Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 maart 2002
gepubliceerd op 23 maart 2002

Koninklijk besluit betreffende de regels inzake rangschikking van het personeel van het Ministerie van Financiën

bron
ministerie van financien
numac
2002003148
pub.
23/03/2002
prom.
12/03/2002
ELI
eli/besluit/2002/03/12/2002003148/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 MAART 2002. - Koninklijk besluit betreffende de regels inzake rangschikking van het personeel van het Ministerie van Financiën


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het Statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 60, ingevoegd bij koninklijk besluit van 6 juli 1997;

Gelet op het advies van de Directieraad van het Ministerie van Financiën, gegeven op 29 juni 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 juli 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 27 april 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 8 februari 2001;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 26 september 2001 van het Sectorcomité II- Financiën;

Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies 32.611/2 van de Raad van State, gegeven op 21 januari 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, van Onze Minister van Pensioenen en van Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Behoudens voor wat betreft de benoemingen in de graden van de rangen 17, 16 en 15, blijven de bepalingen betreffende de voorwaarden inzake niveau, rang en anciënniteit die op 13 juli 1999 van toepassing waren bij het Ministerie van Financiën voor de mutaties, de bevorderingen, de veranderingen van graad of om deel te nemen aan een loopbaanexamen, alsook de bepalingen betreffende de rangschikking van de kandidaten, gehandhaafd na deze datum.

Art. 2.Artikel 60 van het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het Statuut van het rijkspersoneel, wordt vervangen als volgt : «

Art. 60.In afwijking van de artikelen 11 tot 14, worden de ambtenaren van de Administratie der directie belastingen en van de Administratie van de BTW, registratie en domeinen, sector BTW, tot 31 december 2001 gerangschikt volgens de bepalingen van de bijlage VI ».

Art. 3.Het opschrift van de bijlage VI van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 1 maart 1998, wordt vervangen als volgt : « Bijlage VI - Personeelsleden van de Administratie der directe belastingen en de Administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen, sector BTW ».

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000, met uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 14 juli 1999.

Art. 5.Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Pensioenen en Onze Ministre van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 maart 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^