Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 maart 2013
gepubliceerd op 04 juni 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, betreffende de barema's

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013012071
pub.
04/06/2013
prom.
13/03/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 MAART 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, betreffende de barema's (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, betreffende de barema's.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 maart 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 2009 Barema's (Overeenkomst geregistreerd op 4 mei 2010 onder het nummer 99203/CO/323) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid behoren van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

Onder « werknemers » wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden, arbeiders en dienstboden. HOOFDSTUK II. - Bepalingen inzake de lonen Afdeling I. - Barema's van de bedienden

Art. 2.Vaststelling van de lonen. § 1. De minimum maandlonen van groep 1 « Bediensten », zoals bepaald in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007 betreffende beroepsindeling en de lonen, worden vastgesteld op basis van het aantal jaar beroepservaring. § 2. De maandelijkse lonen, van toepassing vanaf 1 januari 2009, voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur zijn :

Expérience Ervaring

Cat. 1

Cat. 2

Cat. 3

Cat. 4

0

1.531,40

1.598,01

1.621,54

1.754,35

1

1.536,21

1.607,53

1.621,54

1.766,39

2

1.541,06

1.617,09

1.659,63

1.778,26

3

1.545,84

1.647,68

1.693,05

1.790,30

4

1.594,15

1.685,67

1.726,53

1.837,18

5

1.598,98

1.699,28

1.809,58

1.878,81

6

1.603,82

1.709,62

1.843,96

1.920,41

7

1.608,76

1.735,25

1.878,54

2.017,27

8

1.614,13

1.761,06

1.913,13

2.060,04

9

1.627,76

1.786,69

1.947,64

2.102,76

10

1.641,49

1.812,56

1.982,19

2.145,69

11

1.653,17

1.834,24

2.016,64

2.188,42

12

1.664,71

1.855,69

2.051,07

2.231,24

13

1.676,35

1.877,46

2.078,31

2.274,02

14

1.687,90

1.899,07

2.105,46

2.316,87

15

1.699,28

1.920,72

2.132,67

2.352,80

16

1.710,60

1.927,74

2.159,92

2.388,70

17

1.721,98

1.934,73

2.187,19

2.424,67

18

1.733,33

1.941,87

2.194,87

2.460,60

19

1.733,33

1.948,88

2.202,67

2.496,65

20

1.733,33

1.955,97

2.210,51

2.509,42

21

1.733,33

1.962,96

2.218,47

2.522,19

22

1.733,33

1.969,96

2.226,30

2.534,97

23

1.733,33

1.977,09

2.234,36

2.547,69

24

1.733,33

1.998,08

2.242,22

2.560,34

25

1.733,33

1.998,08

2.250,24

2.572,92

26

1.733,33

1.998,08

2.258,11

2.585,69


Art. 3.Principes § 1. Het barema bepaalt de minimumlonen in elke categorie in functie van de ervaring van de bediende.

Het is opgesteld op basis van een instapleeftijd van 21 jaar.

De aanvangslonen zijn de lonen voorzien in het barema bij 0 jaar ervaring.

De minimummaandlonen stijgen naarmate de ervaring van de werknemer toeneemt.

Ervaring opgedaan vóór de leeftijd van 21 jaar wordt niet in rekening genomen. § 2. Onder « beroepservaring » wordt verstaan : de periode van effectieve en gelijkgestelde beroepsprestaties uitgevoerd bij de werkgever waar de bediende in dienst is, alsook de effectieve en gelijkgestelde beroepsprestaties die de bediende reeds voor zijn indiensttreding had opgebouwd als loontrekkende, als zelfstandige of als statutair ambtenaar.

Om de periode van beroepservaring te bepalen, worden deeltijdse prestaties gelijkgesteld met voltijdse prestaties.

