Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juni 2006
gepubliceerd op 05 september 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 85 van 9 november 2005, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende het telewerk

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006200196
pub.
05/09/2006
prom.
13/06/2006
ELI
eli/besluit/2006/06/13/2006200196/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JUNI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 85 van 9 november 2005, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende het telewerk (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de artikelen 18 en 28;

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;

Gelet op het verzoek van de Nationale Arbeidsraad;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage opgenomen collectieve arbeidsovereenkomst nr. 85 gesloten op 9 november 2005 in de Nationale Arbeidsraad, betreffende het telewerk.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juni 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978.

Bijlage Nationale Arbeidsraad Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 85 van 9 november 2005, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende het telewerk Geregistreerd op 13 december 2005 onder het nr. 77648/CO/300 Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;

Gelet op de Europese raamovereenkomst over telewerk van 16 juli 2002;

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;

Overwegende dat telewerk enerzijds een manier is waarop ondernemingen en overheidsinstellingen de organisatie van de arbeid kunnen moderniseren en anderzijds een manier waarop werknemers hun werk en hun privé-leven op elkaar kunnen afstemmen en die hun een grotere autonomie verleent bij de vervulling van hun taken;

Overwegende dat, om ten volle profijt te trekken van de informatiemaatschappij, deze nieuwe vorm van arbeidsorganisatie op een zodanige wijze dient te worden gestimuleerd dat flexibiliteit en zekerheid hand in hand gaan, de kwaliteit van banen wordt bevorderd en de kansen van gehandicapten op de arbeidsmarkt worden vergroot;

Overwegende dat de voornoemde raamovereenkomst door de Europese sociale partners werd gesloten om op Europees niveau een algemeen kader inzake telewerk tot stand te brengen dat door de leden van de ondertekenende partijen dient te worden geïmplementeerd overeenkomstig de procedures en gebruiken die in de lidstaten eigen zijn aan de sociale partners;

Overwegende dat de implementatie van die overeenkomst geen reden mag zijn voor enigerlei verlaging van het algemene niveau van bescherming dat aan de werknemers wordt geboden op het terrein dat door de genoemde overeenkomst wordt bestreken;

Overwegende dat bij de implementatie van die overeenkomst onnodige lasten voor de kleine en middelgrote ondernemingen moeten worden vermeden;

Overwegende dat de sociale partners die deze collectieve arbeidsovereenkomst ondertekenen, de bedoeling hebben telewerk te onderwerpen aan de algemene bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, dat de in deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde schriftelijke overeenkomst wordt gezien als een arbeidsovereenkomst voor bedienden in de zin van die wet en dat de specifieke regels die ingevolge deze collectieve arbeidsovereenkomst op de telewerkers van toepassing zijn, geen afbreuk doen aan het feit dat de telewerkers zijn tewerkgesteld in ondergeschikt verband.

Hebben de navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en van werknemers : - het Verbond van Belgische Ondernemingen - de nationale middenstandsorganisaties erkend overeenkomstig de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979 - de Boerenbond - "la Fédération wallonne de l'Agriculture" - het Algemeen Christelijk Vakverbond van België - het Algemeen Belgisch Vakverbond - de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België op 9 november 2005 in de Nationale Arbeidsraad de volgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten. HOOFDSTUK I. - DRAAGWIJDTE EN DOEL VAN DE OVEREENKOMST

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel uitvoering te geven aan de Europese raamovereenkomst over telewerk van 16 juli 2002 en de essentiële beginselen tot regeling van telewerk vast te stellen.

De nadere regels voor de toepassing van die beginselen kunnen eventueel worden verduidelijkt door collectieve arbeidsovereenkomsten op sector- of ondernemingsniveau of door individuele overeenkomsten.

De belanghebbende partijen kunnen op die manier zo adequaat mogelijk rekening houden met de voorwaarden die eigen zijn aan de verschillende bedrijfssectoren en de ondernemingen.

Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de collectieve arbeidsovereenkomsten over hetzelfde onderwerp die voor haar inwerkingtreding op sector- of ondernemingsniveau werden gesloten, voorzover ze een gelijkwaardig beschermingsniveau bieden. HOOFDSTUK II. - DEFINITIES

Art. 2.Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder : - telewerk : een vorm van organisatie en/of uitvoering van het werk waarin, met gebruikmaking van informatietechnologie, in het kader van een arbeidsovereenkomst werkzaamheden die ook op de bedrijfslocatie van de werkgever zouden kunnen worden uitgevoerd, op regelmatige basis en niet incidenteel buiten die bedrijfslocatie worden uitgevoerd; - telewerker : elke werknemer die telewerk verricht zoals hierboven is gedefinieerd.

Deze overeenkomst heeft geen betrekking op de zogenaamde mobiele telewerkers, d.w.z. wier mobiliteit noodzakelijk deel uitmaakt van de wijze van uitvoering van de arbeidsovereenkomst.

Commentaar Zogenaamde mobiele telewerkers zijn bijvoorbeeld : handelsvertegenwoordigers, handelsafgevaardigden, medisch afgevaardigden, technici die naar klanten van de werkgever gaan, thuisverpleegsters. HOOFDSTUK III. - TOEPASSINGSGEBIED

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers die hen tewerkstellen.

Art. 4.Het telewerk kan worden verricht in de woning van de telewerker of in elke andere door hem gekozen plaats.

Het telewerk dat wordt verricht in een satellietkantoor van de werkgever, d.w.z. een gedecentraliseerd lokaal van de werkgever of een lokaal dat de werkgever aan de werknemer ter beschikking stelt, valt buiten het toepassingsgebied van deze overeenkomst. HOOFDSTUK IV. - VRIJWILLIG KARAKTER

Art. 5.Het telewerk vindt plaats op vrijwillige basis zowel voor de betrokken werknemer als voor de betrokken werkgever. Het telewerk kan deel uitmaken van de oorspronkelijke functieomschrijving of kan tijdens de lopende arbeidsovereenkomst op vrijwillige basis overeengekomen zijn door de betrokken werknemer en werkgever.

Indien het telewerk geen deel uitmaakt van de oorspronkelijke functieomschrijving en de werkgever de mogelijkheid tot telewerk aanbiedt, kan de werknemer dat aanbod accepteren of afwijzen. Indien de werknemer de wens te kennen geeft telewerk te willen verrichten, kan de werkgever dat verzoek inwilligen of weigeren.

Indien het telewerk geen deel uitmaakt van de oorspronkelijke functieomschrijving, kan de beslissing om telewerk te verrichten ongedaan worden gemaakt door een individuele en/of collectieve overeenkomst. HOOFDSTUK V. - SCHRIFTELIJKE OVEREENKOMST

Art. 6.§ 1. Voor iedere telewerker afzonderlijk moet een schriftelijke overeenkomst worden opgesteld uiterlijk op het ogenblik dat de telewerker begint met de uitvoering van zijn overeenkomst. Voor de lopende arbeidsovereenkomst moet een schriftelijk aanhangsel worden opgesteld. § 2. Dat geschrift moet minstens het volgende vermelden : 1° de frequentie van het telewerk en eventueel de dagen waarop telewerk wordt verricht en eventueel de dagen en/of uren van aanwezigheid in de onderneming;2° de ogenblikken waarop of de periodes tijdens welke de telewerker bereikbaar moet zijn en via welke middelen;3° de ogenblikken waarop de telewerker een beroep kan doen op technische ondersteuning;4° de nadere regels volgens welke de werkgever de in de artikelen 9 en volgende van deze overeenkomst bepaalde kosten vergoedt of betaalt;5° de voorwaarden en nadere regels voor een terugkeer naar de bedrijfslocatie van de werkgever, zoals bedoeld in artikel 5, derde alinea van deze overeenkomst en, in het geval van een terugkeer naar de bedrijfslocatie van de werkgever, de notificatietermijn en/of de duur van het telewerk en de wijze van verlenging. § 3. Bij ontstentenis van een schriftelijke overeenkomst heeft de telewerker het recht zijn werkzaamheden op de bedrijfslocatie van de werkgever te verrichten of terug te keren naar de bedrijfslocatie van de werkgever. HOOFDSTUK VI. - ARBEIDSVOORWAARDEN

Art. 7.Wat de arbeidsvoorwaarden betreft geniet de telewerker dezelfde rechten als vergelijkbare werknemers die op de bedrijfslocatie van de werkgever werken.

