Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juni 2010
gepubliceerd op 17 augustus 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2008, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010012158
pub.
17/08/2010
prom.
13/06/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JUNI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2008, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend worden verklaard : a) de als bijlage 1 overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden;b) de als bijlage 2 overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2008, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juni 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage 1 Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2008 Loon- en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 2008 onder het nummer 89179/CO/307) Inleiding en motivering De Europese Richtlijn 2000 (2000/78/EG) voorziet dat de arbeidscontracten van elk discriminatoir aspect moeten gezuiverd worden. Deze richtlijn is omgezet in Belgisch recht via de antidiscriminatiewet van 25 februari 2003, die het verbod op elke vorm van discriminatie voorziet op basis van geslacht, ras, filosofische of levensbeschouwelijke visie,...

De sociale partners van de makelarij en verzekeringsagentschappen hebben beslist om het criterium opgebouwde competenties in te voeren als verhogingscriterium voor de loonbarema's.

De sociale partners willen vermijden dat er wat betreft salaris situaties overblijven die potentieel tegen wetgeving zouden ingaan.

Men kan hierbij denken aan onderscheid man/vrouw, werkzoekenden, regionale verschillen in werkgelegenheid, enz.

De sociale partners uit de sector kiezen ervoor om het criterium « leeftijd » volledig te bannen en een systeem op te bouwen dat rekening houd met « ervaring ». Opbouw van competenties wordt hierbij gezien in de ruime zin van levenservaring.

Ervaring wordt beschouwd als algemene levenservaring. Ook een periode dat werknemer niet tewerkgesteld is in de sector van de verzekeringsmakelaardij of helemaal niet actief is op de arbeidsmarkt kan zorgen voor ontwikkeling van bepaalde competenties.

Periodes van loopbaanonderbreking, ouderschapsverlof, onbetaald verlof, verdere studies, bekijken van andere culturen, vrijwilligerswerk, legerdienst, burgerdienst, gemeenschapsdienst, periodes al dan niet gedekt door de sociale zekerheid, worden als ervaring weerhouden.

De sociale partners benadrukken dat ze door het invoeren van het begrip ervaring op geen enkel vlak voor enige (of nieuwe) discriminatie willen zorgen.

Als nulpunt voor de opbouw van competenties wordt het einde van de wettelijke Belgische schoolplicht genomen. De wettelijke bepalingen aangaande schoolopleiding hebben eveneens de bedoeling ervoor te zorgen dat er geen discriminatie is en dat alle schoolgaande mensen een basiservaring genieten. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de makelarij en de verzekeringsagentschappen.

Onder « werknemers » wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werknemers.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2001 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, registratienummer 60643/CO/307.

De collectieve arbeidsovereenkomsten van 9 december 2003 (registratienummer 70343/CO/307) betreffende de koppeling van de lonen aan het gezondheidsindexcijfer, en van 22 augustus 2007 (registratienummer 85002/CO/307) tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2003 betreffende de koppeling van de lonen aan het gezondheidsindexcijfer en van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2001 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, worden vervangen. HOOFDSTUK II. - Functieclassificatie Sectie 1. - Uitvoeringspersoneel

Art. 3.De classificatie van het uitvoeringspersoneel van de ondernemingen voor de makelarij en de verzekeringsagentschappen wordt als volgt bepaald : Categorie Studenten Studenten worden hier beschouwd als personen die nog onder de wettelijke Belgische schoolplicht vallen. Er wordt verwezen naar de wettelijke regeling voor jobstudenten.

Jobstudenten die niet meer schoolplichtig zijn worden ingeschakeld in categorie 1 volgens de opgebouwde competenties.

Categorie 1 Als nulpunt voor de opbouw van competenties wordt het einde van de wettelijke Belgische schoolplicht genomen.

Normale aanvang : 3 jaar ervaring.

Bedienden die ondersteunende taken of eenvoudige arbeid verrichten.

Voorbeelden : - bedienden belast met de post (ontvangst, openen, summier sorteren en verzenden van briefwisseling); - bedienden die fotocopies nemen; - bedienden die archiveren (eenvoudig numeriek of alfabetisch klassement); - telefonisten/telefonistes (enkel van een eenvoudige centrale).

Categorie 2 Als nulpunt voor de opbouw van competenties wordt het einde van de wettelijke Belgische schoolplicht genomen.

Normale aanvang : 4 jaar ervaring.

Bedienden die administratieve taken verrichten, bestaande uit de uitvoering van voorbereidende werken of vrijwel identieke, gelijkaardige of repetitieve werkzaamheden. Wanneer zij op onbekende feiten stuiten nemen zij het initiatief die aan hun mandaatgevers te melden.

Voorbeelden : - secretarissen/secretaressen; - bedienden die eenvoudige tariferingen berekenen; - bedienden belast met het opstellen van eenvoudige en gestandaardiseerde briefwisseling; - telefonisten/telefonistes die, buiten de bediening van een grote telefooncentrale, ook verantwoordelijk zijn voor het onthaal van bezoekers en die eenvoudige administratieve taken uitvoeren; - bedienden die een elementaire kennis bezitten van courante computerprogrammatuur (tekstverwerking/rekenblad/databank).

Categorie 3 Als nulpunt voor de opbouw van competenties wordt het einde van de wettelijke Belgische schoolplicht genomen.

Normale aanvang : 6 jaar ervaring.

Bedienden voor wie voorafgaande tewerkstelling in sector of bedrijf niet noodzakelijk is. Zij zijn belast met de uitvoering van middelmatig technische taken en/of de voorbereiding en het nazicht van de taken van het personeel van de categorieën 1 en/of 2.

