Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 maart 1998
gepubliceerd op 27 maart 1998

Koninklijk besluit betreffende de wijze van uitgifte van de loterij met biljetten, "PICTO" genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij

bron
ministerie van financien
numac
1998003157
pub.
27/03/1998
prom.
13/03/1998
ELI
eli/besluit/1998/03/13/1998003157/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 MAART 1998. Koninklijk besluit betreffende de wijze van uitgifte van de loterij met biljetten, "PICTO" genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 2, eerste lid, en op artikel 27, tweede lid;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Overwegende dat de ontwikkelingen in het publieksgedrag de Nationale Loterij hebben doen vaststellen dat de aantrekkingskracht van de openbare-loterijvormen die ze overeenkomstig artikel 2, eerste lid van de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij organiseert, met name die van de loterijen met biljetten, onderhevig is aan een erosieverschijnsel dat, in vergelijking met vroeger, sneller verloopt en derhalve de levensduur van deze loterijvormen sterk verkort;

Overwegende dat dit erosieverschijnsel een versnelde vernieuwing van de genoemde loterijvormen des te onontbeerlijker maakt daar de in het bedrijfsplan beoogde jaarlijkse verhoging met 5 % van de ontvangsten van de Nationale Loterij, een essentiële voorwaarde vormt opdat de Nationale Loterij al haar wettelijke verplichtingen kan nakomen;

Overwegende dat het studiewerk betreffende de haalbaarheid, het ontwerp, de organisatie en de rendabiliteit van de in dit besluit bedoelde openbare-loterijvorm vele maanden werk heeft gevergd van de diensten van de Nationale Loterij;

Overwegende dat de Nationale Loterij, bij gebrek aan een onverwijlde lancering van deze nieuwe, extra ontvangsten genererende vorm van openbare loterij, in de onmogelijkheid zou verkeren al haar verplichtingen in 1998 na te komen;

Overwegende dat het, om een dergelijke situatie te voorkomen, absoluut noodzakelijk is dringend dit besluit te nemen, zodat de Nationale Loterij onmiddellijk alle vereiste maatregelen kan treffen met het oog op de organisatie, vanaf midden april 1998, van de loterijvorm die erin wordt bedoeld;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door de voorgaande overwegingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Dit reglement is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten, "PICTO" genaamd.

De PICTO is een loterijvorm waarvan de loten uitsluitend zonder loting worden toegekend d.m.v. figuren die verborgen zijn onder een afkrasbare ondoorzichtige bedekkingslaag.

Het uitzicht van de biljetten kan afgestemd worden op diverse thema's in verband met sportieve en culturele aangelegenheden in de ruime zin evenals in verband met alle evenementen die de Nationale Loterij interessant acht. § 2. Elk biljet bestaat uit twee duidelijk afgebakende, scheidbare delen. Voor de verkoop van de biljetten vormen die twee delen één geheel. Ze mogen in geen geval afzonderlijk worden verkocht.

Het linkerdeel van het biljet heeft uitsluitend betrekking tot de toewijzing van de in artikel 3 bedoelde loten.

Het rechterdeel van het biljet dient uitsluitend als basis voor de in artikel 6 bedoelde promoties.

Op de keerzijde van de linker- en rechterdelen van de biljetten kan uitleg staan voor de deelnemers.

Art. 2.Het aantal uitgegeven biljetten is door de Nationale Loterij vastgesteld op veelvouden van twee miljoen vierhonderdduizend.

De verkoopprijs per biljet is bepaald op 40 frank.

Art. 3.Per hoeveelheid van twee miljoen vierhonderdduizend biljetten is het aantal loten vastgesteld op 540 339, voor een totaal lotenbedrag van 61 776 000 frank.

Deze loten zijn als volgt verdeeld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.§ 1. Met het oog op de toewijzing van de in artikel 3 bedoelde loten, staat op de voorzijde van het linkerdeel van de biljetten een afgebakende zone die bedekt is met een ondoorzichtige, door de deelnemers af te krassen laag. Onder die ondoorzichtige laag staan vijf figuren op een wisselende plaats. Hiertoe worden verschillende figuurmodellen gebruikt.