Er kunnen specifieke aanvullende collectieve en/of individuele overeenkomsten worden gesloten om rekening te houden met de bijzondere kenmerken van het telewerk.

De telewerker wordt geïnformeerd over de arbeidsvoorwaarden en in het bijzonder over de aanvullende voorwaarden, met name : 1° de beschrijving van de uit te voeren werkzaamheden in het kader van telewerk;2° de afdeling van de onderneming waaraan hij verbonden is;3° de identificatie van zijn directe meerdere of andere personen tot wie hij zich kan wenden met vragen van beroepsmatige of persoonlijke aard;4° de regelingen ten aanzien van rapportage. Commentaar De schriftelijke overeenkomst of het aanhangsel bij de arbeidsovereenkomst moet alle arbeidsvoorwaarden die van toepassing zijn op het telewerk niet in extenso vermelden. Er kan worden verwezen naar een collectieve arbeidsovereenkomst inzake telewerk die op sector- of ondernemingsniveau werd gesloten en naar het arbeidsreglement. HOOFDSTUK VII. - ORGANISATIE VAN HET TELEWERK

Art. 8.§ 1. Binnen het kader van de in de onderneming geldende arbeidsduur organiseert de telewerker zelf zijn werk. § 2. Voor de telewerker gelden dezelfde werkbelasting en prestatienormen als voor vergelijkbare werknemers die hun werkzaamheden op de bedrijfslocatie van de werkgever verrichten § 3. De werkgever zorgt ervoor dat maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de telewerker geïsoleerd raakt ten opzichte van de rest van de arbeidsgemeenschap in de onderneming, met name door de telewerker in de gelegenheid te stellen regelmatig collega's te ontmoeten en toegang te hebben tot informatie betreffende de onderneming. Daartoe kan de werkgever de telewerker op precieze tijdstippen terugroepen in de onderneming. HOOFDSTUK VIII. - APPARATUUR EN DEFECTEN

Art. 9.De werkgever is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen, het installeren en het onderhouden van de voor telewerk benodigde apparatuur. De werkgever vergoedt of betaalt uitsluitend de kosten van de verbindingen en de communicatie die verband houden met het telewerk.

Indien de telewerker zijn eigen apparatuur gebruikt, zijn de aan het telewerk verbonden kosten inzake installatie van informaticaprogramma's, werking en onderhoud alsook de kosten inzake afschrijving van de apparatuur, voor rekening van de werkgever.

De kosten voor rekening van de werkgever worden voor de aanvang van het telewerk berekend naar rata van de prestaties van telewerk of volgens een door de partijen overeengekomen verdeelsleutel.

Art. 10.De werkgever stelt de telewerker behoorlijke faciliteiten beschikbaar inzake technische ondersteuning.

Art. 11.De kosten die voortvloeien uit verlies of beschadiging van de door de telewerker gebruikte apparatuur en gegevens in het kader van het telewerk, zijn voor rekening van de werkgever.

Art. 12.De telewerker gaat zorgvuldig om met de hem ter beschikking gestelde apparatuur. Hij verzamelt of verspreidt via internet geen materiaal dat buiten de beschrijving van de uit te voeren werkzaamheden valt.

Art. 13.De telewerker is verplicht de werkgever onmiddellijk op de hoogte te brengen van een defect aan de door hem gebruikte apparatuur of van een geval van overmacht waardoor hij zijn werk niet kan verrichten. De werkgever is verplicht het overeengekomen loon te betalen aan de telewerker.