Voorbeelden : - bedienden van de boekhouding, hulpboekhouders/-houdsters; - administratieve bedienden die onder andere belast zijn met : - administratieve opvolging van de verzekerings-dossiers; - het beantwoorden van vragen komende, hetzij van de cliënt, hetzij van de verzekeringsmaatschappijen; - de samenwerking tussen de cliënt, de verzekeraars en de technische beheerders; - de uitvoering en de opvolging van allerlei documenten; - opstellers en tarifeerders van polissen en aanhangels; - bedienden belast met de berekening en/of de invordering van premies; - bedienden belast met de regeling van gewone schadegevallen; - bedienden belast met het opstellen van allerlei briefwisseling, hetzij spontaan, hetzij met summiere gegevens; - tweetalige vertalers van gewone teksten; - bedienden met een grondige kennis van courante computerprogrammatuur (tekstverwerking/rekenblad/databank).

Categorie 4 Als nulpunt voor de opbouw van competenties wordt het einde van de wettelijke Belgische schoolplicht genomen.

Normale aanvang : 8 jaar ervaring.

Bedienden van wie voorafgaande tewerkstelling in bedrijf of sector wordt gevraagd en die beschikken over gevorderde technisch kennis die hun toelaat complexe werkzaamheden uit te voeren en analyses te maken en erover te rapporteren aan de directie. Zij zijn in staat de werkzaamheden van de bedienden van de drie vorige categorieën te superviseren.

Voorbeelden : - commerciële assistenten die steun bieden aan het commercieel personeel (onder andere voor de bestaande portefeuille alsook voor de uitbreiding van de cliëntenportefeuille); - directiesecretarissen/-secretaressen; - boekhouders/-houdsters; - administratieve bedienden die onder andere belast zijn met : - de administratieve opvolging van de verzekeringsdossiers; - het beantwoorden van vragen komende, hetzij van de cliënt, hetzij van de verzekeringsmaatschappijen; - de samenwerking tussen de cliënt, de verzekeraars en de technische beheerders; - de uitvoering en de opvolging van allerlei documenten; - opstellers en tarifeerders van polissen en aanhangsels; - bedienden belast met de regeling van schadegevallen die initiatief en bijzondere kennis vergen; - bedienden van de personeelsdienst met kennis van de wettelijke en reglementaire bepalingen van sociale aard; - vertalers van ingewikkelde teksten; - bedienden belast met het onthaal van cliënten om technische inlichtingen te verstrekken; - informatici.

Art. 4.Begrip gedane studies Begrip van de gedane studies komt slechts als beoordelingsfactor in aanmerking bij de aanvang van de loopbaan en bij ontstentenis van de andere factoren die het algemeen criterium van elke van de categorieën vormen.

Art. 5.Cumulatie van functies In geval van cumulatie van functies wordt er voor de vaststelling van het loon rekening gehouden met de tijd die door de bediende aan elke van de functies wordt gewijd.

Art. 6.Werklieden en werksters Als nulpunt voor de opbouw van competenties wordt het einde van de wettelijke Belgische schoolplicht genomen.

De nachtwakers, liftjongens, loopjongens, boodschappers en bestellers de hoedanigheid van bediende niet bezitten, genieten het minimumloon vastgesteld voor de bedienden van de eerste categorie.

Deze lijst is niet limitatief.

Art. 7.Informatieplicht Elke werkgever is verplicht elke werknemer in te lichten over de functie die hij uitoefent en over de bijhorende categorie die hij bepaald heeft. Daartoe zal hij zoveel mogelijk verwijzen naar een of meer functievoorbeelden genoemd in artikel 2.

Art. 8.Inwerkingtreding Deze nieuwe functieclassificatie treedt in werking op 1 juli 2008 voor alle werknemers van de ondernemingen voor de makelarij en de verzekeringsagentschappen. Zij vervangt de functieclassificatie van 21 april 2001.

Art. 9.Werkwijze bij invoering Bij indienstneming wordt aan de werknemers de categorie van de functie die zij uitoefenen toegekend. Hun loon wordt bepaald bij artikel 24, 30 en 31 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 10.De werknemers die in dienst werden genomen voordat het aantal jaren ervaring voor deze functie voorzien in de loonschalen is bereikt zullen geclassificeerd worden volgens hun werkelijke functie en ervaring, terug te vinden in de artikelen 24, 30 en 31 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 11.Betwistingsprocedure § 1. Elke werknemer heeft het recht de titel van de functie en/of de categorie die hem wordt toegekend aan te vechten. Daarvoor beschikt hij over een termijn van een maand na de mededeling van zijn functie en zijn categorie om zijn met redenen omkleed bezwaar aan zijn werkgever over te maken. De werkgever beschikt in totaal over een maand om een onderhoud te beleggen met de werknemer en vervolgens een gemotiveerd advies uit te brengen. Op zijn vraag kan de werknemer zich laten bijstaan door een syndicale afgevaardigde. § 2. Indien de werknemer het resultaat van het onderhoud niet aanvaardt beschikt hij over een maand om zijn met redenen omklede vraag om extern hoger beroep over te maken aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen, per aangetekend schrijven. De voorzitter van het paritair comité legt deze vraag voor aan de leden van het verzoeningsbureau van het paritair comité. § 3. Teneinde zijn advies uit te brengen zal het verzoeningsbureau beschikken over een summiere functiebeschrijving die, voor zover mogelijk, de goedkeuring gekregen heeft van de vrager en van zijn hiërarchische overste. Het zal eveneens beschikken over elk ander element dat het nuttig acht, met inbegrip van het horen van de vrager en zijn hiërarchische overste. § 4. Behoudens afwijkend advies is de aanpassing van een loonschaalcategorie ten gevolge van een betwisting verschuldigd met terugwerkende kracht vanaf de datum van inwerkingtreding van de oorspronkelijk toegekende categorie.

