Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 maart 1998
gepubliceerd op 24 maart 1998

Koninklijk besluit houdende het reglement van de Lotto 7, openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 september 1993, houdende het reglement van de Lotto en van de Joker, openbare loterijen georganiseerd door de Nationale Loterij

bron
ministerie van financien
numac
1998003088
pub.
24/03/1998
prom.
13/03/1998
ELI
eli/besluit/1998/03/13/1998003088/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 MAART 1998. Koninklijk besluit houdende het reglement van de Lotto 7, openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 september 1993, houdende het reglement van de Lotto en van de Joker, openbare loterijen georganiseerd door de Nationale Loterij


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 2, eerste lid, op artikel 8, § 2, derde lid, en op artikel 27, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 1993, houdende het reglement van de Lotto en van de Joker, openbare loterijen georganiseerd door de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 18bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni 1996;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Nationale Loterij;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Overwegende dat de eerste Lottotrekking heeft plaatsgehad in 1978 en dat deze openbare loterijvorm in 1998 derhalve zijn twintigste verjaardag viert;

Overwegende dat de zorg van de Nationale Loterij om bij die gelegenheid, naast de bestaande 6/42 Lottoformule, ook een andere Lottoformule te stimuleren teneinde in het algemeen belang haar winst te vergroten en al haar wettelijke verplichtingen te kunnen nakomen, wijst op een gezond beheer van deze openbare instelling;

Overwegende dat de studie van de haalbaarheid, de conceptie, de organisatie en de rendabiliteit van de in dit besluit bedoelde openbare loterijvorm vele maanden werk heeft gevergd van de diensten van de Nationale Loterij;

Overwegende dat als deze nieuwe Lottoformule niet wordt gestimuleerd, de Nationale Loterij extra inkomsten dreigt mis te lopen;

Overwegende dat de Nationale Loterij zonder uitstel een aantal administratieve, commerciële en technische voorbereidselen moet treffen om het doel van dit besluit binnen de gestelde termijnen te kunnen verwezenlijken;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door bovenstaande overwegingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Principe van de deelneming

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de openbare loterij die door de Nationale Loterij wordt georganiseerd onder de naam "Lotto 7" en waarvan de trekking is gefixeerd op 11 april 1998.

Art. 2.Deelneming aan de Lotto 7 is de uitslag voorspellen van een trekking die een geheel van 7 nummers uit de reeks nummers gaande van 1 tot 36 bepaalt. Elke voorspelling is gebaseerd op een geheel van 7 nummers.

Art. 3.De deelnemingsverwerving geschiedt volgens de on line verwerkingsmethode, dit wil zeggen onvertraagd, via een netwerk van terminals die rechtstreeks verbonden zijn met een computersysteem van de Nationale Loterij waaraan ze ter registratie de deelnemingsgegevens doorgeven die voorkomen op de in artikel 4 bedoelde formulieren of die voortvloeien uit de in artikel 10 bedoelde bijzondere procedure.

De terminals worden door de Nationale Loterij geplaatst in de on line-centra waarmee zij hierover een overeenkomst sloot. HOOFDSTUK II. - De formulieren

Art. 4.§ 1. Onder voorbehoud van artikel 10, brengen de deelnemers hun voorspellingen uit door middel van formulieren die uit een enkel luik bestaan.

De gegevens die door de deelnemers op de formulieren worden aangebracht, hebben slechts een indicatieve waarde en vormen geen bewijs van deelneming. Nadat de formulieren zijn behandeld via de terminal, worden ze teruggegeven aan de deelnemers, die er vrij over beschikken.

De volgende formuliertypes bestaan : 1° enkelvoudige formulieren;2° meervoudige formulieren. § 2. De twee in § 1 bedoelde formuliertypes kunnen alleen voor de deelnemingsverwerving voor de in artikel 1 bedoelde trekking worden gebruikt.

