Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juni 2010
gepubliceerd op 25 augustus 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende het brugpensioen op 58 jaar

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010202946
pub.
25/08/2010
prom.
13/06/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JUNI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende het brugpensioen op 58 jaar (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielverzorging;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende het brugpensioen op 58 jaar.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juni 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielverzorging Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2009 Brugpensioen op 58 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 10 december 2009 onder het nummer 96377/CO/110)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de textielverzorging evenals op de arbeiders en arbeidsters die ze tewerkstellen.

Art. 2.Een regime van aanvullende vergoeding ten gunste van de bejaarde arbeiders en arbeidsters die worden ontslagen - verder genoemd : brugpensioen - wordt ingesteld.

Dit brugpensioen is gebaseerd op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 91, gesloten op 20 december 2007 in de Nationale Arbeidsraad en het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact.

Art. 3.Leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden. 3.1. Alle arbeiders die door de werkgever na 31 maart 2007 worden ontslagen zonder dringende reden en waarvan het brugpensioen ingaat na 31 december 2007, hebben recht op brugpensioen en op de aanvullende vergoedingen, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, op voorwaarde dat zijn : - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn; - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 37 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen.

Het beroepsverleden wordt bepaald overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact. 3.2. Alle arbeidsters, die door de werkgever na 31 maart 2007 wordt ontslagen zonder dringende reden en waarvan het brugpensioen ingaat na 31 december 2007, hebben recht op brugpensioen en op de aanvullende vergoedingen, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, op voorwaarde dat zij : - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn; - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen.

Het beroepsverleden wordt bepaald overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het conventioneel Brugpensioen in het kader van het Generatiepact. 3.3. In afwijking van de artikelen 3.1. en 3.2. hebben de arbeiders en arbeidsters die ontslagen zijn zonder dringende reden na 31 maart 2007, maar vóór 1 januari 2008 recht op brugpensioen en de aanvullende vergoeding, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, op voorwaarde dat zij : - ten laatste op 31 december 2007 58 jaar of ouder zijn; - ten laatste op 31 december 2007 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen.

Het beroepsverleden wordt bepaald overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/12/1992 pub. 26/05/2000 numac 2000016127 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 1991 houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de commautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden. - Gedeeltelijke vernietiging sluiten betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van brugpensioen. 3.4. Om te bepalen of het brugpensioen ingaat vóór of na 31 december 2007 wordt geen rekening gehouden met de verlenging van de opzeggingstermijn ingevolge de toepassing van de artikelen 38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 4.De leeftijd voorzien in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst moet bereikt zijn op het ogenblik dat de opzeggingstermijn werkelijk een einde neemt.

Art. 5.Om van dit regime van brugpensioen te genieten moeten de arbeiders en arbeidsters bovendien aan de volgende voorwaarden voldoen : - gedurende tenminste 5 jaar - desgevallend middels onderbroken periodes - tewerkgesteld geweest zijn in de sector; - gedurende de periode van twaalf maanden, onmiddellijk voorafgaan aan de datum van aanvang van het brugpensioen, ononderbroken tewerkgesteld geweest zijn in de onderneming.

Art. 6.De bepalingen inzake de aanvullende vergoeding, zoals bedoeld bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, zijn van toepassing op dit sectoraal brugpensioen.

De werknemers die zijn ontslagen in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst behouden het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging", wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.

Zij behouden ook het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging", ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.

Art. 7.De arbeiders en arbeidsters die in uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst met brugpensioen gaan, moeten in de onderneming bij voorkeur vervangen worden door werknemers uit de risicogroepen, zoals voorzien in de wet van 29 december 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/12/1990 pub. 02/12/2011 numac 2011000753 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende sociale bepalingen Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels sluiten houdende sociale bepalingen, hoofdstuk XI : "Bepalingen betreffende het interprofessioneel akkoord".

Art. 8.Voor de berekening van de netto refertebezoldiging zal desgevallend rekening worden gehouden met de baremieke verschillen ten opzichte van het gewaarborgd gemiddeld maandelijks minimum inkomen overeenkomstig de modaliteiten van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2003 (koninklijk besluit van 5 juni 2004, Belgisch Staatsblad van 7 juli 2004).

Art. 9.De aanvullende vergoeding van het brugpensioen en de bijzondere maandelijkse werkgeversbijdragen voor de werkloosheidsverzekering (voorzien in de artikelen 141 en 142 van de wet van 29 december 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/12/1990 pub. 02/12/2011 numac 2011000753 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende sociale bepalingen Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels sluiten), alsook de bijzondere maandelijkse werkgeversbijdrage bestemd voor de Rijksdienst voor Pensioenen (ingevoerd door de programmawet van 22 december 1989), met uitzondering van de verhoogde bijdrage voor ondernemingen in herstructurering, worden ten laste genomen door het "Gemeenschappelijk Fonds voor de sociale vooruitgang in de sectoren van de textielverzorging".

De door het hiervoor genoemde fonds uitbetaalde maandelijkse aanvullende vergoeding van het brugpensioen bedraagt minimaal 91,38 EUR. De aanvullende vergoeding brugpensioen wordt na halftijds tijdskrediet of 4/5e loopbaanvermindering in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77, berekend op basis van het voltijds loon dat van toepassing zou geweest zijn op het ogenblik van de overgang naar het brugpensioen indien de arbeid(st)er geen tijdskrediet of loopbaanvermindering zou genomen hebben.

Art. 10.Volgens het koninklijk besluit van 7 december 1992Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/12/1992 pub. 26/05/2000 numac 2000016127 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 1991 houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de commautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden. - Gedeeltelijke vernietiging sluiten en het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten zijn alle sancties wegens het niet naleven van de vervangingsplicht, met name : - een eventuele administratieve geldboete; - een forfaitaire compensatoire dagvergoeding voor de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening; - eventuele strafrechtelijke geldboetes.

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juli 2009, treedt in werking op 1 januari 2010 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2011.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^