Art. 12.Bijwerken van de functieclassificatie De ondertekenende partijen komen overeen de lijst van voorbeeldfuncties periodiek bij te werken zodat de functieclassificatie actueel blijft.

Sectie 2. - Uitvoeringsstafpersoneel

Art. 13.Indeling Als nulpunt voor de opbouw van competenties wordt het einde van de wettelijke Belgische schoolplicht genomen.

Het uitvoeringsstafpersoneel van de ondernemingen voor de makelarij en de verzekeringsagentschappen wordt ingedeeld in drie categorieën, te weten : 1. Hoogste categorie : normale aanvang : elf jaar ervaring;2. Middelbare categorie : normale aanvang : acht jaar ervaring;3. Laagste categorie : normale aanvang : acht jaar ervaring.

Art. 14.Hoogste categorie De hoogste categorie omvat de adjuncten van de directie die aan het hoofd staan van de fundamentele afdelingen van de onderneming.

Het zijn inzonderheid : 1. degenen die aan het hoofd staan van verschillende in bedrijf genomen verzekeringstakken (bijvoorbeeld : leven, ongevallen, brand, diefstal, vervoer);2. degenen die aan het hoofd staan van de algemene afdelingen van de onderneming (bijvoorbeeld : boekhouding, personeelsdienst, schadegevallen en andere gelijkaardige afdelingen).

Art. 15.Middelbare categorie De middelbare categorie omvat de bedienden die de leiding hebben van de onderafdeling die onmiddellijk onder de fundamentele afdelingen van de takken en afdelingen waarvan sprake in artikel 14 staat.

Het zijn, in het algemeen, de diensthoofden of de bureauchefs of ieder ander persoon die binnen deze kwalificatie valt.

Art. 16.Laagste categorie De laagste categorie omvat de bedienden die de leiding hebben van een onderafdeling van de in artikel 15 vermelde diensten en die, bij het hiërarchisch doorgeven van de onderrichtingen, met de bedienden in contact staan. Het zijn, in het algemeen, de onderdiensthoofden of onderbureauchefs.

Art. 17.De werknemers die in dienst werden genomen voordat het aantal jaren ervaring voor deze functie voorzien in de loonschalen is bereikt zullen geclassificeerd worden volgens hun werkelijke functie en ervaring, terug te vinden in artikel 30 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 18.De verhogingen van de lonen "functie van de ervaring" die overeenstemmen met de loonschalen, gaan in de eerste maand die op de verjaardag van de werknemer volgt.

Art. 19.De werknemers die tot een categorie "uitvoeringsstaf" worden bevorderd, genieten in deze categorie, vanaf hun bevordering, het maandelijks minimumloon dat met hun ervaring overeenstemt.

Sectie 3. - Inspecteurs

Art. 20.Indeling Als nulpunt voor de opbouw van competenties wordt het einde van de wettelijke Belgische schoolplicht genomen.

De werknemers die in dienst werden genomen vooraleer de normale voorziene 8 jaren ervaring voor deze functie is bereikt zullen geclassificeerd worden volgens hun werkelijke functie en ervaring, terug te vinden in artikel 31 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Het inspectiepersoneel van de ondernemingen voor de makelarij en de verzekeringsagentschappen wordt ingedeeld in drie categorieën, te weten : 1. Eerste categorie : de inspecteurs beginnelingen;2. Tweede categorie : de inspecteurs die technische ervaring bezitten;3. Derde categorie : de uitgesproken inspecteurs.

Art. 21.De verhoging van de lonen "functie van de ervaring ", die overeenstemmen met de loonschalen gaan in de eerste maand die op de verjaardag van de belanghebbende werknemer volgt.

Art. 22.De in de loonschalen voorziene bedragen zijn minima, vast loon en provisie inbegrepen, met dien verstande dat elke maand dit minimum aan de inspecteur moet worden betaald, onder voorbehoud van regularisatie van zijn provisierekening op het einde van het jaar. HOOFDSTUK III. - Barema's Sectie 1: - Werknemers die na het normale aantal jaren ervaring in dienst treden

Art. 23.Indien de werkelijke ervaring van de werknemers het maximum aantal jaren ervaring van de loonschaal van de categorie overschrijdt, wordt deze laatste in aanmerking genomen.

Sectie 2. - Uitvoeringspersoneel

Art. 24.De minimummaandlonen per personeelscategorie worden als volgt vastgesteld in overeenstemming met de spilindex 108,34 :