De deelnemingsverwerving voor die trekking, waarvan de datum en de dag op het in artikel 11 bedoelde deelnemingsbewijs staan vermeld, is afhankelijk van de voorwaarde dat de geregistreerde deelnemingsgegevens, overeenkomstig artikel 12, vóór de trekking zijn overgeschreven op een elektronische informatiedrager. § 3. Op de voorzijde van de formulieren staat een voorgedrukt nummer dat is samengesteld uit 2 groepen van 3 veranderlijke cijfers en dat uitsluitend dient voor de formulierverwerking. Op de keerzijde kan uitleg staan voor de deelnemers. § 4. Enkel de van de Nationale Loterij uitgaande formulieren zijn geldig voor deelnemingsverwerving. Ze worden ter beschikking gesteld van de deelnemers in de on line-centra. De Nationale Loterij mag toestemmen in de verkoop van formulieren tegen de door haar bepaalde prijs. HOOFDSTUK III. - Deelnemingsregels

Art. 5.Enkelvoudige formulieren omvatten 12 roosters met 36 van 1 tot 36 genummerde vakjes. De roosters zijn gegroepeerd in 6 groepen van 2 boven elkaar geplaatste roosters. De deelneming geschiedt verplicht per groep van 2 boven elkaar geplaatste roosters. Afhankelijk van zijn inzet vult de deelnemer, beginnend van links, 1, 2, 3, 4, 5 of 6 groepen van 2 boven elkaar geplaatste roosters in.

Het inzetbedrag is vermeld onder de groepen van 2 boven elkaar geplaatste roosters. Het is bepaald op 80 F, 160 F, 240 F, 320 F, 400 F of 480 F voor respectievelijk 2, 4, 6, 8, 10 of 12 roosters.

Per rooster kiest de deelnemer 7 nummers door in de gekozen vakjes een « x »-vormig kruis te plaatsen.

Art. 6.Meervoudige formulieren omvatten 1 rooster met 36 van 1 tot 36 genummerde vakjes.

Op het formulier bevindt zich eveneens, links van het rooster, een kader met 7 vakjes waarin de getallen 8, 9, 10, 11, 12, 13 of 14 vermeld zijn. Ze geven het aantal nummers aan dat in het rooster moet worden aangekruist naar rata van de betrokken inzet. Het bedrag van deze laatste staat tegenover elk vakje en is vastgesteld op 320 F, 1 440 F, 4 800 F, 13 200 F, 31 680 F, 68 640 F of 137 280 F voor respectievelijk 8, 9, 10, 11, 12, 13 of 14 gekozen nummers.

Binnen het gepaste kader merkt de deelnemer met een « x »-vormig kruis datgene van de 7 vakjes dat het aantal in het rooster te kiezen nummers bepaalt. In het rooster plaatst hij een « x »-vormig kruis in de vakjes met de nummers van zijn keuze.

Art. 7.Bij deelneming aan de Lotto 7 volgens de formule van de « enkelvoudige » formulieren, verwezenlijkt men per rooster een enkel geheel van 7 nummers, wat één voorspelling vertegenwoordigt.

Bij deelneming volgens de formule van de « meervoudige » formulieren, verwezenlijkt men per rooster alle gehelen van 7 nummers die uit de 8 tot 14 beschouwde nummers kunnen worden afgeleid. Elk geheel van 7 nummers vertegenwoordigt één voorspelling.

Uit 8, 9, 10, 11, 12, 13 of 14 nummers kunnen respectievelijk 8, 36, 120, 330, 792, 1 716 of 3 432 gehelen van 7 nummers worden afgeleid.

De inzet per voorspelling bedraagt 40 F.

Art. 8.Alle op de formulieren aangebrachte « x »-vormige kruisen moeten binnen de betrokken vakjes staan. Ze moeten worden aangebracht met een balpen, in het zwart of in het blauw.

