Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 april 2019
gepubliceerd op 17 mei 2019

Koninklijk besluit betreffende de gestandaar- diseerde verpakking van sigaretten, roltabak en waterpijptabak

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2019012059
pub.
17/05/2019
prom.
13/04/2019
ELI
eli/besluit/2019/04/13/2019012059/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 APRIL 2019. - Koninklijk besluit betreffende de gestandaar- diseerde verpakking van sigaretten, roltabak en waterpijptabak


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Dit ontwerp van koninklijk besluit heeft tot doel het invoeren van het gestandaardiseerd pakje in België.

De Kaderovereenkomst van de WHO voor de bestrijding van tabaksgebruik (FCTC) werd door België geratificeerd in november 2005 en werd er van kracht op 31 januari 2006. Artikel 11 van die Kaderovereenkomst stelt strikte regels vast inzake etikettering van tabaksverpakkingen. De richtlijnen gewijd aan dat artikel bevelen specifiek de invoering van de gestandaardiseerde verpakking aan: "De Partijen zouden moeten overwegen om maatregelen te nemen met het oog op het beperken of verbieden van het gebruik van logo's, kleuren, merkafbeeldingen of promotieteksten op de verpakkingen, behalve de naam van het merk en van het product, afgedrukt in normale lettertypes en in een standaardkleur (neutrale verpakking). Dit zou de gezondheidswaarschuwingen en boodschappen meer reliëf en efficiëntie geven, vermijden dat de verpakkingsvorm de aandacht van de consumenten afleidt en de designtechnieken ontkrachten die worden gebruikt door de tabaksindustrie om te trachten te doen geloven dat sommige producten minder schadelijk zijn dan andere.".

Richtlijn 2014/40/EU van 3 april 2014 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten, en tot intrekking van richtlijn 2001/37/EG verplicht de gestandaardiseerde verpakking niet, maar laat de lidstaten die dat wensen toe om ze te verplichten op hun grondgebied (artikel 24.2).

De invoering van de neutrale verpakking beoogt: - de aantrekkelijkheid van de verpakking en van het imago van het merk te verminderen; - de doeltreffendheid te verbeteren van de tekstuele of visuele gezondheids-waarschuwingen die worden aangebracht op de verpakkingen van tabaksproducten; - de desinformatie van de consument aangaande de gevaren van tabak te verminderen.

Die maatregel is reeds in werking in Australië, in het Verenigd Koninkrijk, in Noorwegen en in Frankrijk, waar de doeltreffendheid ervan reeds werd bewezen.

Wat Australië betreft, hebben de verschillende studies die na de invoering zijn uitgevoerd, positieve effecten aangetoond op het vlak van de vermindering van de aantrekkelijkheid van de verpakking, de vermindering van de aanwezigheid van de verpakkingen in de openbare ruimte, de toename van de wil van rokers om te stoppen, en de vermindering van de prevalentie. Parallel daarmee kon op economisch vlak geen negatieve impact worden aangetoond, meer bepaald betreffende de tijd die de verkoper besteedt aan de dienstverlening naar de klant.

Tot slot werd geen toename van de illegale handel vastgesteld.

Wat Frankrijk betreft, zijn de verschillende gegevens die voorgesteld zijn in het laatste jaarverslag van het Frans Observatorium voor Drugs en Drugsverslaving globaal genomen allemaal positief en tonen ze een daling van de tabaksverkoop die niet gecompenseerd wordt door een stijging van de grensoverschrijdende handel, een toegenomen belangstelling ten aanzien van de diensten voor rookstophulp alsook een verminderd gebruik bij jongeren, dat bevestigd wordt door het ARAMIS-onderzoek dat parallel daarmee het sterk aangetaste imago van tabak bij dat publiek aantoont (meer info: www.ofdt.fr) .

Wat het Verenigd Koninkrijk betreft, bestaat er een maandelijks onderzoek (smoking toolkit study) om de evolutie van de tabaksprevalentie en van criteria in verband met rookstophulp op te volgen. Daaruit blijkt met name dat sinds de invoering van de gestandaardiseerde verpakking de prevalentie sneller afgenomen is. Ook de rookstoppogingen en de effectieve rookstops die in deze studie gemeten zijn, kenden een positieve evolutie.

Hongarije, Ierland en Slovenië hebben de maatregel ook goedgekeurd.