Categorie 1 Catégorie 1

Categorie 2 Catégorie 2

Categorie 3 Catégorie 3

Categorie 4 Catégorie 4

Studenten Etudiants

1002,01


Jaren ervaring Années d'expérience


0

1 135,61

1.200,59

1 273,03

1 333,71

1

1 202,41

1 271,22

1 340,04

1 403,91

2

1 269,21

1 341,84

1 410,57

1 477,80

3

1 336,01*

1 398,34

1 484,80

1 555,57

4

1 352,02

1 412,47*

1 500,11

1 571,95

5

1 368,26

1 433,69

1 515,41

1 588,32

6

1 384,70

1 455,18

1 530,73*

1 604,69

7

1 404,07

1 476,99

1 553,69

1 621,08

8

1 423,74

1. 97,70

1 576,99

1 637,45*

9

1 443,66

1.18,64

1 600,66

170,20

10

1 465,33

1 539,91

1 624,66

1 703,59

11

1 487,30

1 563,01

1 649,04

1 746,18

12

1 506,63

1 586,46

1 673,77

1 789,85

13

1 526,22

1 607,09

1 707,26

1 834,58

14

1 542,99

1 627,98

1 732,85

1 880,44

15

1 559,98

1 645,87

1 767,51

1 918,07

16

1 575,57

1 663,97

1 794,02

1 956,41

17

1 591,35

1 680,62

1 811,97

1 995,56

18

1 599,29

1 689,03

1 830,09

2 025,48

19

1 607,29

1 697,48

1 848,38

2 055,85

20

1 615,31

1 705,95

1 866,88

2 086,71

21

1 623,42

1 714,51

1 885,53

2 107,54

22

1 631,51

1 723,06

1 904,38

2 128,65

23

1 644,56

1 731,67

1 923,45

2 149,93

24

1 644,56

1 748,98

1 942,67

2 171,41

25

1 656,08

1 748,98

1 962,11

2 193,13

26

1 656,08

1 766,48

1 981,72

2 215,08

27

1 667,69

1 766,48

1 981,72

2 237,23

28

1 667,69

1 784,17

2 001,54

2 281,96

29

1 677,69

1 784,17

2 001,54

2 281,96

30

1 677,69

1 801,98

2 021,55

2 310,49

31

1 687,75

1 801,98

2 021,55

2 310,49

32

1 687,75

1 820,01

2 041,76

2 335,89

33

1 696,20

1 820,01

2 041,76

2 335,89

34

1 696,20

1 838,22

2 062,20

2 361,60

35

1 704,68

1 838,22

2 062,20

2 361,60

36

1 704,68

1 856,59

2 082,80

2 387,60

37

1 713,19

1 856,59

2 082,80

2 387,60

38

1 713,19

1 875,17

2 103,64

2 411,46

39

1 721,75

1 875,17

2 103,64

2 411,46

40

1 721,75

1 893,93

2 124,65

2 435,57

41

1 730,36

1893,93

2 124,65

2 435,57

42

1 730,36

1 912,85

2 145,90

2 459,93

43

1 739,00

1 912,85

2 145,90

2 459,93

44

1 739,00

1 931,97

2 167,36

2 484,53

45

1 747,72

1 931,97

2 167,36

2 484,53

46

1 747,72

1 951,32

2 189,06

2 509,37

47

1 756,44

1 951,32

2 189,06

2 509,37


Art. 25.Inwerkingtreding De nieuwe loonschalen en classificaties treden in werking op 1 juli 2008.

Art. 26.In het geval van een forfaitaire verhoging van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, buiten die wegens indexering, worden deze loonschalen herzien teneinde een billijk evenwicht te behouden tussen de verschillende categorieën alsook de jaarlijkse procentuele progressie in categorie 1.

Art. 27.In geen geval zal het minimummaandloon na de invoeringsdatum van de nieuwe loonschalen (1 juli 2008) lager zijn dan het bruto minimummaandloon voor die datum.

Art. 28.De loonschalen, categorieën en classificaties in de ondernemingen met een gunstigere overeenkomst blijven integraal van kracht.

Art. 29.Bij hun indiensttreding zullen de werknemers beloond worden volgens de categorie van de functie die zij zullen uitoefenen.

Evenwel, gedurende de periode van een proefcontract (maximum 12 maanden), kan het minimummaandloon berekend worden tegen 90 pct.

Sectie 3. - Uitvoeringsstafpersoneel

Art. 30.De minimummaandlonen per categorie van het uitvoeringsstafpersoneel worden als volgt vastgesteld in overeenstemming met de spilindex 108,34 :

Jaren ervaring Années d'expérience

Lager kader Cadre inférieur

Midden kader Cadre moyen

Hoger kader Cadre supérieur

0

1 397,96

1 535,57

2 127,84

1

1 433,80

1 574,94

2 182,40

2

1 470,56

1 615,32

2 238,36

3

1 508,27

1 656,75

2 295,75

4

1 551,37

1 704,08

2 367,50

5

1 594,45

1 751,42

2 439,25

6

1 637,55

1 798,76

2 510,99

7

1 680,64

1 846,09

2 582,73

8

1 723,74*

1 893,43*

2 654,47

9

1 797,91

1 967,85

2 726,22

10

1 872,28

2 041,93

2 797,95

11

1 946,63

2 116,28

2 869,70*

12

2 020,89

2 190,58

2 933,38

13

2 095,21

2 265,02

2 996,99

14

2 169,46

2 339,32

3 060,86

15

2 243,78

2 413,55

3 124,49

16

2 318,16

2 487,92

3 188,16

17

2 392,45

2 562,28

3 251,93

18

2 466,75

2 636,56

3 315,59

19

2 466,75

2 636,56

3 379,19

20

2 466,75

2 636,56

3 442,80

21

2 466,75

2 636,56

3 506,65

22

2 466,75

2 636,56

3 506,65

23

2 466,75

2 636,56

3 506,65

24

2 466,75

2 636,56

3 506,65

25

2 466,75

2 636,56

3 506,65

26

2 466,75

2 636,56

3 506,65

27

2 466,75

2 636,56

3 506,65

28

2 466,75

2 636,56

3 506,65

29

2 466,75

2 636,56

3 506,65

30

2 466,75

2 636,56

3 506,65

31

2 466,75

2 636,56

3 506,65

32

2 466,75

2 636,56

3 506,65

33

2 466,75

2 636,56

3 506,65

34

2 466,75

2 636,56

3 506,65

35

2 466,75

2 636,56

3 506,65

36

2 466,75

2 636,56

3 506,65

37

2 466,75

2 636,56

3 506,65

38

2 466,75

2 636,56

3 506,65

39

2 466,75

2 636,56

3 506,65

40

2 466,75

2 636,56

3 506,65

41

2 466,75

2 636,56

3 506,65

42

2 466,75

2 636,56

3 506,65

43

2 466,75

2 636,56

3 506,65

44

2 466,75

2 636,56

3 506,65

45

2 466,75

2 636,56

3 506,65

46

2 466,75

2 636,56

3 506,65

47

2 466,75

2 636,56

3 506,65


Sectie 4. - Inspecteurs

Art. 31.De minimum maandlonen per categorie van het inspectiepersoneel, worden als volgt vastgesteld, in overeenstemming met de spilindex 108,34 :

