Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 november 2000
gepubliceerd op 19 december 2000

Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 6 oktober 2000 houdende wijziging van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten

bron
ministerie van justitie
numac
2000010013
pub.
19/12/2000
prom.
13/11/2000
ELI
eli/besluit/2000/11/13/2000010013/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 6 oktober 2000 houdende wijziging van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzonderheid artikel 42;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 april 1999 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen bindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen beslissing van 6 oktober 2000 tot wijziging van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.

Art. 3.Onze Minister van Justitite is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 november 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

Bijlage Overeenkomst houdende wijziging van de overeenkomst van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten

