Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 september 2007
gepubliceerd op 30 oktober 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 april 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, de bevordering van de werkgelegenheid, de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en de inspanning ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007012483
pub.
30/10/2007
prom.
12/09/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 SEPTEMBER 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 april 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, de bevordering van de werkgelegenheid, de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en de inspanning ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 april 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, de bevordering van de werkgelegenheid, de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en de inspanning ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 september 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, _______ Nota's (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 april 2007 Loon- en arbeidsvoorwaarden, de bevordering van de werkgelegenheid, de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en de inspanning ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 16 mei 2007 onder het nummer 82836/CO/125.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die onder het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden ressorteren, alsook op de werklieden die zij tewerkstellen.

Met "werklieden" bedoeld men : de arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en van zijn uitvoeringsbesluiten. HOOFDSTUK III. - Voorafgaande bepaling

Art. 3.De partijen gaan akkoord om naar een harmonisering te streven inzake de arbeids- en loonsvoorwaarden tussen de verschillende subsectoren die ressorteren onder het Paritair Comité voor de houtnijverheid, meer bepaald tussen de sector van de zagerijen en de sector van de houthandel. HOOFDSTUK IV. - Koopkracht

Art. 4.De baremalonen en de effectief uitbetaalde lonen worden verhoogd met 0,06 EUR/uur op 1 juli 2007 en met 0,06 EUR/uur op 1 juli 2008, in het stelsel van de 38 urenweek.

Het bestaande indexsysteem blijft van toepassing.

Op 1 juli 2007 wordt de ARAB-vergoeding, toegekend aan arbeiders wegvervoerders, van 0,50 EUR naar 0,52 EUR/uur gebracht. HOOFDSTUK V. - Sociale voordelen

Art. 5.De sociale voordelen binnen de sector, bestaan uit het "sociaal voordeel", de syndicale premie, de vergoeding permanente vorming en de vergoeding voor bestaanszekerheid. a. Sociaal voordeel a.1. Gewoon stelsel Het sociaal voordeel blijft 5,5 pct. op de brutolonen aan 108 pct., onder de voorwaarden zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 1993 betreffende de toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de zagerijen en aanverwante nijverheden", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 januari 1995. a.2. Nieuwkomers en ontslagen werklieden in de sector Voor de nieuwkomers in de sector, die nog steeds in dienst zijn op 30 november van het jaar van indiensttreding, blijft het sociaal voordeel, dat hen per gepresteerde maand tussen 1 januari en 30 juni wordt toegekend, behouden op 60 EUR. Indien het arbeidscontract voor de zestiende van de maand aanvangt, wordt de maand als gepresteerd beschouwd. Indien het arbeidscontract na de vijftiende van de maand aanvangt, wordt de maand als niet gepresteerd beschouwd.

Werklieden aangesloten bij een vakbondsorganisatie, genieten bovendien van een syndicale premie van 10,67 EUR per maand.

Het sociaal voordeel toegekend aan de werklieden die werden ontslagen tussen 1 januari en 30 juni, blijft behouden op 60 EUR per maand.

Dit voordeel wordt niet toegekend in geval van ontslag om dringende redenen of bij vrijwillig vertrek.

Werklieden aangesloten bij een vakbondsorganisatie, genieten bovendien van een syndicale premie van 10,67 EUR per maand. b. Syndicale premie De syndicale premie blijft 128 EUR.Dit geldt eveneens voor de bruggepensioneerden en diegenen die het aanvullend pensioen genieten.

Hun syndicale premie blijft 10,67 EUR per maand. c. Permanente vorming Om de werklieden aan te moedigen zich voortdurend bij te scholen, wordt hen per effectief gewerkte dag en per gelijkgestelde dag (ziekte, arbeidsongeval of tijdelijke werkloosheid) een vergoeding toegekend. De vergoeding voor de effectief gewerkte dagen blijft 0,65 EUR/gepresteerde dag.

Het dagelijks bedrag voor gelijkgestelde dagen (ziekte, arbeidsongeval of tijdelijke werkloosheid) blijft behouden op 0,50 EUR. De vergoeding wordt samen met het sociaal voordeel uitgekeerd. d. Bestaanszekerheid De dagelijkse aanvullende vergoeding die vanuit het "Fonds voor bestaanszekerheid van de zagerijen en aanverwante nijverheden", hierna genaamd "het fonds", volgens de bestaande regeling wordt toegekend ingeval van ziekte en/of arbeidsongeval, wordt op 1 januari 2007 verhoogd van 4,20 EUR naar 4,30 EUR en vanaf 1 januari 2008 naar 4,40 EUR. De dagelijkse aanvullende vergoeding bij economische werkloosheid wordt vanaf 1 januari 2007 verhoogd van 4,20 EUR naar 4,30 EUR en op 1 januari 2008 naar 4,40 EUR. De bijdrage aan het fonds wordt verhoogd van 7,525 pct. naar 7,975 pct. van de brutolonen aan 108 pct. waarvan 0,25 pct. bestemd is om de financiële situatie van het fonds in evenwicht te brengen.

