Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 mei 2005
gepubliceerd op 18 mei 2005

Koninklijk besluit betreffende de modaliteiten voor het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf De Post in het kader van de uitvoering van de vijfjaarlijkse herzieningen inzake het recht op de inkomensvervangende tegemoetkoming en op de integratietegemoetkoming

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2005022356
pub.
18/05/2005
prom.
13/05/2005
ELI
eli/besluit/2005/05/13/2005022356/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 MEI 2005. - Koninklijk besluit betreffende de modaliteiten voor het inzetten van personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf De Post in het kader van de uitvoering van de vijfjaarlijkse herzieningen inzake het recht op de inkomensvervangende tegemoetkoming en op de integratietegemoetkoming


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet van 22 december 2003, inzonderheid op artikel 475, gewijzigd bij de wetten van 9 juli 2004 en 27 december 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 februari 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 14 maart 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 10 maart 2005;

Gelet op het akkoord van het Paritair Comité van het autonoom overheidsbedrijf De Post, gegeven op 17 maart 2005;

Gelet op het protocol van het Sectorcomité XIII van 18 maart 2005;

Gelet op het advies 38.274/3 van de Raad van State, gegeven op 19 april 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Overheidsbedrijven, van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en van Onze Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Dit koninklijk besluit is van toepassing op de statutaire personeelsleden van De Post die ingezet worden voor het project bedoeld in artikel 2, 2°, van dit koninklijk besluit. HOOFDSTUK II. - Begripsbepaling

Art. 2.Voor de toepassing van dit koninklijk besluit moet verstaan worden onder : 1° « stafdienst P&O » : de stafdienst Personeel en Organisatie van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid;2° « het project » : de gefaseerde uitvoering van de herziening van de dossiers van personen met een handicap die een inkomensvervangende tegemoetkoming en/of een integratietegemoetkoming sedert ten minste 5 jaar ontvangen, overeenkomstig artikel 23, § 1bis, van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende de procedure voor de behandeling van de dossiers inzake tegemoetkomingen aan personen met een handicap;3° « het personeelslid » : het statutair personeelslid van De Post dat, overeenkomstig de interne reglementering, zich kandidaat heeft gesteld voor het project;4° « SELOR » : het Selectiebureau van de Federale Overheid;5° « de dienst » : de dienst van de Directie-generaal Personen met een handicap waar het personeelslid effectief tewerkgesteld wordt;6° « De Post » : het autonoom overheidsbedrijf De Post. HOOFDSTUK III. - Modaliteiten voor het inzetten

Art. 3.De Post bezorgt aan SELOR de lijst van de personeelsleden die zich vrijwillig kandidaat gesteld hebben en in aanmerking komen voor het competentieprofiel en functiebeschrijving, opgemaakt door de stafdienst P&O. Voor de kandidaten van de autonome overheidsbedrijven Belgacom en De Post wordt een vergelijkende selectie georganiseerd door SELOR in samenwerking met de stafdienst P&O. De inhoud van deze vergelijkende selectie zal afgestemd worden op het competentieprofiel en de functiebeschrijving, opgemaakt door de stafdienst P&O. De resultaten hiervan worden door SELOR overgemaakt aan De Post. Het bezorgt aan de stafdienst P&O de lijst van de laureaten.

Het gunstig gerangschikt personeelslid van De Post wordt door De Post gedetacheerd naar de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid voor een periode van twee jaar en dit met een minimum van : 1° 18 personeelsleden van niveau C, vermeerderd met het tekort aan personeelsleden van niveau C van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom;2° 6 personeelsleden van niveau D, vermeerderd met het tekort aan personeelsleden van niveau D van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom.

Art. 4.De detachering eindigt : 1° op elk moment, mits een opzeg van 3 maanden, op verzoek van het personeelslid of De Post;2° bij een overeenkomstig artikel 6 gegeven evaluatie C of D;3° indien het ingezette personeelslid een tuchtsanctie wordt opgelegd overeenkomstig artikel 6, met uitzondering van blaam;4° na drie maand ononderbroken ziekte;5° van rechtswege bij het verstrijken van de periode van detachering, bedoeld in artikel 3. HOOFDSTUK IV. - Administratief en geldelijk statuut van de ingezette personeelsleden

Art. 5.De stafdienst P&O duidt de functionele chef van het personeelslid aan en deelt zijn coördinaten mee aan De Post.

