Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 december 2020
gepubliceerd op 15 januari 2021

Koninklijk besluit houdende machtiging tot hoogdringende onteigening met onmiddellijke inbezitneming ten algemenen nutte van percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeente Bertrix, teneinde de afschaffing van de overwegen nr. 7 en nr. 8 op de spoorlijn nr. 166 en de aanleg van een overbrugging en drie wegen te realiseren.

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2020044437
pub.
15/01/2021
prom.
13/12/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit houdende machtiging tot hoogdringende onteigening met onmiddellijke inbezitneming ten algemenen nutte van percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeente Bertrix, teneinde de afschaffing van de overwegen nr. 7 en nr. 8 op de spoorlijn nr. 166 en de aanleg van een overbrugging en drie wegen te realiseren.


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 juli 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1962 pub. 26/02/2010 numac 2010000080 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte, artikel 1;

Gelet op de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, de artikelen 1, § 4, 10, §§ 1 en 2, 2°, en 199;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 augustus 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/08/2013 pub. 27/09/2013 numac 2013014515 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende machtiging tot hoogdringende onteigening met onmiddellijke inbezitneming ten algemenen nutte van percelen teneinde werken in het kader van de afschaffing van de overwegen nrs. 7 en 8 op de spoorlijn nr. 166 te Bertrix te realiseren type koninklijk besluit prom. 30/08/2013 pub. 27/09/2013 numac 2013014514 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende machtiging tot hoogdringende onteigening met onmiddellijke inbezitneming ten algemenen nutte van percelen teneinde de werken in het kader van de afschaffing van de overweg nr. 3 op de spoorlijn nr. 166, sectie Y Neffe - Bertrix, te Merny te realiseren sluiten houdende machtiging tot hoogdringende onteigening met onmiddellijke inbezitneming ten algemenen nutte van percelen teneinde werken in het kader van de afschaffing van de overwegen met nrs. 7 en 8 op de spoorlijn nr. 166 te Bertrix te realiseren;

Overwegende dat beleidsmatig wordt gestreefd naar meer duurzame mobiliteit en dat het spoor daarin een belangrijke rol speelt;

Overwegende dat het noodzakelijk is te beschikken over een infrastructuur die is aangepast aan de huidige eisen van de spoordienst en van haar omgeving en dat overwegen als zodanig een belemmering vormen voor de verbetering van de exploitatievoorwaarden van het openbaar spoorwegnet en dat de herhaalde sluiting van overwegen ook een belemmering vormt voor de mobiliteit door het negatieve effect ervan op de doorstroming van het wegverkeer;

Overwegende dat het drukke spoorverkeer leidt tot zeer frequente sluitingen van overwegen en wachttijden voor gebruikers, met de onvermijdelijke neiging voor sommigen om te proberen deze wachttijden te vermijden door het niet naleven van de verplichting om te stoppen, aangegeven door de verkeerslichten of geluidsseinen;

Overwegende dat, door hun functie als kruising tussen spoor en weg, overwegen bijzonder gevaarlijke punten zijn zowel voor gebruikers van de weg als van het spoor;

Overwegende dat op 6 maart 2011 ter hoogte van de overweg nr. 7 een ernstig ongeval heeft plaatsgevonden, waarbij twee personen om het leven zijn gekomen en dat er ook verschillende minder ernstige incidenten zijn gebeurd, zoals aanrijdingen van slagbomen door weggebruikers;

Overwegende dat het verbeteren van de veiligheid de hoogste prioriteit is en blijft voor Infrabel en dat Infrabel in dat kader een plan heeft opgesteld voor de afschaffing van overwegen teneinde de veiligheid van het spoor- en wegverkeer structureel te verbeteren en het aantal ongevallen op overwegen en het aantal gewonden en doden bij ongevallen op overwegen voortdurend te verminderen;

Overwegende dat de spoorlijn nr. 166 essentieel is voor het goederenvervoer aangezien het de goederencorridor tussen de Noordzee en de Middellandse Zee vormt en dat deze lijn bovendien ook door reizigerstreinen wordt gebruikt;

Overwegende dat de stedenbouwkundige vergunning met betrekking tot de afschaffing van de overwegen nr. 7 en nr. 8 door de aanleg van een overbrugging en drie wegen op 11 februari 2020 werd afgeleverd en, bij gebrek aan beroep, definitief is geworden;

Overwegende dat de bovenvermelde redenen aantonen dat de onteigeningen die het voorwerp uitmaken van dit besluit een doelstelling van algemeen nut nastreven;

Overwegende dat in het licht van de risico's voor de menselijke gezondheid, enerzijds, en de billijke vergoeding die de onteigende personen zullen moeten ontvangen, anderzijds, kan worden gesteld dat de hier nagestreefde doelstelling van algemeen nut niet onevenredig is ten opzichte van de eigendomsontnemingen die enkel onbebouwde gronden betreffen;

Overwegende dat de locatie van de doorgang over de sporen is gekozen in overleg met het bestuur van het Waalse Gewest dat verantwoordelijk is voor de wegen, dat aldus rekening is gehouden met de vereiste draaicirkels, dat de locatie van de brug rekening houdt met de topografie van het landschap dat van nature hoger gelegen is op die locatie en dat het profiel van de bermen opgaat in het landschap, terwijl er zo min mogelijk wordt gerooid en opgehoogd;

Overwegende dat de werken van algemeen nut waarvoor de in dit besluit bedoelde onteigeningen nodig zijn, zowel vanuit technisch en financieel oogpunt als vanuit het oogpunt van de ruimtelijke ordening, de meest geschikte oplossing vormen voor de eventuele verkeersproblemen als gevolg van de afschaffing van de overwegen nr. 7 en nr. 8;