Art. 9.De ter registratie aangeboden formulieren mogen gevouwen, beklad, verfrommeld, noch gescheurd zijn.

Om de registratie van de deelnemingsgegevens mogelijk te maken, mogen de uitbaters van on line-centra, via de terminal en op aanwijzing van de deelnemer, de gegevens van een onjuist ingevuld formulier rechtzetten.

Art. 10.De deelnemingsverwerving kan ook zonder formulier, door middel van de procedure die "Quick-Pick" wordt genoemd.

Door voor die procedure te opteren, kiest de deelnemer een deelnemingswijze volgens de mogelijkheden die de formulieren bieden.

Hij ziet evenwel af van de mogelijkheid om zijn nummers te kiezen en aanvaardt dat ze hem willekeurig door het computersysteem van de Nationale Loterij worden toegewezen. HOOFDSTUK IV. - Het deelnemingsbewijs

Art. 11.§ 1. Na betaling van zijn inzet, in geld of met welk ander door de Nationale Loterij aanvaard betaalmiddel ook, ontvangt de deelnemer een deelnemingsbewijs, afgeleverd door de met de terminal verbonden drukker.

Op het deelnemingsbewijs staan : 1° datum en uur der deelnemingsverwerving;2° datum en dag van de trekking;3° de geregistreerde deelnemingsnummers, weergegeven volgens de door de deelnemer gekozen deelnemingsformule;4° het in § 2 bedoelde « superpotnummer »;5° het totaal bedrag van de betaalde inzet;6° een streepjescode en een reeks numerieke codes, bestemd voor controle-, identificatie- en verwerkingsdoeleinden. § 2. Het in § 1 bedoelde « superpotnummer » is een veranderlijk nummer van 7 cijfers gaande van 0 000 000 tot 9 999 999. Het wordt door het computersysteem van de Nationale Loterij gegenereerd op basis van een algoritme. Van links naar rechts stellen de 7 cijfers respectievelijk de miljoentallen, de honderdduizendtallen, de tienduizendtallen, de duizendtallen, de honderdtallen, de tientallen en de eenheden voor. § 3. Door het deelnemingsbewijs te aanvaarden, erkent de deelnemer dat de erop voorkomende deelnemingsgegevens overeenstemmen met zijn wensen.

Alleen de Nationale Loterij mag toestemming verlenen tot de vernietiging van een deelnemingsbewijs, onder de door haar bepaalde voorwaarden.

Deelnemingsbewijzen die na afgifte welke wijziging ook hebben ondergaan, worden als ongeldig beschouwd. HOOFDSTUK V. - Geldigheid van de deelneming

Art. 12.De deelneming is pas effectief als de op het deelnemingsbewijs vermelde deelnemingsgegevens vóór de betrokken trekking door de Nationale Loterij zijn overgeschreven op een elektronische informatiedrager die vóór de trekking door een gerechtsdeurwaarder moet worden verzegeld en bij betwisting als enig bewijsstuk geldt.

Als er, om welke reden ook, geen transcriptie op een informatiedrager is volgens de in het eerste lid bedoelde voorwaarden, worden de inzetten terugbetaald op voorlegging van het deelnemingsbewijs. HOOFDSTUK VI. - De trekking

Art. 13.De trekking van de Lotto 7 wordt uitgevoerd met een trommel.

Zesendertig ballen van eenzelfde materie, identiek volume en gewicht en genummerd van 1 tot 36, worden in de trommel gelegd. Acht ballen worden er achtereenvolgens uitgehaald. Een uitgehaalde bal mag niet in de trommel worden teruggelegd. De eerste zeven uitgehaalde ballen bepalen de winnende nummers. De achtst uitgehaalde bal bepaalt een nummer dat « bijkomend nummer » wordt genoemd.

