Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 augustus 2011
gepubliceerd op 07 september 2011

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 2008 betreffende het op de markt brengen van machines met betrekking tot machines voor de toepassing van pesticiden

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2011011314
pub.
07/09/2011
prom.
13/08/2011
ELI
eli/besluit/2011/08/13/2011011314/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 AUGUSTUS 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/08/2008 pub. 01/10/2008 numac 2008011357 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen van machines sluiten betreffende het op de markt brengen van machines met betrekking tot machines voor de toepassing van pesticiden


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten, artikel 4, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 18 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/08/2008 pub. 01/10/2008 numac 2008011357 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen van machines sluiten betreffende het op de markt brengen van machines;

Gelet op advies 49.637/1 van de Raad van State, gegeven op 19 mei 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Klimaat en Energie en van de Minister van Werk en Gelijke Kansen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit strekt tot omzetting van Richtlijn 2009/127/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Richtlijn 2006/42/EG met betrekking tot machines voor de toepassing van pesticiden.

Art. 2.Artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 12 augustus 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/08/2008 pub. 01/10/2008 numac 2008011357 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen van machines sluiten betreffende het op de markt brengen van machines wordt aangevuld met de bepaling onder 15°, luidende : « 15° « essentiële gezondheids- en veiligheidseisen » : bindende bepalingen betreffende het ontwerp en de bouw van de producten die onder dit besluit vallen, om te zorgen voor een hoog beschermingsniveau van de gezondheid en de veiligheid van personen en, in voorkomend geval, huisdieren en goederen en, indien van toepassing, van het milieu.

De essentiële gezondheids- en veiligheidseisen worden vermeld in bijlage I. Essentiële gezondheids- en veiligheidseisen voor de bescherming van het milieu zijn enkel van toepassing op de machines als bedoeld in afdeling 2.4 « Machines voor de toepassing van pesticiden » van die bijlage. »

Art. 3.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen als volgt : «

Art. 6.§ 1. Machines kunnen uitsluitend in de handel gebracht en/of in bedrijf gesteld worden indien zij voldoen aan de erop van toepassing zijnde bepalingen van dit besluit en geen gevaar opleveren voor de veiligheid en de gezondheid van personen en, in voorkomend geval, huisdieren en goederen en, indien van toepassing, het milieu, wanneer zij op passende wijze worden geïnstalleerd en onderhouden en overeenkomstig hun bestemming of in redelijkerwijze voorzienbare omstandigheden worden gebruikt. »

Art. 4.Punt 4 van de algemene beginselen van de bijlage I « Essentiële veiligheids- en gezondheidseisen betreffende het ontwerp en de bouw van machines » van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « 4. Deze bijlage bestaat uit verschillende delen. Het eerste deel heeft een algemene werkingssfeer en is van toepassing op alle soorten machines. In de andere delen wordt verwezen naar bepaalde soorten meer specifieke gevaren. De gehele bijlage moet evenwel worden bekeken om zeker te zijn dat aan alle toepasselijke essentiële eisen is voldaan.

Bij het ontwerpen van machines worden de eisen van het algemene deel en de eisen van een of meer andere delen in aanmerking genomen, naargelang van de resultaten van de risicobeoordeling, uitgevoerd overeenkomstig punt 1 van deze algemene beginselen. Essentiële gezondheids- en veiligheidseisen voor de bescherming van het milieu zijn enkel van toepassing op de machines als bedoeld in afdeling 2.4 « Machines voor de toepassing van pesticiden ». »

Art. 5.In hoofdstuk 2 « Aanvullende essentiële veiligheids- en gezondheidseisen voor bepaalde categorieën machines » van de bijlage I « Essentiële veiligheids- en gezondheidseisen betreffende het ontwerp en de bouw van machines » van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de zin, die aanvangt met de woorden « Machines voor » en eindigt met de woorden « (zie Algemene beginselen, punt 4) », wordt vervangen als volgt : « Machines voor voedingsnijverheid, machines bestemd voor cosmetische of farmaceutische industrie, met de hand vastgehouden en/of handgeleide machines, draagbare bevestigingswerktuigen en andere slagwerktuigen, alsook machines voor de bewerking van hout en materiaal met vergelijkbare fysische kenmerken en machines voor de toepassing van pesticiden moeten aan alle in dit hoofdstuk opgenomen essentiële veiligheids- en gezondheidseisen voldoen (zie algemene beginselen, punt 4).»; 2° hoofdstuk 2 wordt aangevuld met een afdeling 2.4 « Machines voor de toepassing van pesticiden », luidende : « 2.4. Machines voor de toepassing van pesticiden 2.4.1. Definitie « Machines voor de toepassing van pesticiden » : machines die specifiek bedoeld zijn voor de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen in de zin van artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. 2.4.2. Algemeen De fabrikant van machines voor de toepassing van pesticiden of diens gemachtigde garandeert dat er een beoordeling wordt uitgevoerd van de risico's van onopzettelijke blootstelling van het milieu aan pesticiden, in overeenstemming met de risicobeoordelings- en risicobeperkingsprocedure waarnaar wordt verwezen in punt 1 van de algemene beginselen.

