Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juli 2014
gepubliceerd op 13 november 2014

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag in 2013 en 2014 (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2014204004
pub.
13/11/2014
prom.
13/07/2014
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JULI 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) in 2013 en 2014 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het glasbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) in 2013 en 2014.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juli 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het glasbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2013 Stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) in 2013 en 2014 (Overeenkomst geregistreerd op 18 februari 2014 onder het nummer 119512/CO/115) TITEL I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het glasbedrijf.

Onder "arbeiders" verstaat men : zowel arbeiders als arbeidsters.

TITEL II. - Voltijdse stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)

Art. 2.SWT vanaf 58 jaar Tijdens het jaar 2013, wordt het voltijds stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toegestaan volgens de voorwaarden van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de schoot van de Nationale Arbeidsraad op 19 december 1974 en later gewijzigd, in geval van ontslag door de werkgever, behalve in geval van ontslag wegens dringende reden, aan de arbeider die de leeftijd van 58 jaar heeft bereikt in de loop van de bovenvermelde periode, indien de geïnteresseerde een loopbaan van 38 jaar (35 jaar voor de vrouwen) als loontrekkende kan voorleggen.

Vanaf 1 januari 2014, wordt de loopbaanvoorwaarde opgetrokken tot 38 jaar als loontrekkende voor de arbeidsters.

Art. 3.Ondernemings-CAO De leeftijdsvoorwaarden van elke ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst inzake voltijds stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag die uiterlijk op 31 mei 1986 of op 31 augustus 1987 werd neergelegd, en sinds dan zonder onderbreking werd toegepast, worden verlengd mits naleving van de legale mogelijkheden (waarvan een loopbaan van minimum 38 jaar) met uitzondering van de collectieve arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur die betrekking hebben op tijdelijke herstructureringsoperaties.

Art. 4.SWT vanaf 56 jaar met een professionele loopbaan van minstens 33 jaar en 20 jaar nachtarbeid De door de werkgever ontslagen arbeiders die, tijdens het jaar 2013 of 2014, 56 jaar of ouder op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst omwille van een andere reden dan een dringende reden en die op dat ogenblik 33 jaar professionele loopbaan kunnen rechtvaardigen als loontrekkende, hebben recht op het systeem van het voltijds stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.

Bovendien, moeten deze arbeiders positief, met alle mogelijke bewijsmiddelen, kunnen aantonen dat zij op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, effectief minimum 20 jaar hebben gewerkt in een arbeidsregime zoals bepaald in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten in de schoot van de Nationale Arbeidsraad op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990.

Art. 5.SWT vanaf 56 jaar met tenminste een professionele loopbaan van 40 jaar Voor de periode 2013-2014, hebben de arbeiders die een professionele loopbaan als loontrekkende van 40 effectief gepresteerde jaren kunnen voorleggen eveneens de mogelijkheid om in voltijds stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag te treden vanaf 56 jaar in geval van ontslag door de werkgever, behalve in geval van ontslag omwille van dringende reden.

Zijn van toepassing de voorwaarden bepaald door de wet van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2012 pub. 30/03/2012 numac 2012021057 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 30 maart 2012), hoofdstuk VI, artikel 72 tot wijziging van artikel 47 van de wet van 12 april 2011.

TITEL III. - Aanvullende vergoeding

Art. 6.Aanvullende vergoeding Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan de helft van het verschil tussen het netto-referteloon en de werkloosheidsuitkering.

De aftrek van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen voor de berekening van de aanvullende vergoeding van het SWT moet berekend worden op 100 pct. van het brutoloon. Deze berekeningsmethode geldt enkel voor de SWT in het kader van sectorale SWT-stelsels tijdens de duur van de huidige overeenkomst.

Volgens de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van de Nationale Arbeidsraad, wordt de vergoeding van het SWT doorbetaald in geval van werkhervatting of bij het begin van een zelfstandige activiteit. Voor toepassing van deze regel moet men onder "doorbetaling" verstaan : het voortzetten van de betaling van de aanvullende vergoeding waarvan het bedrag minstens gelijk is aan het bedrag waarop de werknemer recht zou hebben indien hij zijn sociale uitkering verder ontvangen had.

Art. 7.In geval van tijdskrediet Voor de berekening van de bijkomende vergoeding in geval van SWT, wordt het netto-referteloon berekend op basis van de voltijdse arbeidsprestaties die de arbeider uitoefende vóór de aanvang van eventuele deeltijdse prestaties in het kader van het tijdskrediet, en op voorwaarde dat de wettelijke werkloosheidsvergoeding zelf op basis van een loon voor voltijdse prestaties is berekend.

TITEL IV. - Vervanging

Art. 8.Vervangingsplicht De vervanging van de in SWT arbeider zal volgens de wettige maatregelen verlopen. Er zal prioriteit worden gegeven aan de arbeiders met een precair statuut, rekening houdend met de vereiste kwalificatie.

TITEL V. - Werkhervatting

Art. 9.Werkhervatting De aanvullende vergoeding van het SWT wordt doorbetaald in geval van werkhervatting conform de wettelijke bepalingen terzake.

TITEL VI. - Geldigheid

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 september 2013 en loopt ten einde op 31 december 2014.

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Arbeid, Tewerkstelling en Sociaal Overleg en een aanvraag tot algemeen verbindend verklaring bij koninklijk besluit zal worden gevraagd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^