Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 januari 2006
gepubliceerd op 27 januari 2006

Koninklijk besluit houdende samenstelling van de Wetenschappelijke Raad van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis

bron
programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid
numac
2006021014
pub.
27/01/2006
prom.
13/01/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JANUARI 2006. - Koninklijk besluit houdende samenstelling van de Wetenschappelijke Raad van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikelen 37 en 107, tweede lid van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke instellingen van de Staat, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 oktober 2001 houdende samenstelling van de Wetenschappelijke Raad van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 september 2004 en 22 september 2005;

Gelet op de voorstellen geformuleerd door de Algemeen Directeur van de Musea in haar brief van 30 november 2005;

Op de voordracht van Onze Minister van Wetenschapsbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De Wetenschappelijke Raad van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis wordt als volgt samengesteld : a) De Algemeen Directeur van de instelling, dat ambtshalve lid is;b) leden van het leidinggevend wetenschappelijk personeel van de instelling; - Mevr. Cl. Deltour-Levie, Departementshoofd; - de heer E. Gubel, Departementshoofd; - de heer L. Limme, Afdelingshoofd. c) Wetenschappelijke prominenten gekozen buiten de instelling : - de heer L.De Ren, professor aan de Katholieke Universiteit Leuven; - de heer J. Demeulemeester, professor aan de Universiteit Gent; - de heer A. Lemeunier, professor aan de « Université de Liège »; - de heer N. Meeûs, professor aan de « Université Paris-Sorbonne ».

Art. 2.De in artikel 1, b) en c) vermelde leden worden benoemd voor een mandaat van vier jaar.

Art. 3.De Voorzitter zal worden gekozen onder de leden vermeld in artikel 1, c).

Art. 4.De Algemeen Directeur van de instelling zal het ondervoorzitterschap van de Raad waarnemen.

Art. 5.Het mandaat van de leden van de Wetenschappelijke Raad van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, zoals samengesteld bij koninklijk besluit van 23 oktober 2001, wordt verlengd voor de periode van 23 november 2005 tot de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 6.Het koninklijk besluit van 23 oktober 2001 houdende samenstelling van de Wetenschappelijke Raad van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 september 2004 en 22 september 2005, wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.

Art. 8.Onze Minister van Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 januari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN

^