Overwegende dat van de vijftien innemingen die voor Infrabel noodzakelijk zijn om de overwegen nr. 7 en nr. 8 te kunnen afschaffen en om een overbrugging en wegen aan te leggen, voor zes van hen tot een minnelijk verwerving kon worden overgegaan waarbij de eigenaars van de betrokken gronden de hen voorgelegde onteigeningsvergoedingen aanvaardden;

Overwegende dat daarentegen de minnelijke onderhandelingen met betrekking tot de negen resterende innemingen, namelijk de percelen in Bertrix, aangegeven in bijlage 1 zoals vermeld in artikel 2, niet tot een overeenkomst hebben kunnen leiden en dat het derhalve nodig is om dit besluit vast te stellen zodat de overdracht van de goederen die nodig zijn voor de uitvoering van de werken van algemeen nut, ten gunste van Infrabel, kan plaatsvinden;

Overwegende dat de bovenvermelde redenen aantonen dat de onteigeningen die het voorwerp uitmaken van dit besluit noodzakelijk zijn;

Overwegende dat het risico voor de veiligheid bij het onderhoud van de overwegen nr. 7 en nr. 8 op zich al de dringendheid rechtvaardigt om in te grijpen aangezien het gevaar permanent is en vraagt om een interventie die niet kan worden uitgesteld;

Overwegende dat het politieke optreden noodzakelijkerwijs afhangt van de vastgelegde prioriteiten van de aan te pakken problemen en van de begrotingsmiddelen die hun bijgevolg worden toegekend; dat het vermogen van de overheid om in te grijpen dus onvermijdelijk afhangt van de beschikbare budgetten en subsidies; dat het Hof van Cassatie in zijn arrest van 7 oktober 1977 Pas., 1978, I, blz. 162), van mening was dat de hoogdringendheid niet wordt tegengesproken door de "moeilijkheden die zich kunnen voordoen [...] in verband met de kredieten of budgettaire mogelijkheden"; dat het Hof van Beroep van Brussel in een arrest van 23 januari 2012 heeft bevestigd dat deze beperkingen niet kunnen worden genegeerd, wat in het onderhavige geval de aanleg van een noodzakelijk geacht verkeersknooppunt met 14 jaar heeft vertraagd;

Overwegende dat Infrabel, bij gebrek aan het noodzakelijke budget, niet alle afschaffingen van overwegen in één keer kan uitvoeren; dat de selectie van de overwegen die elk jaar kunnen worden aangepakt, gebaseerd is op een vergelijkende analyse tussen de kosten van de werken, het veiligheidsrisico op elke locatie, het verkrijgen van alle nodige administratieve vergunningen, de stand van de minnelijke onderhandelingen, ...

Dat uit het feit dat de werkzaamheden waarin de bovengenoemde stedenbouwkundige vergunning voorziet nog niet begonnen zijn, dus niet kan geconcludeerd worden dat er geen hoogdringendheid is om deze werkzaamheden uit te voeren;

Overwegende dat, zoals hierboven vermeld, met name de talrijke ongevallen die zich op deze locaties hebben voorgedaan en het aantal personen dat is overleden, de spoorweginfrastructuur onverwijld moet worden aangepast om het leven van de spoor- en weggebruikers te beschermen;

Overwegende dat de werkzaamheden voor de afschaffing van de overwegen en het aanleggen van de wegen gepland zijn voor het laatste kwartaal van 2020;

Overwegende dat de gewone onteigeningsprocedure Infrabel niet toelaat om enerzijds de veiligheid en de stiptheid van het spoorverkeer zo snel mogelijk te garanderen en anderzijds te garanderen dat het de percelen binnen een realistische termijn in bezit krijgt, is het noodzakelijk om Infrabel toe te laten de hoogdringende onteigeningsprocedure toe te passen;

Overwegende dat de bovenvermelde redenen aantonen dat de onteigeningen die het voorwerp uitmaken van dit besluit hoogdringend zijn.

Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De werken in het kader van de afschaffing van twee overwegen, de aanleg van een overbrugging en drie wegen op het grondgebied van de gemeente Bertrix worden van algemeen nut verklaard.

Art. 2.Het algemeen nut vordert de onmiddellijke inbezitneming van de percelen gesitueerd op het grondgebied van de gemeente Bertrix en aangeduid op het plan met nr. OA-1660-067.600-005, gevoegd bij dit besluit.

Art. 3.Machtiging wordt verleend tot onteigening van de in artikel 2 bedoelde percelen, met toepassing van de procedure bij hoogdringendheid overeenkomstig de wet van 26 juli 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1962 pub. 26/02/2010 numac 2010000080 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte.

Art. 4.Het koninklijk besluit van 30 augustus 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/08/2013 pub. 27/09/2013 numac 2013014515 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende machtiging tot hoogdringende onteigening met onmiddellijke inbezitneming ten algemenen nutte van percelen teneinde werken in het kader van de afschaffing van de overwegen nrs. 7 en 8 op de spoorlijn nr. 166 te Bertrix te realiseren type koninklijk besluit prom. 30/08/2013 pub. 27/09/2013 numac 2013014514 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende machtiging tot hoogdringende onteigening met onmiddellijke inbezitneming ten algemenen nutte van percelen teneinde de werken in het kader van de afschaffing van de overweg nr. 3 op de spoorlijn nr. 166, sectie Y Neffe - Bertrix, te Merny te realiseren sluiten houdende machtiging tot hoogdringende onteigening met onmiddellijke inbezitneming ten algemenen nutte van percelen teneinde werken in het kader van de afschaffing van de overwegen nrs. 7 en 8 op de spoorlijn nr. 166 te Bertrix te realiseren, wordt opgeheven.

Art. 5.De minister bevoegd voor het spoorvervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 december 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, G. GILKINET

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^