Teneinde te bepalen of de toepassing van de gestandaardiseerde verpakking een proportionele maatregel is, heeft België in het kader van de "Federale Strategie voor een efficiënt tabaksgebruik" de richtlijnen voor de toepassing van artikel 11 van het FCTC toegepast, die bepalen dat "De Partijen rekening zouden moeten houden met de beschikbare gegevens en ervaringen van andere Partijen om nieuwe maatregelen te definiëren inzake verpakking en etikettering, en zouden moeten streven naar de toepassing van zo efficiënt mogelijke maatregelen.".

Uit de beschikbare gegevens en ervaring van de andere Partijen blijkt dat er sluitende bewijzen zijn die pleiten voor de invoering van de gestandaardiseerde verpakking. De conclusies met betrekking tot de efficiëntie en de proportionaliteit van de maatregel kunnen worden veralgemeend. Dat betekent dat ze relevant zijn voor België. Temeer de verpakking van producten op basis van tabak in België en in andere landen (onder meer in Europa) gelijkaardig zijn, wat inhoudt dat de consumenten er op dezelfde manier op reageren. De specifieke Belgische studies bevestigen deze hypothese.(1)(2)(3) Tot slot erkent de Hoge Gezondheidsraad de efficiëntie van deze maatregel en beveelt hij haar toepassing aan in zijn advies 9265, gepubliceerd in oktober 2015: "het invoeren van neutrale pakjes, heeft ondertussen zijn efficiëntie bewezen door onderzoek en praktijkervaring in Australië". "Daarnaast beveelt de HGR maatregelen aan die in andere landen al hebben plaatsgevonden, ..., zoals een totaalverbod op tabaksreclame of de invoering van neutrale verpakkingen voor sigaretten." De verschillende beroepen(4) die door de tabaksindustrie ingediend zijn tegen de wetgeving die de neutrale verpakking invoert in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Australië zijn voor het ogenblik allemaal afgewezen door de nationale instanties. De voornaamste beweringen van de industrie betroffen het niet-respecteren van het eigendomsrecht, het niet respecteren van het merkenrecht en het niet-proportioneel zijn van de wetgevingen die het neutraal pakje invoeren.

Ook het beroep(5) dat de tabaksproducenten voor het HJEU indienden tegen de Europese richtlijn 2014/40, werd afgewezen. Voor dit beroep beweerde de industrie dat de Commissie niet het recht had om een verwijzing naar het neutraal pakje op te nemen in richtlijn 2014/40/EU. Het HvJ-EU stelt in haar arrest : "artikel 24, lid 2, van richtlijn 2014/40 moet aldus worden uitgelegd dat de lidstaten verdere voorschriften mogen handhaven of invoeren met betrekking tot de aspecten van de verpakking van tabaksproducten die niet bij deze richtlijn zijn geharmoniseerd". En : "bij het onderzoek van deze vraag zijn geen gegevens aan het licht gekomen die afbreuk kunnen doen aan de geldigheid van deze bepaling" Op het niveau van de WTO(6) heeft een panel het beroep van Cuba, de Dominicaanse Republiek en Honduras verworpen tegen de invoering van het neutraal pakje in Australië. Volgens het panel zijn de klagers er niet in geslaagd aan te tonen dat de Australische maatregelen strijdig waren met het internationaal recht en dat ze een obstakel vormden voor de internationale handel. De experten van de WTO hebben eveneens het verwijt dat de neutrale pakjes niet toelaten om het tabaksgebruik te verminderen, verworpen.

Ze hebben daarentegen onderstreept dat die merkloze pakjes, vergezeld van andere maatregelen zoals de waarschuwingen rond de gevaren van tabak, konden bijdragen tot een daling van het tabaksgebruik en bijgevolg toelieten om de doelstellingen van de volksgezondheid te bereiken.

Dit ontwerp van koninklijk besluit voorziet dus in de invoering van de neutrale verpakking voor sigaretten, roltabak en waterpijptabak.

Bovendien geldt de invoering van de neutrale verpakking ook voor verpakkingen van sigarettenhulzen, papier voor roltabak en voor de filters wanneer de handelsbenamingen ervan hun naamsbekendheid hoofdzakelijk halen uit een product op basis van tabak, om te vermijden dat de tabaksproducenten reclame maken dankzij die verpakkingen van hulzen, papier voor roltabak en filters. Meer bepaald uit artikel 7 van het koninklijk besluit blijkt dat er geen tekst mag staan op sigarettenpapier, sigarettenhulzen en voor roltabak.