Er kan worden voorzien in specifieke regels zoals vervangende taken of een tijdelijke terugkeer naar de bedrijfslocatie van de werkgever. HOOFDSTUK IX. - BESCHERMING VAN GEGEVENS

Art. 14.De werkgever moet maatregelen nemen, in het bijzonder ten aanzien van de software, zodat de bescherming van de gegevens die door de telewerker voor professionele doeleinden worden gebruikt en verwerkt, gewaarborgd is.

De werkgever informeert de telewerker omtrent de wetgevingen en de in de onderneming geldende regels inzake de bescherming van gegevens. De telewerker moet die wetgevingen en regels naleven.

De werkgever informeert de telewerker in het bijzonder omtrent de beperkingen ten aanzien van het gebruik van IT-apparatuur of -faciliteiten en de sancties ingeval de telewerker zich niet aan die beperkingen houdt. Daartoe is de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 81 van 26 april 2002 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de werknemers ten opzichte van de controle op de elektronische on-linecommunicatiegegevens mutatis mutandis van toepassing. HOOFDSTUK X. - VEILIGHEID EN GEZONDHEID

Art. 15.De werkgever informeert de telewerker omtrent het ondernemingsbeleid ten aanzien van veiligheid en gezondheid op de werkplek, in het bijzonder de eisen inzake beeldschermapparatuur.

De telewerker geeft uitvoering aan dat beleid.

De bevoegde interne preventiediensten hebben toegang tot de werkplek van de telewerker om te kunnen controleren of de geldende regelingen inzake veiligheid en gezondheid op correcte wijze worden toegepast.

Indien het telewerk wordt verricht in een bewoond lokaal, moet een dergelijk bezoek van tevoren worden aangekondigd en moet de telewerker ermee hebben ingestemd.

De telewerker kan een inspectiebezoek van diezelfde diensten aanvragen. HOOFDSTUK XI. - SCHOLINGSFACILITEITEN EN MOGELIJKHEDEN VOOR LOOPBAANONTWIKKELING

Art. 16.De telewerkers hebben dezelfde rechten op scholingsfaciliteiten en mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling als vergelijkbare werknemers die hun werkzaamheden op de bedrijfslocatie van de werkgever verrichten, en genieten hetzelfde beoordelingsbeleid als die andere werknemers.

De telewerkers ontvangen een adequate scholing die gericht is op de bediening van de technische apparatuur waarover zij de beschikking hebben en op het omgaan met de specifieke kenmerken van deze wijze van organisatie van het werk.

De hiërarchische meerdere en de directe collega's van de telewerkers kunnen ook worden opgeleid voor deze werkvorm en het management ervan.

HOODSTUK XII. - COLLECTIEVE RECHTEN

Art. 17.De telewerkers hebben dezelfde collectieve rechten als de werknemers die op de bedrijfslocatie van de werkgever werken. De telewerkers hebben het recht te communiceren met de werknemersvertegenwoordigers en vice versa.

De werknemersvertegenwoordigers worden geïnformeerd en geraadpleegd over de invoering van het telewerk, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972 houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 39 van 13 december 1983 betreffende de voorlichting en het overleg inzake de sociale gevolgen van de invoering van nieuwe technologieën. HOOFDSTUK XIII. - SLOTBEPALINGEN

Art. 18.Deze overeenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij treedt in werking op dezelfde datum als de bepalingen tot wijziging van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen en op zijn laatst op 1 juli 2006.

De reeds bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten op sector- of ondernemingsniveau moeten uiterlijk een jaar na de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst voldoen aan wat in artikel 1, derde alinea is bepaald.

Deze overeenkomst kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij worden herzien of opgezegd, met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden.

De organisatie die het initiatief tot herziening of opzegging neemt, moet de redenen ervan aangeven en amendementsvoorstellen indienen. De andere organisaties verbinden zich ertoe deze binnen een maand na ontvangst ervan in de Nationale Arbeidsraad te bespreken.

Gedaan te Brussel, op negen november tweeduizend en vijf.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^