Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 december 1999
gepubliceerd op 23 december 1999

Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 5 november 1999 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning en van drive-in evenals door de organisators van festival(s), genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten

bron
ministerie van justitie
numac
1999010163
pub.
23/12/1999
prom.
13/12/1999
ELI
eli/besluit/1999/12/13/1999010163/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 5 november 1999 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning en van drive-in(s) evenals door de organisators van festival(s), genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzonderheid artikel 42;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen bindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen beslissing van 5 november 1999, genomen door de commissie zoals bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning en van de drive-in(s) evenals door de organisators van festival(s).

Art. 2.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 december 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

Bijlage Overeenkomst inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning en van drive-in(s) evenals door de organisators van festival(s) Afdeling 1. - Toepassingsgebied

Artikel 1.In uitvoering van de artikelen 41 en 42 van de wet van 30 juni 1994 die aan de producenten van fonogrammen en aan de uitvoerende kunstenaars recht geeft op een billijke vergoeding voor de directe of indirecte openbare mededeling van fonogrammen, bepaalt onderhavige overeenkomst het bedrag van de vergoeding dat de uitbaters van een lokaal/lokalen voor audiovisuele vertoning en van drive-in(s), evenals de organisatoren van festival(s), zoals bepaald in artikel 3, verschuldigd zijn.

Art. 2.Het bedrag van de billijke vergoeding is jaarlijks verschuldigd door de uitbater van een lokaal/lokalen voor audiovisuele vertoning of van drive-in(s) of door de organisator van festival(s).

Ze is ondeelbaar en in haar geheel verschuldigd.

Zij moet vooraf betaald worden op de vervaldagen bepaald door de beheersmaatschappijen of hun mandatarissen. Afdeling 2. - Bepalingen

Art. 3.In de zin van deze overeenkomst wordt verstaan onder : § 1. lokaal voor audiovisuele vertoning : elke voor het publiek toegankelijke plaats of lokaal, ongeacht de voorwaarden die gesteld worden aan de toegang waar hoofdzakelijk en permanent audiovisuele werken vertoond worden. § 2. drive-in : elke voor het publiek toegankelijke plaats ongeacht de voorwaarden die gesteld worden aan de toegang en zodanig ingericht dat de gemotoriseerde gebruikers vanuit hun wagen de voorstelling van een of meerdere audiovisuele producties in open lucht kunnen bijwonen. § 3. festival : elk tijdelijk evenement dat in een voor het publiek toegankelijke plaats georganiseerd wordt dat niet hoofdzakelijk en permanent betrekking heeft op de voorstelling van audiovisuele werken ongeacht de voorwaarden die gesteld worden aan de toegang en ter gelegenheid waarvan een of meerdere audiovisuele vertoningen plaatsvinden. § 4. uitbater : elke natuurlijke of rechtspersoon die in welke hoedanigheid ook een of meerdere lokalen voor audiovisuele vertoning of een of meerdere drive-ins uitbaat of voor wiens rekening een of meerdere bioscoopzalen of een of meerdere drive-ins uitgebaat worden. § 5. festivalorganisator : elke natuurlijke of rechtspersoon die in welke hoedanigheid ook een festival organiseert of voor wiens rekening het festival wordt georganiseerd. § 6. beheersmaatschappij : de collectieve beheersmaatschappijen, vertegenwoordigers van de uitvoerende kunstenaars en van de producenten van fonogrammen of hun mandatarissen belast met de inning van de billijke vergoeding. § 7. billijke vergoeding : de jaarlijkse vergoeding verschuldigd voor elke rechtstreekse of onrechtstreekse mededeling van fonogrammen.

Onder « jaarlijks » moet worden verstaan de periode die loopt van 1 januari tot 31 december van ieder kalenderjaar. Afdeling 3. - Billijke vergoeding

Art. 4.§ 1. Het bedrag van de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van een lokaal/lokalen voor audiovisuele vertoning is vastgesteld op 29 BEF per jaar en per zitplaats. § 2. Het bedrag van de billijke vergoeding verschuldigd door de organisatoren van een festival(s) is vastgesteld op 6 BEF per zitplaats en per festival, ongeacht de duur van het festival, met uitzondering van de festivals die georganiseerd worden in de lokalen die hoofdzakelijk voor de voorstelling van audiovisuele werken gebruikt worden en voor dewelke een vergoeding verschuldigd is conform voorgaande alinea. § 3. Het bedrag van de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van drive-in(s) is vastgesteld op 20 BEF per jaar en per autostandplaats, voor een uitbating ouder dan zes maanden. Ingeval de uitbating jonger is dan zes maanden. In geval de uitbating jonger is dan zes maanden, is het bedrag van de billijke vergoeding vastgesteld op 10 BEF per jaar en per autostandplaats.