Vóór elke uithaling worden de ballen gemengd. HOOFDSTUK VII. - Bepaling van de loten van de Lotto

Art. 14.Recht op een lot geven : de gehelen waarin op basis van de trekkingsuitslag 1° de 7 winnende nummers;2° 6 winnende nummers;3° 5 winnende nummers;4° 4 winnende nummers;5° 3 winnende nummers, plus het bijkomend nummer voorkomen. Elk geheel wordt maar een keer gerangschikt, en dit op basis van het grootst aantal winnende nummers dat erin voorkomt. Bij dat aantal wordt het bijkomend nummer gevoegd als het voorkomt in een geheel met 3 winnende nummers.

Art. 15.Zevenenveertig pct. van de aangenomen inzetten worden toegekend aan de loten, en wel volgens onderstaande regels : 1° 10 pct.voor de gehelen met de 7 winnende nummers; 2° 10 pct.voor de gehelen met 6 winnende nummers; 3° 7 pct.voor de gehelen met 5 winnende nummers; 4° 20 pct.voor de gehelen met 4 winnende nummers of voor de gehelen met 3 winnende nummers plus het bijkomend nummer.

Het deel, dat globaal wordt toegekend aan de gehelen waarin respectievelijk de 7 winnende nummers, 6 winnende nummers, 5 winnende nummers, 4 winnende nummers of 3 winnende nummers plus het bijkomend nummer voorkomen, wordt steeds in gelijke delen verdeeld onder de winnende gehelen van hetzelfde type.

Art. 16.Als de trekking geen enkel geheel met de 7 winnende nummers aanwijst, wordt het globaal aan die gehelen toegekende deel overgedragen naar het globaal aan de gehelen met 6 winnende nummers toegekende geheel van dezelfde trekking.

Als de trekking geen enkel geheel met 6 winnende nummers aanwijst, wordt het deel dat globaal aan die gehelen wordt toegekend, toegevoegd aan het deel dat globaal wordt toegekend aan de gehelen met 5 winnende nummers van dezelfde trekking.

Als de trekking geen enkel geheel met 5 winnende nummers aanwijst, wordt het deel dat globaal aan die gehelen wordt toegekend, toegevoegd aan het deel dat globaal wordt toegekend aan de gehelen met 4 winnende nummers of met 3 winnende nummers plus het bijkomend nummer van dezelfde trekking.

Als een aan een bepaald geheel toegekend lot hoger is dan het lot, toegekend aan een geheel dat een groter aantal winnende nummers bevat, worden de globaal aan de betrokken gehelen toegekende bedragen opgeteld en wordt het aldus verkregen totaal in gelijke delen verdeeld onder de betrokken winnende gehelen.

Art. 17.Het bedrag der loten wordt afgerond : - naar het lagere duizendtal voor de loten aan de gehelen met de 7 winnende nummers; - naar het lagere honderdtal voor de loten aan de gehelen met 6 winnende nummers; - naar het lagere tiental voor de loten aan de gehelen met 5 winnende nummers; - naar de lagere schijf van 5 F voor de loten aan de gehelen met 4 winnende nummers of met 3 winnende nummers plus het bijkomend nummer.

Voor de toepassing van artikel 16, laatste lid, wordt, van de op de betrokken gehelen toepasselijke afrondingen, de kleinste toegepast. HOOFDSTUK VIII. - Toewijzing van de superpot

Art. 18.De trekking gaat gepaard met een speelpot, « superpot » genaamd, waarvan het op 100 000 000 frank bepaalde bedrag wordt afgenomen van het « Speelpotfonds », bedoeld in artikel 18bis van het koninklijk besluit van 5 september 1993 houdende het reglement van de Lotto en van de Joker, openbare loterijen georganiseerd door de Nationale Loterij, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 juni 1996 en bij artikel 29 van dit besluit.

Art. 19.De superpot wordt volledig toegekend aan een enkel geheel dat de 7 winnende nummers bevat en wordt gecumuleerd met het lot waarop dit geheel recht heeft overeenkomstig artikel 15.