Bij het ontwerp en de bouw van machines voor de toepassing van pesticiden moet rekening worden gehouden met de resultaten van de in het eerste lid bedoelde risicobeoordeling, zodat de machines kunnen worden bediend, afgesteld en onderhouden zonder dat het milieu onopzettelijk wordt blootgesteld aan pesticiden.

Lekken moeten te allen tijde worden voorkomen. 2.4.3. Controles en monitoring Het moet mogelijk zijn de toepassing van pesticiden vanaf de bedieningsplaats op een gemakkelijke en nauwkeurige manier te controleren, te monitoren en onmiddellijk stop te zetten. 2.4.4. Vullen en leegmaken De machines moeten zodanig ontworpen en gebouwd zijn dat het nauwkeurig vullen met de noodzakelijke hoeveelheid pesticiden wordt vergemakkelijkt en gemakkelijk en volledig leegmaken is gewaarborgd, terwijl morsen van pesticide en verontreiniging van de waterbron tijdens deze handelingen worden voorkomen. 2.4.5. Toepassing van pesticiden 2.4.5.1. Dosering De machines moeten uitgerust zijn met een voorziening waarmee de dosering gemakkelijk, precies en betrouwbaar kan worden ingesteld. 2.4.5.2. Verspreiding, afzetting en drift van pesticiden De machines moeten zodanig ontworpen en gebouwd zijn dat de pesticiden worden verspreid over de doelgebieden, zodat verliezen op andere gebieden tot een minimum worden beperkt en drift van pesticiden in het milieu voorkomen wordt. In voorkomend geval moet worden gezorgd voor een gelijkmatige verspreiding en homogene afzetting. 2.4.5.3. Tests Om na te gaan of de relevante onderdelen van de machines beantwoorden aan de in de punten 2.4.5.1 en 2.4.5.2 vermelde vereisten, moet de fabrikant of diens gemachtigde voor elk betrokken type machine passende tests uitvoeren of laten uitvoeren. 2.4.5.4. Verliezen tijdens stilstand De machines moeten zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat verlies van pesticide bij uitgeschakelde spuitfunctie wordt voorkomen. 2.4.6. Onderhoud 2.4.6.1. Schoonmaken De machines moeten zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat zij eenvoudig en grondig kunnen worden schoongemaakt zonder het milieu te verontreinigen. 2.4.6.2. Onderhoudsbeurten De machines moeten zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat de vervanging van versleten onderdelen wordt vergemakkelijkt, zonder het milieu te verontreinigen. 2.4.7. Controles De nodige meetinstrumenten moeten op eenvoudige wijze op de machines kunnen worden bevestigd om de goede werking van de machine te kunnen controleren. 2.4.8. Markering van spuitdoppen, zeven en filters Spuitdoppen, zeven en filters moeten gemarkeerd worden zodat het type en de maat ervan duidelijk kunnen worden vastgesteld. 2.4.9. Aanduiding van gebruikt pesticide In voorkomend geval moeten de machines uitgerust zijn met een specifieke plaats waar de bediener de naam van het pesticide dat op dat moment in de machine zit, kan bevestigen. 2.4.10. Gebruiksaanwijzing De gebruiksaanwijzing moet de volgende informatie verschaffen : a) voorzorgsmaatregelen die bij het mengen, laden, toedienen, leegmaken, schoonmaken en bij onderhouds- en transportwerkzaamheden moeten worden genomen om verontreiniging van het milieu te voorkomen;b) gedetailleerde gebruiksomstandigheden voor de verschillende beoogde gebruiksomgevingen, met inbegrip van de daarmee gepaard gaande voorbereiding en vereiste instelling om ervoor te zorgen dat het pesticide wordt afgezet op doelgebieden, verliezen op andere gebieden tot een minimum worden beperkt en drift van pesticiden in het milieu voorkomen wordt, en, in voorkomend geval, om een gelijkmatige verspreiding, en homogene afzetting van het pesticide te verzekeren;c) de verschillende typen en maten van spuitdoppen, zeven en filters die met de machines kunnen worden gebruikt;d) de frequentie van de controles en de criteria en methode voor de vervanging van onderdelen die aan slijtage onderhevig zijn waardoor de correcte werking van de machine wordt beïnvloed, zoals spuitdoppen, zeven en filters;e) specificatie van de kalibratie, het dagelijks onderhoud, de winterse voorbereidingswerkzaamheden en andere controles die nodig zijn om de correcte werking van de machine te garanderen;f) typen pesticiden die aanleiding kunnen geven tot een verkeerde werking van de machine; g) een vermelding dat de bediener op de in punt 2.4.9 vermelde specifieke plaats de naam van het pesticide dat op dat moment in de machine zit, moet aanbrengen; h) de aansluiting en het gebruik van speciale apparatuur of toebehoren en de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen die moeten worden getroffen;i) een vermelding dat de machine onderworpen kan zijn aan nationale eisen betreffende regelmatige controle door daarmee belaste instanties, in overeenstemming met de nationale bepalingen ter omzetting van Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden;j) de delen van de machine die moeten worden gecontroleerd om de correcte werking ervan te waarborgen;k) instructies voor de aansluiting van de nodige meetinstrumenten.»

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 15 december 2011.

Art. 7.De Minister bevoegd voor de Bescherming van de Veiligheid van de Consumenten en de Minister bevoegd voor de Arbeidsveiligheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 13 augustus 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Klimaat en Energie, P. MAGNETTE De Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^