De periodes van volledige schorsing van de uitvoering van het arbeidscontract die hieronder worden opgesomd, worden gelijkgesteld met effectieve beroepservaring : - de periode van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van arbeidsongeval of beroepsziekte; - de periodes van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte of ongeval, andere dan een arbeidsongeval, met een maximum van 3 jaar; - de periodes van voltijds tijdkrediet om thematische redenen, zoals voorzien in artikel 4, § 3, van het koninklijk besluit van 12 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 28/12/2001 numac 2001013152 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 18/12/2001 numac 2001013224 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 28/12/2001 numac 2001022960 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 01/01/2002 numac 2001012821 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot benoeming van de voorzitter en ondervoorzitter van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector sluiten, en thematisch verlof (ouderschapsverlof, bijstand en zorg voor een zwaar ziek gezins- of familielid, palliatieve zorgen) met een maximum van 3 jaar; - de periodes van voltijds tijdskrediet zonder thematische redenen, met een maximum van 1 jaar; - de periodes van moederschapsrust; - de periodes van borstvoedingsverlof; - de periodes van vaderschapsverlof; - de periodes die het gevolg zijn van de toepassing van crisismaatregelen zoals voorzien door de wet van 19 juli 2009; - de andere periodes van volledige schorsing van het arbeidscontract zoals bepaald in de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten met behoud van het loon; - de volgende periodes buiten de schorsing van het arbeidscontract worden gelijkgesteld met effectief gewerkte periodes : de periodes van volledige uitkeringsgerechtigde werkloosheid met een maximum van 1 jaar voor uitkeringsgerechtigde werklozen die minder dan 15 jaar beroepservaring hebben en 2 jaar voor uitkeringsgerechtigde werklozen die meer dan 15 jaar beroepservaring hebben.

Art. 4.Toepassing. § 1. Op het moment van indiensttreding wordt het baremieke loon van de bediende bepaald conform het barema betreffende de beroepservaring van de categorie waar zijn/haar functie toe behoort en op basis van de beroepservaring zoals bepaald in voormeld artikel 2.

De som van de periodes van beroepservaring en van de gelijkgestelde periodes wordt uitgedrukt in maanden en jaren.

De eerste baremieke loonsverhoging na de indiensttreding zal gebeuren op de eerste dag van de maand die volgt op het ogenblik dat de bediende overgaat naar een hoger ervaringsjaar en dit, gelet op de bepalingen van artikel 3, § 1, niet voor de leeftijd van 22 jaar. § 2. Als de periode van beroepservaring stijgt met 12 maand sinds de laatste baremieke verhoging, verhoogt het baremieke loon van de bediende - de eerste dag van de volgende maand - met een jaar beroepservaring volgens het barema. § 3. Bij een nieuwe aanwerving overhandigt de kandidaat aan de werkgever alle nodige bewijzen zodat deze laatste het loon kan vaststellen dat overeenstemt met de bepalingen van deze overeenkomst. § 4. Om het inschakelen van jongeren in het arbeidsproces te bevorderen, werd een specifiek jongerenbarema voorzien voor bediende jonger dan 21 jaar : - 90 pct. van het loon bij 0 jaar ervaring van de categorie waartoe ze behoren gedurende de 6 eerste maanden na indiensttreding; - 95 pct. van het loon bij 0 jaar ervaring van de categorie waartoe ze behoren gedurende de volgende 6 maanden. § 5. Gedurende de proefperiode kan een specifiek barema toegepast worden van 95 pct. van het loon in functie van de ervaring en de categorie waartoe ze behoren voor de werknemers die niet vallen onder artikel 4, § 4, hierboven. § 6. Bij de overgang naar een hogere categorie wordt de ervaring toegeschreven aan de bediende berekend op basis van hetzelfde aantal jaar ervaring dan hij had in de categorie waarin hij zich tot dan bevond.

Art. 5.Overgangsmaatregelen.

De bediende in functie bij het ingaan van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen in hun categorie een aantal jaar ervaring toegekend worden, overeenkomstig het barema waar ze tot nu toe recht op hadden.