Hiertoe geschiedt de toekenning van de superpot volgens de volgende voorwaarden : 1° als de trekking maar een winnend geheel met de 7 winnende nummers oplevert, wordt de superpot automatisch daaraan toegekend;2° als de trekking meer dan een winnend geheel met de 7 winnende nummers oplevert, wordt de superpot volledig toegekend aan het geheel dat voorkomt op het deelnemingsbewijs waarvan het in artikel 11, § 2, bedoelde superpotnummer het kleinste absoluut wiskundig verschil vertoont met het nummer ter bepaling van de loten van de Joker dat zal worden getrokken op zaterdag 11 april 1998, overeenkomstig artikel 22 van het koninklijk besluit van 5 september 1993, houdende het reglement van de Lotto en van de Joker, openbare loterijen georganiseerd door de Nationale Loterij, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 juli 1996. Als er meerdere gehelen met de 7 winnende nummers voorkomen op deelnemingsbewijzen waarvan de superpotnummers : a) een even groot wiskundig verschil vertonen ten opzichte van het nummer ter bepaling van de loten van de Joker, dan wordt de superpot toegekend aan het winnend geheel op het deelnemingsbewijs waarvan het superpotnummer groter is dan het nummer ter bepaling van de loten van de Joker;b) identiek zijn, dan wordt de superpot toegekend aan het winnend geheel, aangewezen door een trekking, uitgevoerd overeenkomstig artikel 25;3° Als de trekking geen enkel geheel met de 7 winnende nummers aanwijst, wordt de superpot toegekend aan een enkel geheel met 6 winnende nummers en gecumuleerd met het lot waarop dit geheel recht heeft overeenkomstig artikelen 15 en 16.Als de trekking geen enkel geheel met 6 winnende nummers aanwijst, wordt de superpot toegekend aan een enkel geheel met 5 winnende nummers en gecumuleerd met het lot waarop dit geheel recht heeft overeenkomstig artikelen 15 en 16. Als de trekking geen enkel geheel met 5 winnende nummers aanwijst, wordt de superpot toegekend aan een enkel geheel met 4 winnende nummers of met 3 winnende nummers plus het bijkomend nummer en gecumuleerd met het lot waarop dit geheel recht heeft overeenkomstig artikelen 15 en 16.

In dit geval wordt de superpot toegekend volgens de voorwaarden bepaald in 1° en 2°. HOOFDSTUK IX. - Uitbetaling van de loten

Art. 20.De loten, ongeacht het bedrag ervan, zijn betaalbaar tegen afgifte van het winnend deelnemingsbewijs binnen een termijn van 13 weken, ingaande op de datum van de in artikel 1 bedoelde trekking.

Als een trekking niet is gehouden op de oorspronkelijk vastgestelde datum en naar een latere datum is verdaagd, loopt de termijn van 13 weken vanaf de oorspronkelijk vastgestelde datum.

Als een trekking aanleiding heeft gegeven tot een aanvullende trekking, loopt de in het tweede lid bedoelde termijn van 13 weken vanaf de oorspronkelijk voor de onderbroken trekking vastgestelde datum.

Na afloop van die termijn zijn de loten vervallen en verblijven ze aan de Nationale Loterij.

Art. 21.De loten worden uitbetaald op de wijze die de Nationale Loterij nuttig acht.

De deelnemingsbewijzen waarmee een globale winst van maximum 1 miljoen frank wordt behaald, moeten ter inning worden aangeboden in een on line-centrum naar keuze van de deelnemer.

De deelnemingsbewijzen waarmee een globale winst van meer dan 1 miljoen frank wordt behaald, moeten ter inning worden aangeboden ten zetel van de Nationale Loterij.

Art. 22.Klachten over de uitbetaling van de loten moeten, op straffe van nietigheid, worden ingediend binnen een termijn van 13 weken ingaande op de trekkingsdatum.