De toelage van het "Fonds voor het studie- en onderzoeksfonds van de zagerijen en aanverwante nijverheden" (SOFZAN) wordt verhoogd met 0,20 pct. en bedraagt bijgevolg 1,20 pct. van de brutolonen aan 108 pct. De toelage van het fonds voor de "Nationale Federatie van de Zagerijen" blijft behouden op 0,60 pct. van de brutolonen aan 108 pct. HOOFDSTUK VI. - Beroepsopleiding

Art. 6.Om de beroepsopleidingen te stimuleren wordt aan nieuw aangeworven werklieden, die een opleiding van het lange type gevolgd hebben die door de sector erkend is, een premie toegekend van 250 EUR. Na zes maanden tewerkstelling in hetzelfde bedrijf zal een premie van hetzelfde bedrag toegekend worden aan de werklieden. HOOFDSTUK VII. - Verplaatsingskosten

Art. 7.Vanaf 1 juli 2007 wordt de tussenkomst van de werkgever in de vervoerkosten voor de afstand heen en terug tussen de woonplaats en de werkplaats, verhoogd van 60 pct. naar 65 pct. van de wekelijkse treinkaart, ongeacht het vervoermiddel, openbaar of privé, en dit vanaf de eerste kilometer.

De fietsvergoeding van 0,15 EUR per kilometer reële afstand (heen en terug) tussen de woon- en werkplaats, blijft behouden. HOOFDSTUK VIII. - Inspanning ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen

Art. 8.Wat dit hoofdstuk betreft is deze collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in toepassing van afdeling 1 van hoofdstuk VIII, titel XIII van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I).

Art. 9.De patronale bijdrage van 0,10 pct. wordt door het fonds geïnd krachtens zijn statuten.

Art. 10.Voor de toepassing van dit hoofdstuk, worden onder "personen behorende tot de risicogroepen" bedoeld, de personen die aan een van de volgende criteria beantwoorden : - de laaggeschoolde of onvoldoende geschoolde jongeren; - de werkzoekenden; - de werklieden van de sector, die door ondernemingen tewerkgesteld zijn die van de tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen gebruik maken; - de laaggeschoolde of onvoldoende geschoolde werklieden van de sector; - de werklieden van de sector die minstens 50 jaar oud zijn; - de werklieden met een handicap; - de werklieden van de sector wiens beroepsclassificatie aan de technische vooruitgang niet meer is aangepast of het risico lopen het niet meer te zijn.

Art. 11.Bij het aanbod van vormingsplaatsen zal erover gewaakt worden dat de vrouwelijke kandidaten dezelfde kansen tot deelname krijgen als de mannelijke kandidaten. HOOFDSTUK IX. - Tewerkstelling

Art. 12.In uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst verklaren de ondertekenende partijen dat de werklieden ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies voor zorgkrediet, opleidingskrediet, landingsbanen, ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering, tijdkrediet 1/5de, toegekend door de Gewesten of de Gemeenschappen, en van eventueel bijkomende maatregelen. HOOFDSTUK X. - Anciënniteitspremie

Art. 13.Aan de werklieden die 20 jaar of meer anciënniteit binnen de houtsector bewijzen, wordt een niet-recurrente premie toegekend van 125 EUR netto, ten laste van het fonds.

Deze premie wordt samen met het sociaal voordeel uitgekeerd. HOOFDSTUK XI. - Tijdskrediet

Art. 14.De partijen gaan akkoord om de modaliteiten inzake 1/5de loopbaanvermindering voor ploegenarbeid te laten vastleggen op ondernemingsvlak.

De werklieden kunnen gebruik maken van alle federale en regionale premies inzake tijdskrediet. HOOFDSTUK XII. - Varia

Art. 15.De bestaande akkoorden worden verlengd. Wat betreft het tijdskrediet zullen de richtlijnen van het Interprofessioneel Akkoord 2007-2008 gevolgd worden.

De partijen verbinden zich ertoe de bepalingen te schrappen die een discriminatie op basis van leeftijd vormen. HOOFDSTUK XIII. - Geldigheidsduur en slotbepalingen

Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007 en treedt buiten werking op 1 januari 2009.

Alle geschillen inzake de uitvoering van deze overeenkomst dienen voorgelegd te worden aan het verzoeningsbureau.

De ondertekende partijen verbinden er zich toe om gedurende de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst geen nieuwe eisen te stellen inzake de inhoud van deze collectieve arbeidsovereenkomst en de sociale vrede te bewaren.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 september 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^