Art. 6.Algemene bepalingen. § 1. De minimum loonschalen moeten worden aangezien als geldend voor het gebruik van één taal. Wanneer voor het uitoefenen van een functie de kennis of het gebruik van meer dan één taal wordt vereist dan is dit op zichzelf geen reden om naar een hogere categorie op te schuiven wanneer de aard van de functie er niet door verandert; wel past het er rekening mee te houden bij het vaststellen van het loon. § 2. De loonschalen hierboven zijn niet van toepassing voor medewerkers van vastgoedmakelaars die bemiddelen bij verkoop op verhuring van vastgoed en daarbij vergoed worden op basis van verworden commissies. Deze worden bepaald in onderling overleg en vermeld op de individuele arbeidsovereenkomst.

Niettemin zullen volgende minima in acht genomen worden : - gedurende de proeftijd : minstens wedde voor 0 jaar ervaring van categorie 1; - na de proeftijd : - gedurende het eerste jaar : schaalminima van categorie 3 volgens ervaring; - na het eerste jaar : schaalminima van categorie 4 volgens ervaring.

Het minimumloon wordt maandelijks als voorschot op het eventueel commissieloon betaald; de eindrekening gebeurt minimaal per einde van elk jaar. Afdeling II. - Barema's van de arbeiders

Art. 7.§ 1. De minimum uurlonen en maandlonen van groep 2 « Arbeiders », zoals bepaald in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomt van 24 september 2007 betreffende de beroepsindeling en de lonen, van toepassing sinds 1 januari 2009, zijn als volgt vastgesteld voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur :

Cat. 1

Cat. 2

Cat. 3

Expérience Ervaring

Par heure Per uur

Par mois Per maand

Par heure Per uur

Par mois Per maand

Par heure Per uur

Par mois Per maand

0

8,7091

1.434,07

9,5799

1.577,48

10,4508

1.720,86

6 mois

8,9492

1.473,60

9,8440

1.620,96

10,7385

1.768,32

12 mois

9,0558

1.491,17

9,9614

1.640,29

10,8666

1.789,38


§ 2. Onder « ervaring » wordt verstaan : het geheel van periodes van effectieve en gelijkgestelde beroepsprestaties. § 3. Om het inschakelen van jongeren in het arbeidsproces te bevorderen, werd een specifiek jongerenbarema voorzien voor arbeiders jonger dan 21 jaar : - 90 pct. van het loon aan 0 jaar ervaring van de categorie waartoe ze behoren gedurende de 6 eerste maanden, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 50 van de Nationale Arbeidsraad van 29 oktober 1991 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimummaandinkomen voor werknemers jonger dan 21 jaar; - 95 pct. van het loon aan 0 jaar ervaring van de categorie waartoe ze behoren gedurende de volgende 6 maanden. § 4. De arbeiders die in dienst zijn bij het ingaan van deze collectieve arbeidsovereenkomst behouden het barema dat voor hen tot dan toe van toepassing was indien dit voordeliger is. Afdeling III. - Barema's van de conciërges