Art. 5.De bedragen vermeld in deze overeenkomst worden jaarlijks geïndexeerd op 1 januari van elk jaar op basis van de evolutie van de gezondheidsindex van het verlopen jaar volgens volgende formule : Basisbedrag x nieuwe index/Basisindex De basisindex is deze die van kracht is in december 1998.

De nieuwe index is deze die vervolgens op 1 januari van elk jaar van kracht zal zijn.

Wanneer het geïndexeerde bedrag een decimaal vertoont, dan wordt het bedrag naar beneden afgerond.

Art. 6.Het bedrag van de billijke vergoeding wordt geïnd, op basis van uitnodiging tot betaling opgesteld door de beheersvennootschappen of hun mandataris.

De uitbater of de organisator die nalaat om de billijke vergoeding binnen de gestelde termijn te betalen dient zonder voorafgaande ingebrekestelling vanaf de vervaldatum een tegen het wettelijk tarief berekende verwijlinterest te betalen, met een minimum van 300 BEF. Wanneer een natuurlijk of rechtspersoon één of meerdere lokalen voor audiovisuele voorstelling, drive-ins en/of meerdere festivals uitbaat, kan een globale uitnodiging tot betalen met vermelding van alle bedragen verschuldigd voor de verschillende lokalen aan deze persoon gericht worden.

Art. 7.De uitbater van een lokaal/lokalen voor audiovisuele voorstelling, van drive-in(s) of de organisator van festival(s) die, na een eerste herinnering, nalaat de in artikel 9 bedoelde inlichtingen mee te delen, wordt verondersteld een voor het publiek toegankelijke plaats uit te baten zoals bepaald in artikel 3, § 1, § 2 of § 3, met een aantal zitplaatsen zoals vermeld in de laatste beschikbare statistieken van de Federatie der Cinema's van België (F.C.B.) of in een andere relevante informatiebron.

De uitbater of de organisator die onjuiste gegevens verstrekt, waardoor een lager bedrag wordt betaald dan hetgene dat werkelijk verschuldigd is, dient het verschuldigde resterende saldo te betalen vermeerderd met een tegen het wettelijk tarief berekende verwijlinterest vanaf de datum waarop de uitnodiging tot betaling aan de hand van de onjuiste aangifte werd opgemerkt.

Art. 8.Wanneer een lokaal/lokalen voor audiovisuele voorstelling voor de eerste maal in de loop van het kalenderjaar opengaan, is voor dat kalenderjaar het bedrag van de billijke vergoeding verschuldigd in verhouding tot het aantal volledige kalendermaanden tot het einde van het jaar. Afdeling 4. - Inlichtingen

Art. 9.Binnen de dertig dagen die volgen op het verzoek van de beheersmaatschappijen of hun mandataris, dient de uitbater van een lokaal/lokalen voor audiovisuele voorstelling of van de drive-in(s), evenals de organisator van festival(s) hen door middel van een speciaal formulier schriftelijk en per plaats of lokaal, zoals bepaald in artikel 3, § 1, § 2 of § 3 de volgende inlichtingen te verschaffen : - zijn naam of firmanaam, het adres, het inschrijvingsnummer in het handelsregister, het BTW-nummer, alsook de naam en de hoedanigheid van de persoon die met het dagelijks beheer en het verschaffen van de inlichtingen belast is; - het aantal zitplaatsen of autostandplaatsen van de in het artikel 3, § 1, 6 2 of § 3 omschreven plaats of plaatsen; - of er muziek uitgezonden wordt; - de aard van de geluidsbron en het soort muziek; - de datum van de aanvang van de uitbating indien deze later is dan 1 januari 1999.

Art. 10.De uitbater van een lokaal/lokalen voor audiovisuele voorstelling en van de drive-in(s), evenals de organisator van festival(s) moeten de beheersmaatschappijen of hun mandataris in staat stellen de inlichtingen die ingevolge artikel 9 moeten worden verschaft, na te gaan evenals alle inlichtingen te verzamelen die de verdeling van de rechten mogelijk maken.

De uitbater van een lokaal/lokalen voor audiovisuele voorstelling en van de drive-in(s), evenals de organisator van festival(s) moeten de beheersmaatschappijen of hun mandataris toestaan zonder voorafgaande verwittiging de plaatsen bepaald in artikel 3, § 1, § 2 of § 3 op elk ogenblik tijdens de regelmatige openingsuren gratis te betreden. Afdeling 5. - Overgangs- en slotbepaling

Art. 11.Huidig akkoord wordt gesloten voor een onbepaalde duur.

De tarieven van de billijke vergoeding zijn geldig vanaf 1 januari 1999 tot 31 december 2004.

De betaling vanaf 1 januari 1999 tot 31 december 2004 van de bedragen verschuldigd bij toepassing van het huidige akkoord bevrijdt zijn debiteur van de betaling van de billijke vergoeding vanaf de inwerkingtreding van het artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 tot 31 december 2004.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 december 1999.

De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^