Als de winst niet hoger is dan 30 000 F, moeten de klachten tegen ontvangstbewijs in een on line-centrum worden ingediend.

Als de winst 30 000 F overschrijdt, moeten de klachten hetzij bij aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht, hetzij bij de Nationale Loterij worden afgegeven tegen ontvangstbewijs.

Bij elke klacht moet het deelnemingsbewijs gevoegd zijn. Op de keerzijde ervan moet de deelnemer zijn naam, voornaam en adres vermelden. HOOFDSTUK X. - Algemene bepalingen

Art. 23.De uitbaters van de on line-centra, andere dan die die rechtstreeks door de Nationale Loterij worden uitgebaat, zijn onafhankelijke tussenpersonen; de op deze uitbaters berustende verantwoordelijkheid voor de volmaakte uitvoering der bewerkingen kan in geen geval op de Nationale Loterij worden afgewenteld.

Art. 24.De dagen en uren voor de deelnemingsverwervingen met het oog op de trekking, zijn verkrijgbaar in elk on line-centrum.

Art. 25.§ 1. De trekkingen zijn openbaar, staan onder het toezicht van een gerechtsdeurwaarder en van minstens een lid van de raad van bestuur van de Nationale Loterij en onder de leiding van de directeur-generaal van de Nationale Loterij of van diens afgevaardigde.

De onverwachte afwezigheid op het geplande uur van een van beide voornoemde controleorganen vormt geen beletsel voor het houden van de trekkingen, die dan ook onder het toezicht staan van slechts een orgaan.

Als de trekkingen buiten de wil van de Nationale Loterij worden onderbroken, wordt door het (de) toezichtsorgaan (-organen) een lijst opgesteld met de geldig verkregen gedeeltelijke resultaten en wordt er een aanvullende trekking gehouden om te komen tot volledige resultaten.

Als de trekkingen uitzonderlijk niet op de geplande datum kunnen plaatshebben, worden ze gehouden op een latere, door de Nationale Loterij bepaalde datum, die wordt bekendgemaakt met alle middelen die ze nuttig acht.

De directeur-generaal of zijn afgevaardigde regelt ieder ander incident in verband met de trekkingen. § 2. De Nationale Loterij maakt de uitslag van de trekkingen bekend met de middelen die ze nuttig acht.

Art. 26.De loten toegekend met toepassing van dit besluit zijn vrijgesteld van elke belasting ten bate van de Staat.

Art. 27.De Nationale Loterij erkent slechts een eigenaar van een deelnemingsbewijs, namelijk de drager ervan.

Bij diefstal, verlies of vernietiging van een deelnemingsbewijs of van een aan toonder opgesteld bewijs van bewaargeving, zal geen enkele klacht of verzet aanvaard worden.

Art. 28.De Nationale Loterij en de tussenpersonen van haar distributienet eerbiedigen de anonimiteit van de deelnemers, behalve als ze ze verzaken. HOOFDSTUK XI. - Wijziging in het koninklijk besluit van 5 september 1993, houdende het reglement van de Lotto en van de Joker, openbare loterijen georganiseerd door de Nationale Loterij

Art. 29.Artikel 18bis, § 1, derde lid, van het koninklijk besluit van 5 september 1993, houdende het reglement van de Lotto en van de Joker, openbare loterijen georganiseerd door de Nationale Loterij, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 juni 1996, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het bedrag van het Speelpotfonds wordt volledig of gedeeltelijk op de in § 2 bedoelde wijze aan de loten toegevoegd. Het kan ook volledig of gedeeltelijk worden toegevoegd aan de loten die bij trekking zijn toegekend en die behoren tot de loterijvormen die door de Nationale Loterij worden georganiseerd overeenkomstig artikel 2, eerste lid, van de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij. ». HOOFDSTUK XII. - Slotbepalingen

Art. 30.Dit besluit treedt in werking op 24 maart 1998.

Art. 31.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 maart 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT

^