Art. 8.§ 1. De minimumlonen van groep 3 « Conciërges », zoals bepaald in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007 betreffende de beroepsindeling en de lonen, van toepassing sinds 1 januari 2009, zijn als volgt vastgesteld voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur : a) voor de conciërges met een arbeidsovereenkomst voor werklieden wordt verwezen naar de barema's categorieën 1 tot en met 3 - arbeiders zoals hernomen in § 1 van artikel 7 hierboven.Afhankelijk van de aard van de functieomschrijving opgenomen in de arbeidsovereenkomst of de specifieke taken die worden verwacht, zal geopteerd worden voor de weddeschalen 1, 2 of 3, eventuele voordelen in natura inbegrepen; b) voor de conciërges met een arbeidsovereenkomst voor bedienden wordt verwezen naar de barema's categorie 1 - bedienden zoals hernomen in artikel 2 hierboven.Afhankelijk van de aard van de functieomschrijving opgenomen in de arbeidsovereenkomst of de specifieke taken die worden verwacht, zal geopteerd worden voor een andere weddeschaal, eventuele voordelen in natura inbegrepen. § 2. Onder « ervaring » wordt begrepen : het geheel van effectieve en gelijkgestelde periodes van beroepsprestaties in de functie. § 3. Om het inschakelen van jongeren in het arbeidsproces te bevorderen, werd een specifiek jongerenbarema voorzien voor conciërges jonger dan 21 jaar : - 90 pct. van het loon bij 0 jaar ervaring van de categorie waartoe ze behoren gedurende de eerste 6 maanden, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 50 van de Nationale Arbeidsraad van 29 oktober 1991 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimummaandinkomen voor werknemers jonger dan 21 jaar; - 95 pct. van het loon bij 0 jaar ervaring van de categorie waartoe ze behoren gedurende de 6 volgende maanden. § 4. De conciërges die in dienst zijn wanneer deze collectieve arbeidsovereenkomst ingaat, behouden het barema dat tot dan toe voor hen van toepassing was, als dat voordeliger is. Afdeling IV. - Barema's van de dienstboden

Art. 9.§ 1. De Minimumlonen van groep 4 « Dienstboden », zoals bepaald in artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2007 betreffende de beroepsindeling en de lonen, van toepassing sinds 1 januari 2009 (overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43bonies van de Nationale Arbeidsraad van 30 maart 2007, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum- maandinkomen), zijn als volgt vastgesteld voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur :

Cat. 1

Cat. 2

Cat. 3

Expérience Ervaring

Par heure Per uur

Par mois Per maand

Par heure Per uur

Par mois Per maand

Par heure Per uur

Par mois Per maand

0

8,5274

1.404,18

9,0263

1.486,31

9,8467

1.621,41

6 mois

8,7535

1.441,41

9,2749

1.527,28

10,1180

1.666,11

12 mois

8,8540

1.457,97

9,3856

1.545,49

10,2387

1.685,97


§ 2. Afhankelijk van de aard van de functieomschrijving opgenomen in de arbeidsovereenkomst of de specifieke taken die worden verwacht, zal geopteerd worden voor de weddeschalen 1, 2 of 3, eventuele voordelen in natura inbegrepen. § 3. Onder « ervaring » wordt begrepen : het geheel van effectieve en gelijkgestelde periodes van beroepsprestaties in de functie. § 4. Om het inschakelen van jongeren in het arbeidsproces te bevorderen, werd een specifieke jongerenbarema voorzien voor dienstboden jonger dan 21 jaar : - 95 pct. van het loon bij 0 jaar van de categorie waartoe ze behoren gedurende de eerste 6 maanden, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 50 van de Nationale Arbeidsraad van 29 oktober 1991 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen voor werknemers jonger dan 21 jaar; - 95 pct. van het loon bij 0 jaar ervaring van de categorie waartoe ze behoren gedurende de 6 volgende maanden. § 5. De dienstboden die in dienst zijn wanneer deze collectieve arbeidsovereenkomst ingaat, behouden het barema dat tot dan toe voor hen van toepassing was, als dat voordeliger is. Afdeling V. - Indexering

Art. 10.De lonen en wedden bedoeld in de artikelen 2, 7, 8 en 9 van deze overeenkomst worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen dat maandelijks door het Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie wordt vastgesteld en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Zij variëren conform de geldende bepalingen voor lonen en wedden van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen de vastgoedmakelaars en de dienstboden. HOOFDSTUK III. - Duur van de overeenkomst

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2010.

Ze werd afgesloten voor onbepaalde duur en kan door één der partijen worden opgezegd, mits een opzegtermijn van drie maanden, bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voozitter van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 maart 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^