Tot slot nog een woord over de overgangsperiode.

Artikel 13 van het koninklijk besluit bepaalt de datum van inwerkingtreding, gefixeerd op 1 januari 2020. Evenwel, teneinde de kleinhandelaars toe te laten de voorraad die reeds aanwezig was voor deze datum van 1 januari 2020, te slijten, voorziet artikel 13 een bijkomende overgangsperiode van 1 jaar voor de kleinhandel. In de praktijk betekent dit dat alle pakjes die niet beantwoorden aan de eisen van dit koninklijk besluit verdwenen moeten zijn in de logistieke keten vanaf 1 januari 2020, met uitzondering van de pakjes die zich nog in de stock bevonden bij de kleinhandelaar. Die laatste mag ze nog verkopen tot 31 december 2020.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Volksgezondheid, M. DE BLOCK De Minister van Economie, K. PEETERS De Minister van Middenstand, D. DUCARME _______ Nota's (1) Van Hal, G., "Flemish adolescents' perceptions of cigarette plain packaging: a qualitative study with focus group discussions", BMJ Open, Antwerp, 2012. (2) Coalition Nationale contre le Cancer, « Que pensent les jeunes Belges à propos du nouveau paquet de cigarettes neutre australien ? », Bruxelles, 2012.(3) Fondation contre le Cancer, « Position des jeunes vis-à-vis de la cigarettes et des publicités pour le tabac.», Bruxelles, 2015. (4) Société jt international SA, société d'exploitation industrielle des tabacs et des allumettes, société Philip Morris France SA et autres.Conseil d'Etat, Dec. 23, 2016; JT Int'l SA v Commonwealth (Tobacco Plain Packaging Case) [2012] HCA 43 ; British American tobacco UK ltd & others v the secretary of state for health EWCA Civ 1182, November 30 2016. (5) Philip Morris Brands SARL e.a. contre Secretary of State for Health; 4 mai 2016, Affaire C-547/14. (6) https://www.wto.org/french/tratop_f/dispu_f/cases_f/ds458_f.htm

13 APRIL 2019. - Koninklijk besluit betreffende de gestandaardiseerde verpakking van sigaretten, roltabak en waterpijptabak FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, artikel 6, § 1, a), gewijzigd bij de wet van 22 maart 1989;

Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, op 7 september 2018, met de toepassing van artikel 5, lid 1, van richtlijn 2015/1535/UE van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels bettreffende de diensten van de informatiemaatschappij;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 20 september 2018;

Gelet op advies 65.367/3 van de Raad van State, gegeven op 11 maart 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Economie, de Minister van Volksgezondheid en de Minister van Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en definities Afdeling 1. - Toepassingsbied

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2014/40/EU van 3 april 2014 van het Europees Parlement en van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten, en tot intrekking van Richtlijn 2001/37/EG.

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op sigaretten, roltabak, waterpijptabak, sigarettenhulzen, sigarettenpapier en papier voor roltabak en definieert de kleur en elementen die op de verpakkingen van deze producten voorkomen. Afdeling 2. - Definities

