut gemachtigd om aan een beroepsorganisatie, die in het buitenland een statuut en een functie heeft die vergelijkbaar zijn met die van het Instituut der Bedrijfsrevisoren, informatie over de activiteit van een lid mede te delen of van die organisatie te ontvangen. § 2. Paragraaf 1 is ook toepasselijk wanneer de bedrijfsrevisor de hoedanigheid verwerft of verliest van lid van een andere in België opgerichte of door de wet erkende beroepsorganisatie. »

Art. 18.In artikel 37, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden « Voor het einde van de maand februari » vervangen door « Ten laatste op 10 maart van elk jaar ».

Art. 19.In de bijlage bij hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de rubriek « Passiva » wijzigen als volgt : de woorden « I.Vermogen einde boekjaar Overschot (tekort) aan inkomsten Vermogen einde boekjaar II. Herwaarderingsmeerwaarden III. Reserves » vervangen door : « I. Vermogen A. Algemene reserve B. Bijzondere reserve C. Over te dragen resultaat II. Herwaarderingsmeerwaarde. » 2° onder « de rekeningen der inkomsten en uitgaven » na het punt II.D.5. de punten 6 en 7 toevoegen, luidend als volgt : « 6. Hoge Raad voor de economische beroepen. 7. Varia ».

Art. 20.Onze Minister van Economie, Onze Minister van Landbouw en Middenstand en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 maart 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^