Jaren ervaring Années d'expérience

Categorie 1 Catégorie 1

Categorie 2 Catégorie 2

Categorie 3 Catégorie 3

0

1333,71

1 397,96

1 535,57

1

1403,91

1 433,80

1 574,94

2

1 477,80

1 470,56

1 615,32

3

1 555,57

1 508,27

1 656,75

4

1 571,95

1 551,37

1 704,08

5

1 588,32

1 594,45

1 751,42

6

1 604,69

1 637,55

1 798,76

7

1 621,08

1 680,64

1 846,09

8

1 637,45*

1 723,74*

1 893,43*

9

1 670,20

1 797,91

1 967,85

10

1 703,59

1 872,28

2 041,93

11

1 746,18

1 946,63

2 116,28

12

1 789,85

2 020,89

2 190,58

13

1 834,58

2 095,21

2 265,02

14

1 880,44

2 169,46

2 339,32

15

1 918,07

2 243,78

2 413,55

16

1 956,41

2 318,16

2 487,92

17

1 995,56

2 392,45

2 562,28

18

2 025,48

2 466,75

2 636,56

19

2 055,85

2 466,75

2 636,56

20

2 086,71

2 466,75

2 636,56

21

2 107,54

2 466,75

2 636,56

22

2 128,65

2 466,75

2 636,56

23

2 149,93

2 466,75

2 636,56

24

2 171,41

2 466,75

2 636,56

25

2 193,13

2 466,75

2 636,56

26

2 215,08

2 466,75

2 636,56

27

2 237,23

2 466,75

2 636,56

28

2 281,96

2 466,75

2 636,56

29

2 281,96

2 466,75

2 636,56

30

2 310,49

2 466,75

2 636,56

31

2 310,49

2 466,75

2 636,56

32

2 335,89

2 466,75

2 636,56

33

2 335,89

2 466,75

2 636,56

34

2 361,60

2 466,75

2 636,56

35

2 361,60

2 466,75

2 636,56

36

2 387,60

2 466,75

2 636,56

37

2 387,60

2 466,75

2 636,56

38

2 411,46

2 466,75

2 636,56

39

2 411,46

2 466,75

2 636,56

40

2 435,57

2 466,75

2 636,56

41

2 435,57

2 466,75

2 636,56

42

2 459,93

2 466,75

2 636,56

43

2 459,93

2 466,75

2 636,56

44

2 484,53

2 466,75

2 636,56

45

2 484,53

2 466,75

2 636,56

46

2 509,37

2 466,75

2 636,56

47

2 509,37

2 466,75

2 636,56


HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de lonen aan de gezondheidsindex

Art. 32.De minimumloonschalen vastgelegd in de artikelen 24, 30 en 31 van deze collectieve arbeidsovereenkomst en de reëel uitbetaalde lonen worden gekoppeld aan het viermaandelijks gemiddelde van de gezondheidsindex, maandelijks vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 33.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "spilindex" verstaan : de getallen behorende tot een reeks waarvan de eerste 104,14 - september 2006 (basisjaar 2004 = 100) is.

Elk van de spilindexen wordt bekomen door de vorige te vermenigvuldigen met 1,02. De delen van honderdsten van een punt worden afgerond op het naast hogere honderdste of worden verwaarloosd, naargelang zij al dan niet 50 pct. van een honderdste bereiken.

Art. 34.Iedere keer dat het gemiddelde van twee opeenvolgende viermaandelijkse gemiddelden van de gezondheidsindex een spilindex bereikt, worden de minimumloonschalen en de effectief betaalde lonen aangepast volgens de timing zoals voorzien in artikel 35.

De minimum loonschalen en de effectief uitbetaalde lonen worden vermenigvuldigd met 1,02 wanneer een hogere spilindex wordt bereikt of met 0,9804 vermenigvuldigd wanneer een lagere spilindex wordt bereikt.

Art. 35.De loonsverhogingen of -verminderingen worden toegepast vanaf de eerste dag van de tweede maand volgend op de maand die, zoals in artikel 34 voorzien, een aanpassing rechtvaardigt.

Rang en spilindex Rang et indice pivot -

Verhogings- of verminderingscoëfficiënt Coefficient d'augmentation ou de diminution -

Vereffeningspercentage Pourcentage et liquidation

- 1 - 106,22

1,02(-1) = 0,9804

98,04

0 - 108,34

1

100,00

1 - 110,51

1,02(1) = 1,02

102,00

2 - 112,72

1,02(2) = 1,0404

104,04

3 - 114,97

1,02(3) = 1,0612

106,12


Art. 36.De minimumloonschalen en de effectief betaalde lonen, aangepast volgens artikel 34, worden afgerond tot het naast hogere honderdste of worden verwaarloosd naargelang zij al dan niet 50 pct. van een honderdste bereiken. HOOFDSTUK V. - Arbeidsduur

Art. 37.§ 1. De maximumgrens van de wekelijkse arbeidsduur is vastgesteld op 37 uur en 30 minuten vanaf 1 april 2000. § 2. De ondernemingen waar de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur werd berekend op jaarbasis door het toekennen van compensatiedagen, kunnen dit systeem behouden, naar rato van 1 compensatiedag op jaarbasis per schijf van 10 minuten wekelijkse arbeidstijd boven de grens van 37 u 30 m.

