Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juli 2001
gepubliceerd op 11 augustus 2001

Koninklijk besluit tot wijziging van de wetgeving inzake het sociaal statuut van de zelfstandigen wat betreft de spilindexen

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
2001003356
pub.
11/08/2001
prom.
13/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/13/2001003356/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van de wetgeving inzake het sociaal statuut van de zelfstandigen wat betreft de spilindexen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat U wordt voorgelegd, voert, voor wat betreft de wetgeving met betrekking tot het sociaal statuut der zelfstandigen, het koninklijk besluit van 20 juli 2000 betreffende de uniformering van de spilindexen in de sociale materies ter gelegenheid van de invoering van de euro, uit.

Het Verslag aan de Koning dat bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000 werd gevoegd, specifieerde het doel van dat besluit, met name het komen tot een uniformering van de basisindexcijfers die worden gebruikt om de sociale uitkeringen te koppelen aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen in de gehele sociale sector, met ingang van 1 januari 2002. Het ontwerp dat U wordt voorgelegd, beoogt deze doelstelling te realiseren op het vlak van de wetgeving inzake het sociaal statuut der zelfstandigen.

Het ontwerp van koninklijk besluit dat U wordt voorgelegd, voorziet in de aanpasssing van volgende wetteksten : - het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen; - de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen; - het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister belast met Middenstand, R. DAEMS

ADVIES 31.890/2 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, Afdeling wetgeving, tweede kamer, op 26 juni 2001 door de Minister van Financiën verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van de wetgeving inzake het sociaal statuut van de zelfstandigen wat betreft de spilindexen", heeft op 2 juli 2001 het volgende advies gegeven : Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.

In het onderhavige geval luidt die motivering in de brief aldus : « Met de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 zijn de meeste bedragen in de Belgische reglementering omgezet van Belgische frank naar euro. De strikte timing die toen is gehanteerd heeft het mogelijk gemaakt dat de overheidsbesturen nu reeds heel wat maatregelen en schikkingen hebben genomen om een vlotte overgang naar het definitieve eurotijdperk per 1 januari 2002 te verzekeren. Vooral op het vlak van de informatica, waarbij de eerste testen gepland zijn voor juli 2001, maar ook op het vlak van de formulieren en drukwerken zijn de aanpassingen volop in een uitvoeringsfase.

Het zeer omvangrijke werk van omzetting naar euro kon in 2000 niet ineens worden uitgevoerd. Zo waren er nog een aantal bepalingen die op dat ogenblik voor inhoudelijke wijzigingen vatbaar waren. Ondertussen zijn een aantal bedragen al aangepast en kunnen ze nu met de nodige zekerheid naar euro worden omgezet. Er is ook vastgesteld dat er een aantal foutjes zijn geslopen in de eerste reeks van eurobesluiten. Ten slotte waren er voor een aantal bedragen ook nog wettelijk vereiste adviezen of akkoordverklaringen noodzakelijk.

De tweede reeks eurobesluiten die wordt voorgelegd heeft als doel de eerste reeks aan te passen en/of te vervolledigen. Ook nu weer worden, voor de bevattelijkheid, de bepalingen op een gegroepeerde wijze uitgevaardigd. Dit gebeurt ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.

Het is nodig om de voorgestelde aanpassingen zo snel mogelijk door te voeren. Vooreerst zouden deze aanpassingen nog mee moeten worden opgenomen in de programma's tot aanpassing van de informatica, de drukwerken en formulieren. Daarnaast is het ook wenselijk dat de geadministreerden zo snel mogelijk zekerheid krijgen over de juiste omzetting van bedragen en regels waarover er nu nog twijfel bestaat. » Gezien het bijzonder grote aantal aanvragen om advies binnen drie dagen die tegelijkertijd zijn ingediend, bepaalt de Raad van State, afdeling wetgeving, zich overeenkomstig artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, tot het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid van de steller van de handeling en van de vraag of aan de vormvoorschriften is voldaan.

Zo is meer bepaald niet stelselmatig onderzocht kunnen worden of de opgegeven getallen rekenkundig correct zijn, noch of de gevolgde werkwijzen deugdelijk zijn.

Onder voorbehoud van de bovenstaande opmerking, behoeven over het ontwerp geen opmerkingen te worden gemaakt.

De kamer was samengesteld uit : De heren : Y. Kreins, staatsraad, voorzitter;

P. Lienardy en P. Quertainmont, staatsraden;

Mevr. B. Vigneron, griffier.

Het verslag werd opgesteld door de heer J. Regnier, eerste auditeur-afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de heer P. Brouwers, referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer P. Lienardy.

