Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 mei 2004
gepubliceerd op 29 juni 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 maart 2003 betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen na ontslag aan het bediendenpersoneel

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004201370
pub.
29/06/2004
prom.
12/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/12/2004201370/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 MEI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 maart 2003 betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen na ontslag aan het bediendenpersoneel (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 maart 2003 betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen na ontslag aan het bediendenpersoneel.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 mei 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2003 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 maart 2003 betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen na ontslag aan het bediendenpersoneel (Overeenkomst geregistreerd op 18 februari 2004 onder het nummer 69893/CO/318.01)

Art. 3.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers van de diensten die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en door de Franse en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 2. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werknemers" verstaan : het mannelijk en vrouwelijk bediendenpersoneel, behalve de gezins- en bejaardenhulpen.

Art. 4.De tekst van artikel 3, a) van de bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst van 17 maart 2003 wordt vervangen door : "het brugpensioen aan de werknemers vanaf 58 jaar toe te kennen, die daartoe ontslagen worden en aan de werknemers tussen 52 en 58 jaar die ontslagen worden door een onderneming erkend als zijnde in moeilijkheden, overeenkomstig artikel 9, § 1 van het koninklijk besluit van 7 december 1992. ».

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 september 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^