Art. 38.De wekelijkse arbeidsduur wordt over de eerste vijf dagen van de week verdeeld.

De voor de goede gang van de onderneming onontbeerlijke diensten worden evenwel op zaterdag verzekerd.

De ondernemingsraad of, bij ontstentenis ervan, de syndicale afvaardiging bepaalt welke diensten op zaterdag moeten werken, de getalsterkte van het personeel dat met het verzekeren van de diensten is belast, alsmede de bijzondere toepassingswijzen.

Voor de ondernemingen, waar noch een ondernemingsraad, noch een syndicale afvaardiging bestaat, worden in vorig lid bepaalde maatregelen door de werkgever vastgesteld, onder voorbehoud van de instemming van de meerderheid van het personeel. HOOFDSTUK VI. - Bijkomende vakantie voor anciënniteit in de firma

Art. 39.Onverminderd de gunstiger bepalingen die in de onderneming kunnen worden overeengekomen en onverminderd de inachtneming van de verworven toestand, is de regeling voor de bijkomende vakantie voor anciënniteit in de firma als volgt vastgesteld : § 1. De anciënniteit wordt berekend op de eerste dag van het kalenderjaar tijdens hetwelk de vakantie wordt toegekend. § 2. De vakantiedagen ten gevolge van anciënniteit in de onderneming worden op basis van één dag bovenop de 20 wettelijke dagen vanaf 1997 toegekend per schijf van vijf jaar anciënniteit. § 3. De ondernemingen die reeds bijkomende vakantiedagen, bovenop de 20 wettelijke, toekennen, kunnen deze in mindering brengen van de anciënniteitsdagen waarvan sprake in bovenvermelde paragraaf. § 4. Voor de deeltijdse werknemers zullen het aantal vermelde vakantiedagen, bepaald in artikel 39, in verhouding tot hun wekelijkse arbeidsduur bepaald worden. HOOFDSTUK VII. - Kort verzuim

Art. 40.Ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, welke hierna zijn opgesomd, hebben de werknemers het recht, met behoud van hun loon, het werk te verzuimen voor een als volgt bepaalde duur :

Reden van verzuim

Duur van verzuim

Motifs de l'absence

Durée de l'absence

1. Huwelijk van de werknemer

Twee gewoonlijk gepresteerde werkdagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week. 1. Mariage du travailleur. Deux jours ouvrables habituellement travaillés à choisir par le travailleur dans la semaine où se situe l'événement ou dans la semaine suivante.

2. Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn/haar echtgeno(o)t(e) of levensgezel(lin), van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stief/pleegvader, schoonmoeder, stief/pleegmoeder, van een kleinkind van de werknemer. Een werkdag.

2. Mariage d'un enfant du travailleur ou de son/sa compagn(e)on, ou épou(x)se d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle soeur, du père, de la mère, du beau-père, du père adoptif, de la belle-mère, de la mère adoptive, d'un petit-enfant du travailleur. Un jour ouvrable.

3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of levensgezel(lin), van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer. De dag van de plechtigheid.

3. Ordination ou entrée au couvent d'un enfant du travailleur ou de son épou(x)se ou compagn(e)on, d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur du travailleur. Le jour de la cérémonie.

4. Bevalling van de echtgenote of levensgezel(lin) van de werknemer. Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de twaalf dagen te rekenen vanaf de dag der bevalling.

4. Accouchement de l'épou(x)se ou compagne du travailleur. Trois jours à choisir par le travailleur dans les douze jours à dater du jour de l'accouchement.

5. Overlijden van de echtgeno(o)t(e) of levensgezel(lin), van een kind van de werknemer of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of levensgezel(lin), van de vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, stief/pleegvader of stief/pleegmoeder van de werknemer. Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.

5. Décès de/du épou(x)se ou compagn(e)on, d'un enfant du travailleur ou de son épou(x)se ou compagn(e)on, du père, de la mère, du beau-père, du père adoptif, de la belle-mère, de la mère adoptive du travailleur. Trois jours à choisir par le travailleur dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles.

6. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon, schoondochter die bij de werknemer inwoont. Twee dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.

6. Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, d'un petit-enfant, d'un gendre, d'une bru habitant chez le travailleur. Deux jours à choisir par le travailleur dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles.

7. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of schoondochter die niet bij de werknemer inwoont. Een werkdag.

7. Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, d'un petit-enfant, d'un gendre, d'une bru n'habitant pas chez le travailleur. un jour ouvrable.

8. Plechtige communie van een kind van de werknemer of van zijn/haar echtgeno(o)t(e) of levensgezel(lin). De dag van de plechtigheid of de gewone activiteitsdag die de gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of volgt, wanneer deze met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag samenvalt.

8. Communion solennelle d'un enfant du travailleur ou de son épou(x)se ou compagn(e)on. Le jour de la cérémonie où le jour habituel d'activité qui précède ou suit immédiatement l'événement, lorsque celui-ci coïncide avec un dimanche, un jour férié ou un jour habituel d'inactivité.

9. Deelneming van een kind van de werknemer of van zijn levensgezel(lin) aan het feest van de vrijzinninge jeugd daar waar dit feest plaats heeft. De dag van het feest of de gewone activiteitsdag die de gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of volgt, wanneer deze met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag samenvalt.