Art. 3.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° tabak: de bladeren en andere natuurlijke, getransformeerde of niet-verwerkte delen van de tabaksplant, met inbegrip van geëxpandeerde en gereconstitueerde tabak;2° product op basis van tabak: product dat geconsumeerd kan worden en dat, al is het slechts ten dele, bestaat uit tabak, ook indien genetisch gemodificeerd;3° roltabak: tabak die door consumenten of kleinhandelaars kan worden gebruikt voor het maken van sigaretten;4° sigaret: een tabaksrolletje dat geconsumeerd kan worden via een proces van verbranding en dat nader is omschreven in artikel 4 van de wet van 3 april 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/04/1997 pub. 25/06/1997 numac 1997009353 bron ministerie van justitie Wet betreffende de wedden van titularissen van sommige openbare ambten type wet prom. 03/04/1997 pub. 11/10/2012 numac 2011015137 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Verdrag nr. 168 betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en de bescherming tegen werkloosheid, aangenomen te Genève op 21 juni 1988 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar vijfenzeventigste zitting (2) type wet prom. 03/04/1997 pub. 05/03/1998 numac 1997015211 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de afgifte van meertalige uittreksels uit akten van de burgerlijke stand, en Bijlagen, gedaan te Wenen op 8 september 1976, en het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst inzake internationale uitwisseling van gegevens op het gebied van de burgerlijke stand, ondertekend te Istanbul op 4 september 1958, en Bijlage, gedaan te Patras op 6 september 1989 type wet prom. 03/04/1997 pub. 06/06/1997 numac 1997000208 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Wet tot wijziging van de nieuwe gemeentewet, de wet van 2 december 1957 op de rijkswacht en de wet van 27 december 1973 betreffende het statuut van het personeel van het operationeel korps van de rijkswacht type wet prom. 03/04/1997 pub. 13/12/1997 numac 1997015121 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Verdrag nr. 171 betreffende nachtarbeid, aangenomen te Genève op 26 juni 1990 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar zevenenzeventigste zitting type wet prom. 03/04/1997 pub. 07/02/2014 numac 2014000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende instemming met het Verdrag nr. 168 betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en de bescherming tegen werkloosheid, aangenomen te Genève op 21 juni 1988 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar vijfenzeventigste zitting. - Duitse vertaling sluiten betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak;5° waterpijptabak: tabaksproduct dat geconsumeerd kan worden voor consumptie door middel van een waterpijp.Voor de toepassing van dit besluit wordt waterpijptabak aangemerkt als een voor roken bestemd tabaksproduct. Indien een product door middel van waterpijpen én als roltabak kan worden gebruikt, wordt het beschouwd als roltabak; 6° buitenverpakking: de verpakking waarin producten op basis van tabak in de handel worden gebracht en die een verpakkingseenheid of een aantal verpakkingseenheden bevat;transparante buitenverpakkingen worden niet als buitenverpakking beschouwd; 7° verpakkingseenheid: de kleinste individuele verpakking van een product op basis van tabak dat in de handel wordt gebracht ;8° handelsbenaming: de combinatie van maximum drie woorden die toelaten producten op basis van tabak te onderscheiden;9° transparante buitenverpakking: de verpakking in cellofaan zonder enige kleurnuance en/of zonder enig motief of ander element, hierna "oververpakking" genoemd ;10° kleinhandelaar: verkooppunt waar tabaksproducten in de handel worden gebracht, ook als dat door een natuurlijk persoon gebeurt;11° Minister: de Minister van Volksgezondheid. HOOFDSTUK 2. - Uitzicht en inhoud van de verpakkingseenheden en buitenverpakkingen van sigaretten, roltabak en waterpijptabak Afdeling 1. - Relatie met koninklijk besluit van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/02/2016 pub. 03/03/2016 numac 2016024043 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende het fabriceren en het in de handel brengen van tabaksproducten sluiten

Art. 4.De verpakkingseenheden en de buitenverpakkingen respecteren de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/02/2016 pub. 03/03/2016 numac 2016024043 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende het fabriceren en het in de handel brengen van tabaksproducten sluiten betreffende het fabriceren en het in de handel brengen van tabaksproducten. Afdeling 2. - Algemene bepalingen

Art. 5.§ 1. De verpakkingseenheden en de buitenverpakkingen, hebben één kleurnuance. Voor de binnenkant van de verpakkingseenheden kan de fabrikant kiezen tussen twee kleurnuances. § 2. De Minister stelt de kleurnuances vast.

Art. 6.§ 1. Naast het product op basis van tabak, mag een verpakkingseenheid enkel een bekleding die deel uitmaakt van de verpakking, bevatten. § 2. De Minister stelt de kleur en de karakteristieken van de bekleding vast.

Art. 7.§ 1. Alle technieken zijn verboden die erop gericht zijn om de neutraliteit en de uniformiteit van de verpakkingseenheden, de buitenverpakking of de oververpakkingen aan te tasten, onder meer de technieken die erop gericht zijn om specifieke visuele, olfactorische en auditieve kenmerken hieraan toe te kennen.

De Minister kan een lijst met de voornaamste verboden technieken vaststellen. § 2. Binnenin de verpakkingseenheden, de buitenverpakkingen en de oververpakkingen is elke bijlage of elk ander element verboden.