De griffier, De voorzitter, B. Vigneron. Y. Kreins.

13 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van de wetgeving inzake het sociaal statuut van de zelfstandigen wat betreft de spilindexen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van consumptieprijzen worden gekoppeld, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000, inzonderheid op de artikelen 1, 5 en 7;

Gelet op de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, laatst gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000;

Gelet op de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, laatst gewijzigd bij de wet van 7 april 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie, bekrachtigd bij de wet van 26 juni 1997 en laatst gewijzigd bij de wet van 3 mei 1999;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 juni 2001;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 19 juni 2001;

Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut van de zelfstandigen, gegeven op 29 maart 2001;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd als volgt : Met het koninklijk besluit van 20 juli 2000 wordt een uniforme spilindex 103,14 (basis 1996 = 100) van toepassing in het geheel van de uitkeringen van de sociale zekerheidswetgeving voor werknemers, sociale bijstand en het sociaal statuut voor zelfstandigen waar tot op heden verschillende basisindices in voege waren.

Dit eurobesluit wordt nu voorgelegd met het doel te vermijden dat de indexering van sommige sociale prestaties in de praktijk tot verschillende resultaten zou leiden daar waar de wetgever voorzag om deze steeds gelijk te laten evolueren en zo tot eventuele rechtsonzekerheid zou aanleiding geven bij de omzetting van bedragen van Belgische frank naar euro.

Het is belangrijk dat de bepalingen op gegroepeerde wijze per stelsel worden uitgevaardigd. Dit gebeurt ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.

Het is nodig om de voorgestelde aanpassingen zo snel mogelijk door te voeren. Vooreerst zouden deze aanpassingen nog mee moeten worden opgenomen in de programma's tot aanpassing van de informatica, de drukwerken en formulieren. De testfase hiervan gaat reeds op 1 juli 2001 van start. Daarnaast is het ook wenselijk dat de geadministreerden zo snel mogelijk zekerheid krijgen over de juiste omzetting van bedragen en regels waarover er nu nog twijfel bestaat.

Het is dus van het grootste belang dat de teksten snel officieel worden meegedeeld en de limietdatum hiervoor dient te worden vastgesteld op 1 augustus 2001;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 2 juli 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, van Onze Minister belast met Middenstand en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van wettelijke bepalingen Afdeling 1. - Aanpassing van het koninklijk besluit nr. 72 van 10

november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen

Artikel 1.In de bepalingen van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, die hieronder worden aangeduid, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.Artikel 43, tweede lid, van hetzelfde besluit, wordt vervangen door de volgende bepaling : « De bedragen, vastgesteld in de artikelen 9, § 1, en 11, zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100). » Afdeling 2. - Aanpassing van de wet van 15 mei 1984 houdende

maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen

Art. 3.In de bepalingen van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, die hieronder worden aangeduid, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.De laatste zin van artikel 131, § 4, van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende zin : « De bedragen vastgesteld in dit artikel zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) ».

Art. 5.Artikel 131bis, § 3, eerste lid, van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling : « De bedragen vastgesteld in het huidige artikel zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100). » Afdeling 3. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 30 januari

1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie

Art. 6.Artikel 3, § 8, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie,wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 8. Het pensioen waarvan het bedrag kleiner is dan 86,32 EUR per jaar, wordt niet toegekend. Dit bedrag is gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100) en wordt aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen overeenkomstig de wet van 2 augustus 1971. »

Art. 7.Artikel 5, § 2, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « 1° voor de jaren vóór 1984: forfaitaire bedrijfsinkomsten van 8.133,63 EUR. Dit bedrag is gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100). »

Art. 8.In de bepalingen van hetzelfde besluit, die hieronder worden aangeduid, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 9.Artikel 6, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het in het vorige lid, 3°, bedoelde bedrag is gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100). Het wordt aangepast teneinde het te brengen op het prijspeil van het beschouwde jaar door het te vermenigvuldigen met een breuk waarvan de noemer 103,14 is en de teller gelijk is aan het gemiddelde van de maandelijkse indexcijfers der consumptieprijzen van het beschouwde jaar. »

Art. 10.Artikel 9, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het in het vorige lid, 3°, bedoelde bedrag is gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,14 (basis 1996 = 100). Het wordt aangepast teneinde het te brengen op het prijspeil van het beschouwde jaar volgens de modaliteiten voorzien in artikel 6, § 2, tweede en derde lid. » HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Art. 12.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en Onze Minister belast met Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister belast met Middenstand, R. DAEMS

^