9. Participation d'un enfant du travailleur ou de son/sa compagn(e)on à la fête de la jeunesse laïque là où elle est organisée. Le jour de la fête ou le jour habituel d'activité qui précède ou suit immédiatement l'événement lorsque celui-ci coïncide avec un dimanche, un jour férié ou un jour habituel d'inactivité.

10. Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter. De nodige tijd met een maximum van een dag.

10. Participation à la réunion d'un conseil de famille convoqué par le juge de paix. Le temps nécessaire avec un maximum d'un jour.

11. Deelneming aan een jury of oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.

11. Participation à un jury ou convocation comme témoin devant les tribunaux ou comparution personnelle ordonnée par la juridiction du travail. Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours.

12. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen. De nodige tijd.

12. Exercice des fonctions d'assesseur d'un bureau principal ou d'un bureau unique de vote, lors des élections législatives, provinciales et communales. Le temps nécessaire.

13. Uitoefening van een ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.

13. Exercice des fonctions d'assesseur d'un bureau principal de dépouillement lors des élections législatives, provinciales et communales. Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours.

14. Adoptie van een kind. De nodige tijd om de administratieve en gerechtelijke formaliteiten te vervullen.

14. Adoption d'un enfant. Le temps nécessaire pour accomplir les formalités administratives et juridiques.

15. Verhuis van de werknemer van zijn hoofdverblijfplaats. Eén werkdag; maximaal 1 werkdag per jaar en dit mits voorlegging van een verklaring op eer, ondertekend door de werknemer, met betrekking tot zijn adreswijziging of mits voorlegging van enig ander, voor de werkgever aanvaardbaar bewijsmiddel.

15. Déménagement du travailleur de sa résidence principale. Un jour ouvrable; maximum 1 jour ouvrable par an et ce moyennant présentation d'une déclaration sur l'honneur, signée par le travailleur, concernant son changement d'adresse ou moyennant tout autre moyen de justification acceptable pour l'employeur.

Voor de toepassing van de nummers 2, 3, 5, 8 en 9 wordt het adoptie-, pleeg- of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.

Voor de toepassing van de nummers 6 en 7 worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de werknemer. HOOFDSTUK VIII. - Ontslag en wederindienstneming

Art. 41.Zonder afbreuk te doen aan het principe van het werkgeversgezag en ten einde, naar gelang van de economische mogelijkheden van de onderneming de stabiliteit van de arbeidskrachten te verzekeren, geschiedt het eventueel ontslag met inachtneming van sommige regels van billijkheid.

Art. 42.Bij het ontslag dat aan bijzondere economische omstandigheden is te wijten, wordt een orde van voorrang voorzien met inachtneming van de bevoegdheid, de verdienste, de specialisatie, de leeftijd, de anciënniteit en de gezinslast.

Art. 43.Evenzo, wordt, bij wederindienstneming, de voorrang van de ontslagen werknemers verleend in dezelfde volgorde als bij het ontslag, doch omgekeerd. HOOFDSTUK IX. - Verlof voor syndicale vorming

Art. 44.Elke representatieve werknemersorganisatie beschikt over een krediet in dagen voor de vorming buiten de onderneming van haar afgevaardigden in de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en de vakbondsafvaardiging. Dat krediet bedraagt, voor elke representatieve werknemersorganisatie, 6 dagen voor 4 jaar effectief mandaat uitgeoefend door een van haar aangeslotenen in de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en de vakbondsafvaardiging.

Dat krediet in dagen kan gebruikt worden door de effectieve of plaatsvervangende leden van die organen zonder dat een van zijn leden daarvoor, en voor het geheel van zijn dagenkrediet voor syndicale vorming, meer dan 28 dagen kan gebruiken over een periode van 4 jaren. HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen

Art. 45.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2008 en wordt gesloten voor een onbepaalde tijd.

Iedere ondertekenende partij mag deze collectieve arbeidsovereenkomst opzeggen mits een opzegging van drie maanden.

Deze opzegging wordt gericht, bij een ter post aangetekende brief, aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de makelarij en de verzekeringsagentschappen.

Addendum bij wijze van inlichting Uittreksel uit de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 23 van 25 juli 1975, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 september 1975.

Art. 4.Bij ontstentenis van een andersluidende collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het paritair comité heeft het in artikel 3 bepaalde gemiddeld minimum maandinkomen betrekking op alle elementen van het loon die verband houden met de normale arbeidsprestaties waarop de werknemer recht heeft ten laste van zijn werkgever.

Deze elementen omvatten onder meer het loon in geld of in natura, het vast of veranderlijk loon alsmede de premies en voordelen waarop de werknemer recht heeft ten laste van de werkgever uit hoofde van zijn normale arbeidsprestaties, dit wil zeggen de prestaties vermeld in de arbeidswet van 16 maart 1971 en per onderneming gepreciseerd in het arbeidsreglement (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971).

Zij omvatten onder meer niet de overlonen voor overwerk, de voordelen bedoeld bij artikel 19, § 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969, genomen ter uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; zij omvatten evenmin de sociale uitkeringen die toegekend worden naar aanleiding van schorsingsperioden van de arbeidsovereenkomst.