Art. 8.§ 1. Het papier van sigaretten, van hulzen en voor roltabak bestaat uit één kleurnuance. De fabrikant kan voor het filteromhulsel tussen twee kleurnuances kiezen. § 2. De Minister stelt de kleurnuances vast die in paragraaf 1 bedoeld worden.

Art. 9.§ 1. De binnen- en buitenoppervlakken van de verpakkingseenheden, van de buitenverpakkingen en van de oververpakking zijn effen en, in het geval van balkvormige verpakkingseenheden of buitenverpakkingen, effen en vlak. § 2. De Minister kan bijkomende karakteristieken vastleggen voor de oppervlakken bedoeld in paragraaf 1. Afdeling 3. - Verpakkingseenheden van roltabak

Art. 10.§ 1. Wanneer de verpakkingseenheid van roltabak voorzien is van een lip waardoor deze opnieuw kan worden gesloten, is de lip: 1° zonder markering;2° transparant en kleurloos. § 2. In afwijking van paragraaf 1 zijn de kenmerken toegestaan die strikt noodzakelijk zijn voor de vaststelling van de cilinder of voor het proces inzake de opening of de sluiting van de verpakkingseenheid of de buitenverpakking. § 3. Een verpakkingseenheid van roltabak met een cilindervorm of balkvorm kan een zilverkleurig aluminiumdeksel hebben zonder toon- of nuancevariatie en zonder textuur. Dit deksel maakt deel uit van de binnenverpakking. § 4. De Minister kan de kenmerken bedoeld in paragraaf 2 bepalen. § 5. De Minister kan bijkomende karakteristieken vastleggen voor het aluminiumdeksel bedoeld in paragraaf 3. HOOFDSTUK 3. - Vermeldingen op de verpakkingen

Art. 11.§ 1. Enkel de volgende vermeldingen zijn leesbaar en uniform op een verpakkingseenheid of een buitenverpakking aangebracht: 1° de handelsbenaming;2° de naam, het postadres, het e-mailadres en het telefoonnummer van de fabrikant;3° het aantal inbegrepen sigaretten of de aanduiding van het gewicht in gram aan roltabak of waterpijptabak;4° de fiscaal kenteken;5° de gezondheidswaarschuwingen voorzien door het koninklijk besluit van 5 februari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/02/2016 pub. 03/03/2016 numac 2016024043 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende het fabriceren en het in de handel brengen van tabaksproducten sluiten betreffende het fabriceren en het in de handel brengen van tabaksproducten;6° de andere wettelijk verplichte elementen. § 2. De verpakkingseenheden en de buitenverpakkingen kunnen een streepjescode bevatten. § 3. De handelsbenaming mag niet op de binnenkant van de verpakkingseenheid, noch op de binnenkant van de buitenverpakking worden aangebracht. § 4. De Minister stelt de plaats en de modaliteiten voor het afdrukken van de vermeldingen die bedoeld zijn in de paragrafen 1 en 2, op de verpakkingseenheden of buitenverpakkingen, alsook hun kenmerken vast. HOOFDSTUK 4. - Verpakkingseenheden van sigarettenhulzen, van papier voor roltabak en van filters

Art. 12.De artikelen 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11, § 1, 1° en 2°, en §§ 2 tot 4 zijn van toepassing op verpakkingseenheden van sigarettenhulzen, op verpakkingseenheden van papier voor roltabak en op verpakkingseenheden van filters wanneer de handelsbenamingen ervan hun naamsbekendheid hoofdzakelijk halen uit een product op basis van tabak. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen Afdeling 1. - Strafbepalingen

Art. 13.§ 1. Het is verboden producten in de handel te brengen die niet voldoen aan de bepalingen van dit besluit. Deze producten zijn als schadelijk te beschouwen in de zin van artikel 18 van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten. § 2. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de voornoemde wet van 24 januari 1977. Afdeling 2. - Inwerkingtreding

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020, uitgezonderd voor de kleinhandelaar voor wie dit besluit in werking treedt op 1 januari 2021. Afdeling 3. - Uitvoering

Art. 15.De Minister bevoegd voor Economie, de Minister bevoegd voor Volksgezondheid en de Minister bevoegd voor Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 april 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. DE BLOCK De Minister van Economie, K. PEETERS De Minister van Middenstand, D. DUCARME

^