Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 maart 2002
gepubliceerd op 19 maart 2002

Koninklijk besluit tot bepaling van de nadere regels voor de indiening van aanvragen tot schadeloosstelling in uitvoering van artikel 7, § 2, van de wet van 20 december 2001 betreffende de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945

bron
federale overheidsdienst kanselarij en algemene diensten
numac
2002021102
pub.
19/03/2002
prom.
13/03/2002
ELI
eli/besluit/2002/03/13/2002021102/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 MAART 2002. - Koninklijk besluit tot bepaling van de nadere regels voor de indiening van aanvragen tot schadeloosstelling in uitvoering van artikel 7, § 2, van de wet van 20 december 2001 betreffende de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 december 2001 betreffende de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945, inzonderheid op artikel 7, § 2;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de hoogdringendheid;

Overwegende dat de aanvragen tot schadeloosstelling moeten ingediend worden binnen een termijn van één jaar vanaf de inwerkingtreding van de wet van 20 december 2001 betreffende de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945;

Overwegende dat krachtens het koninklijk besluit van 13 maart 2002, de inwerkingtreding van voornoemde wet bepaald is op de dag waarop dat besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en dat bijgevolg de nadere regelen voor de indiening van deze aanvragen moeten verduidelijkt zijn vanaf de inwerkingtreding van de wet;

Op voordracht van Onze Eerste Minister, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - « de wet » : de wet van 20 december 2001 betreffende de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945; - « de Commissie voor de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België » : de Commissie voor de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945, opgericht door artikel 2 van de wet.

Art. 2.§ 1. De aanvragen tot schadeloosstelling in uitvoering van artikel 7 van de wet, worden ingediend door middel van het formulier, bepaald in bijlage van dit besluit.

Zij worden bij aangetekende brief gezonden aan de voorzitter van de Commissie voor de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België, Wetstraat 16, 1000 Brussel. § 2. De aanvragen tot schadeloosstelling die al bij de Federale Overheidsdienst Kanselarij en Algemene Diensten werden ingediend op basis van het individuele aanvraagformulier opgesteld door de Studiecommissie betreffende het lot van de bezittingen van de leden van de Joodse Gemeenschap van België, geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945, zijn geldig. De Commissie voor de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België kan bijkomende gegevens opvragen om de aanvragen tot schadeloosstelling ontvankelijk te verklaren in de zin van artikel 7 van de wet.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 maart 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 maart 2002 tot bepaling van de nadere regels voor de indiening van aanvragen tot schadeloosstelling in uitvoering van artikel 7, § 2, van de wet van 20 december 2001 betreffende de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT

^