Commentaar bij artikel 4 1) Het criterium voor de inschakeling van premies of andere voordelen in het gemiddeld minimum maandinkomen is het recht dat de werknemer erop kan laten gelden, rechtstreeks of onrechtstreeks ten laste van de werkgever, krachtens de normale arbeidsprestaties die hij heeft geleverd.2) Het criterium "normale arbeidsprestaties" betekent dat geen rekening wordt gehouden met : a) Overlonen die worden betaald als vergoeding van prestaties die als bijkomende prestaties moeten aangezien worden ten overstaan van de arbeidswet van 16 maart 1971, de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de arbeidsduur evenals het arbeidsreglement.b) De voordelen bedoeld bij artikel 19, § 2 van genoemd koninklijk besluit van 28 november 1969 dit wil zeggen : 1° de vergoeding toegekend in geval van sluiting van ondernemingen;2° de vergoedingen aan de werknemers verschuldigd wanneer de werkgever zijn wettelijke, contractuele of statutaire verplichtingen niet nakomt, daarin is begrepen, in afwijking van bovenvermeld artikel 19, § 2, de vergoeding wegens onrechtmatige beëindiging hetzij van de dienstbetrekking voor onbepaalde tijd wegens niet eerbiediging van de opzeggingstermijn of van het nog te lopen gedeelte van deze termijn, hetzij van de dienstbetrekking voor bepaalde tijd of voor een bepaald werk wegens beëindiging voor het verstrijken van de termijn of de beëindiging van het werk;3° de vergoeding wegens uitwinning, bedoeld in artikel 15 van de wet van 30 juli 1963 tot instelling van het statuut der handelsvertegenwoordigers;4° de bedragen die gelden als terugbetaling van de kosten die de werknemer heeft verricht om zich van zijn woonplaats naar zijn werkplaats te begeven, alsook de kosten die ten laste van zijn werkgever vallen;5° de voordelen toegekend in de vorm van arbeidsgereedschap of werkkleding;6° de bedragen die de werkgever aan de werknemer betaalt teneinde zich te kwijten van zijn verplichting om arbeidsgereedschap of werkkleding te bezorgen of om te zorgen voor kost en inwoning wanneer de werknemer ver van zijn woning tewerkgesteld is;7° de bedragen die aan de werknemers worden toegekend wegens hun aansluiting bij een vakorganisatie ten belope van het bedrag door Minister van Sociale Voorzorg bepaald;8° de voordelen die door een fonds voor bestaanszekerheid aan de werknemers worden toegekend in de vorm van zegels en die bepaald zijn bij regelingen, vóór 1 januari 1970 ingevoerd;c) men houdt evenmin rekening met de wettelijke en aanvullende sociale prestaties die worden toegekend naar aanleiding van schorsingsperiodes van de arbeidsovereenkomst zoals : ziekte-uitkeringen, werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid, enkel en dubbel vakantiegeld.3) De premies die betrekking hebben op een periode van meer dan één maand, komen in aanmerking in zover de werknemer het recht op deze premies heeft verworven en in zover die premies binnen een maximum termijn van twaalf maanden worden uitbetaald.Wanneer de werknemer op het ogenblik dat hij zijn werkgever verlaat de voorwaarden tot toekenning van de premie niet vervult en hij daardoor het gemiddeld minimummaandinkomen niet bereikt, dient het bedrag van het inkomen tot het verschuldigde bedrag te worden aangevuld. 4) Voor de werknemer die niet gedurende de ganse maand in kwestie heeft gewerkt, wordt het gemiddeld minimum maandinkomen berekend tot de duur van zijn normale arbeidsprestaties. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Bijlage 2 Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 2009 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2008 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 26 oktober 2008 onder het nummer 95248/CO/307)

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen.

Art. 2.Wijzigingen Er wordt een artikel 2bis toegevoegd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2008 dat luidt als volgt : « § 1 De ervaring houdt rekening met de wettelijke schoolplicht. Deze keuze is terecht, aangezien zij gebaseerd is op de Belgische opleidingsstructuur (middelbare schoolopleiding). § 2 Om rekening te houden met de specifieke eisen van de verschillende categorieën is er voor de onderscheiden categorieën een verschillend aantal voorafgaande ervaringsjaren.

In geval men een werknemer aanneemt die het voor de functie benodigde aantal ervaringsjaren niet zou bezitten, wordt een degressieve coëfficiënt toegepast. Deze coëfficiënt werd verrekend in de baremieke verloning.

In geval men een werknemer aanneemt die voor zijn/haar indiensttreding over meer ervaring zou beschikken dan nodig voor de functie, zal deze eveneens worden verrekend. § 3 Periodes van gelijkgeschakelde ervaring De sociale partners komen overeen om de volgende periodes met ervaring gelijk te schakelen : a) De periodes in een professionele omgeving (ondermeer periodes van stage, interimopdrachten, contracten van bepaalde duur, periode dat werknemers het statuut van zelfstandige hadden en vrijwilligerswerk);b) De periodes van studies en eventuele legerdienst, burgerdienst of gemeenschapsdienst;c) De periodes tijdens dewelke men geen arbeidscontract heeft (we denken hier ook zeer zeker aan de periodes van schorsing van het arbeidscontract, opnemen van tijdskrediet, ouderschapsverlof, loopbaanonderbreking, onbetaald verlof, periodes gedekt door de sociale zekerheid en de sociale wetgeving zoals werkloosheid en ziekte-invaliditeit). Voor zover als nodig wordt verduidelijkt dat het allemaal periodes betreft die doorgebracht werden in België, in een ander land van de Europese Unie of buiten de Europese Unie. § 4. De sociale partners benadrukken dat ze door het invoeren van het begrip ervaring op geen enkel vlak voor enige (of nieuwe) discriminatie willen zorgen, zoals ze dit ook verwoordden in de voorbereidingen van het akkoord van 24 juni 2008 (terug te vinden in de notulen en bijlagen van het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen). »

Art. 3.Geldigheidsduur Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking 1 juli 2008 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Ze kan opgezegd worden door elk der ondertekenende partijen mits een opzeggingstermijn van drie maanden door een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de makelarij en verzekeringsagentschappen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^