Het personeelslid moet de arbeidsorganisatie eerbiedigen die geldt in de dienst inclusief de arbeidsduur, feestdagen en het arbeidsreglement.

Verloven en afwezigheden dienen geviseerd te worden door zijn functionele chef en vervolgens overgemaakt te worden aan De Post.

De Post deelt bij de start van het project zijn resterend aantal verlofdagen mee aan de functionele chef.

Art. 6.De personeelsleden worden geëvalueerd door De Post op basis van het verslag van hun functionele chef. De stafdienst P&O bezorgt het verslag aan de bevoegde hiërarchische meerdere van De Post. Een eventuele tuchtprocedure zal gevoerd worden door De Post op basis van een voorafgaand verslag van de functionele chef. De stafdienst P&O bezorgt het verslag aan de bevoegde hiërarchische meerdere van De Post.

De in het vorige lid bedoelde verslagen worden opgemaakt overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn op de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid.

Art. 7.Tijdens de periode dat het personeelslid is gedetacheerd, kan hij door de dienst verplicht worden opleidingen te volgen, met het oog op het vervullen van zijn taken.

Art. 8.Het personeelslid blijft verbonden aan De Post die de bezoldiging, met inbegrip van eventuele toelagen en vergoedingen, blijft vereffenen en uitbetalen. Hij blijft onderworpen aan de statutaire en geldelijke bepalingen, alsook de pensioenregeling die van toepassing is bij De Post. Hij kan zijn rechten op bevordering laten gelden.

De stafdienst P&O zendt alle nuttige inlichtingen, zowel voor het bijwerken van het individueel dossier als voor het loonbeheer, naar De Post. HOOFDSTUK V. - Eventueel behoud van het ingezet personeelslid in de dienst

Art. 9.Indien de dienst, De Post en het personeelslid na de detacheringsperiode bedoeld in artikel 3, de tewerkstelling wensen verder te zetten, wordt het personeelslid vastbenoemd bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid overeenkomstig zijn diploma en met minstens het behoud van hun geldelijke anciënniteit bij De Post. Vanaf dat ogenblik neemt de statutaire rechtsverhouding tussen het personeelslid en De Post van rechtswege een einde.

Het statuut van het rijkspersoneel is van toepassing met uitzondering van de regels betreffende de stage.

In afwijking van artikelen 64 en 65, § 2, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel komen voor de berekening van de niveauanciënniteit in aanmerking de werkelijke diensten gepresteerd in de hoedanigheid van vastbenoemd personeelslid van het autonoom overheidsbedrijf De Post. De bedoelde niveauanciënniteit wordt bepaald naar aanleiding van prestaties verricht als titularis van een betrekking in het vergelijkbare of hogere niveau in het autonoom overheidsbedrijf De Post.

Voor de toepassing van het vorig lid, wordt het niveau 2 en 3 in het autonoom overheidsbedrijf De Post gelijk gesteld met het niveau C bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, en het niveau 4 met het niveau D. In afwijking van artikel 12, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, behoudt het personeelslid zijn verlofdagen van het vorige en van het lopende jaar, voor zover deze nog niet werden opgenomen. De Post deelt aan de stafdienst P&O het resterend aantal verlofdagen van de betrokken personeelsleden mee.

Het kapitaal ziektedagen van het personeelslid wordt tevens overgedragen. HOOFDSTUK VI. - Regeling betreffende de weddenkost van de ingezette personeelsleden

Art. 10.De Post vordert gedurende de detachering bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid driemaandelijks de tussen hen en de Minister van Overheidsbedrijven per personeelslid overeengekomen financiële tegemoetkoming in de weddenkost.

De werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid, de kinderbijslag, het vakantiegeld en de eindejaarstoelage zijn in de weddenkost inbegrepen. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 11.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 12.Onze Minister van Overheidsbedrijven, Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en Onze Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een Handicap worden belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Napels, 13 mei 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een Handicap, Mevr. G. MANDAILA

^