Een enkel figuurmodel, dat winnende figuur wordt genoemd en verband houdt met het thema waaronder de biljetten aan het publiek worden aangeboden, komt in aanmerking voor de toewijzing van een lot. Die winnende figuur staat duidelijk afgebeeld vlakbij de in het eerste lid bedoelde zone.

Geeft recht op een lot van : 1° 80 F : het biljet waarvan één van de vijf figuren een winnende figuur voorstelt;2° 160 F : het biljet waarvan twee van de vijf figuren een winnende figuur voorstellen;3° 1 000 F : het biljet waarvan drie van de vijf figuren een winnende figuur voorstellen;4° 10 000 F : het biljet waarvan vier van de vijf figuren een winnende figuur voorstellen;5° 100 000 F : het biljet waarvan alle vijf de figuren een winnende figuur voorstellen. Als een linkerdeel van een biljet een lot toewijst, dan is dat het enig toegewezen lot. Het bedrag ervan is bepaald door het grootst aantal afgebeelde winnende figuren. Een niet-winnend linkerdeel van een biljet vertoont vijf figuren waarvan er geen enkele een winnende figuur voorstelt. § 2. Onder de in § 1 bedoelde ondoorzichtige laag kunnen controlevermeldingen voorkomen.

Van onverkochte biljetten mag alleen de Nationale Loterij de ondoorzichtige lagen afkrassen voor controledoeleinden.

Art. 5.§ 1. Ten behoeve van het geautomatiseerd beheer van de linker biljetdelen, kunnen de volgende vermeldingen op de voor- of achterzijde van de biljetten voorkomen : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers onder een ondoorzichtige bedekkingslaag;3° een zichtbare streepjescode. Teneinde het zuivere toeval bij de toewijzing van de zonder loting toegewezen loten te waarborgen : 1° wordt elke stelselmatigheid geweerd bij het drukken van de aanwijzingen die betrekking hebben op de lotentoewijzing;2° mogen de biljetten geen uiterlijk verschil vertonen dat elementen in verband met de lotentoewijzing kan onthullen. § 2. Het linkerdeel van de biljetten vertoont op de voor- of achterzijde vermeldingen in cijfers en/of letters ter identificatie van de uitgifte waartoe ze behoren. Een uitgifte bestaat uit biljetten waarvan het aantal ofwel op twee miljoen vierhonderdduizend, ofwel op een veelvoud van twee miljoen vierhonderduizend is vastgesteld. Het aantal uitgiften wordt bepaald door de Nationale Loterij.

Art. 6.§ 1. Het rechterdeel van de biljetten, dat als basis dient voor promoties, vertoont op de voorzijde een afgebakende zone die bedekt is met een ondoorzichtige, door de deelnemers af te krassen laag. Onder die ondoorzichtige laag kunnen diverse afbeeldingen in vierkleurendruk of pictogrammen in zwart-wit staan die betrekking hebben op het thema onder hetwelk de biljetten aan het publiek worden aangeboden. In die zone kunnen ook voor controledoeleinden bestemde vermeldingen in cijfers en/of in letters voorkomen.

Het principe van de promoties bestaat erin dat de deelnemers een volledige verzameling vormen met rechterdelen van biljetten waarop telkens een verschillende afbeelding staat, plus een rechter biljetdeel met een bepaald pictogram dat winnend pictogram wordt genoemd. Een volledige verzameling telt een bepaald aantal rechterdelen met een verschillende afbeelding, plus een rechterdeel dat een winnend pictogram voorstelt en verband houdt met het gebruikte thema. Iedere volledige verzameling is winnend en geeft recht op een prijs. Per hoeveelheid van twee miljoen vierhonderdduizend uitgegeven biljetten, kunnen er 24 volledige verzamelingen worden bijeengespaard.

