Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 november 1997
gepubliceerd op 12 december 1997

Koninklijk besluit betreffende de uitvoering van artikelen 4 en 7 van de wet 15 december 1994 houdende de ontbinding van het Nationaal Waarborgfonds inzake Kolenmijnschade

bron
ministerie van economische zaken
numac
1997011396
pub.
12/12/1997
prom.
13/11/1997
ELI
eli/besluit/1997/11/13/1997011396/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 NOVEMBER 1997. Koninklijk besluit betreffende de uitvoering van artikelen 4 en 7 van de wet 15 december 1994 houdende de ontbinding van het Nationaal Waarborgfonds inzake Kolenmijnschade


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 december 1994 houdende de ontbinding van het Nationaal Waarborgfonds inzake Kolenmijnschade, inzonderheid op de artikelen 4 en 7;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de noodzaak om zonder verwijl maatregelen te nemen tot uitvoering van voornoemde wet van 15 december 1994 die nodig zijn voor de afsluiting van de activiteiten van het Nationaal Waarborgfonds inzake Kolenmijnschade die absoluut moet plaatsvinden voor 31 december 1997;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het Nationaal Waarborgfonds inzake Kolenmijnschade, hierna het Nationaal Waarborgfonds genoemd, draagt aan de Deposito- en Consignatiekas het niet gebruikte saldo over van de provisies die gevestigd zijn krachtens de bepalingen van artikel 4 van de wet van 15 december 1994 houdende de ontbinding van het Nationaal Waarborgfonds inzake Kolenmijnschade.

Art. 2.De bedragen die door de Deposito- en Consignatiekas worden afgehouden van het in artikel 1 bedoelde saldo, zijn bestemd voor de betaling van de vergoedingen voor mijnschade, de erelonen van de advocaat en de diverse gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten die ten laste komen van de insolvente concessiehouders die op fonds B een beroep hebben gedaan en waarvan de uitvoering van de verplichtingen door het Nationaal Waarborgfonds niet kon vereffend worden voor de ontbinding op 31 december 1997.

De dossiers betreffende de gerechtelijke procedures ingesteld ten aanzien van de in dit artikel vermelde insolvente concessiehouders, die in het bezit zijn van het Nationaal Waarborgfonds, worden in de staat waarin zij zich bevinden, overgemaakt aan het Ministerie van Financiën, Administratie van de Thesaurie, Dienst Openbaar Krediet.

Art. 3.Wanneer voldaan is aan de verplichtingen die zijn opgelegd aan de in artikel 2 vermelde insolvente concessiehouders, wordt het bij artikel 1 bedoelde saldo dat overblijft bij de Deposito- en Consignatiekas verdeeld over de concessiehouders, a rato van hun bijdrage aan fonds B van het Nationaal Waarborgfonds die zij hebben geleverd in toepassing van de gecoördineerde wetten betreffende het Nationaal Waarborgfonds inzake Mijnschade, gecoördineerd op 3 februari 1961. De verdeling gebeurt overeenkomstig de bepalingen van de bijlage bij dit besluit.

Art. 4.De rechten en plichten van het Nationaal Waarborgfonds betreffende de gesubrogeerde schuldvorderingen waarover het beschikt in de plaats van de eigenaars van de oppervlakte die mijnschade hebben geleden, tegen de concessiehouders waarvoor het is opgetreden, worden overgemaakt aan het Ministerie van Financiën, Administratie van de Thesaurie, Dienst Openbaar Krediet, met inbegrip van de rechten en plichten die voortvloeien uit de lopende gerechtelijke procedures. De ingevorderde sommen worden overgemaakt aan de concessiehouders, overeenkomstig de verdeelsleutel bedoeld in de bijlage bij dit besluit.

De dossiers betreffende de gerechtelijke procedures die door het Nationaal Waarborgfonds zijn ingesteld met het oog op de invordering van gesubrogeerde schuldvorderingen en de documenten die betrekking hebben op schuldbekentenissen van de concessiehouders worden doorgegeven aan het Ministerie van Financiën, Administratie van de Thesaurie, Dienst Openbaar Krediet.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 december 1997.

Art. 6.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 november 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, E. DI RUPO De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 november 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, E. DI RUPO De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT

^