Voor elke promotie stelt de Nationale Loterij volgende voorwaarden vast : het aantal rechterdelen van biljetten dat vereist is voor het samenstellen van een winnende verzameling, de aard van de afbeeldingen en van het winnend pictogram die op de betrokken rechterdelen van biljetten moeten staan en de aard van de toegewezen prijzen. De Nationale Loterij maakt deze voorwaarden bekend met alle nuttig geachte middelen. § 2. Het rechterdeel van de biljetten draagt op de voor- of achterzijde zichtbare vermeldingen in cijfers en/of letters ter identificatie van de uitgifte waartoe de biljetten behoren. § 3. Per hoeveelheid van twee miljoen vierhonderdduizend uitgegeven biljetten, is een totaal bedrag van 624 000 frank, dat overeenkomt met 0,65% van het uitgiftebedrag, voorbehouden voor de financiering van de prijzen, bedoeld in § 1.

Art. 7.De loten, bedoeld in artikel 3, en de prijzen, bedoeld in artikel 6, zijn vrijgesteld van alle belastingen ten bate van de Staat.

Art. 8.§ 1. De in artikel 3 bedoelde loten zijn betaalbaar aan toonder vanaf de aankoop van de biljetten, tegen afgifte van de winnende linker biljetdelen ten zetel van de Nationale Loterij of bij de verkopers, tot en met de laatste dag van een termijn van twee maanden te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren. Voor iedere uitgifte maakt de Nationale Loterij de afsluitingsdatum van de verkoop en de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetalingen, bekend met alle door haar nuttig geachte middelen.

De verkopers betalen de loten tegen afgifte van de winnende linkerdelen van de biljetten slechts uit tot een door de Nationale Loterij bepaald maximum.

De loten die niet worden opgeëist binnen de termijn, vastgesteld in het eerste lid, verblijven aan de Nationale Loterij.

De klachten met betrekking tot de uitbetaling van de loten moeten, op straffe van nietigheid, ingediend worden binnen de in het eerste lid bedoelde termijn van twee maanden. Ze moeten bij aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven.

Bij elke klacht moet het winnende linkerdeel van het betrokken biljet gevoegd zijn. Op de keerzijde moet de deelnemer zijn naam, voornaam en adres vermelden. § 2. De prijzen, bedoeld in artikel 6, worden uitgereikt tegen afgifte, ten zetel van de Nationale Loterij, binnen een termijn identiek met die vastgesteld in § 1, eerste lid, van de rechter biljetdelen die een winnende verzameling vormen.

De prijzen die niet zijn opgeëist binnen de termijn vastgesteld in § 1, eerste lid, verblijven aan de Nationale Loterij.

De klachten over de uitreiking van de prijzen moeten, op straffe van nietigheid, worden ingediend binnen de termijn van twee maanden bedoeld in § 1, eerste lid. Ze moeten bij aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht of er worden afgegeven tegen bewijs van afgifte.

Bij elke klacht moeten alle rechterdelen van de biljetten die samen een winnende verzameling vormen, gevoegd zijn. Op de keerzijde dient de deelnemer, zijn naam, voornaam en adres te vermelden.

Art. 9.De Nationale Loterij erkent slechts één eigenaar van een winnend linkerdeel van een biljet of van een winnende verzameling, namelijk de houder ervan. De staving van de identiteit wordt geëist als er twijfel bestaat over de geldigheid van de betrokken stukken, als ze besmeurd, gescheurd, onvolledig of geplakt zijn. In dat geval houdt de Nationale Loterij deze stukken in tot ze een beslissing heeft genomen en ontvangt de houder ervan een bewijs van afgifte.

Geen enkel bezwaar of verzet wordt aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet, van een van de delen ervan of van een aan toonder opgesteld bewijs van afgifte.

De eigenaar van een biljet met een druktechisch gebrek kan geen aanspraak maken op een lot maar alleen op de terugbetaling van zijn biljet.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 15 april 1998.

Art. 11.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 maart 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT

^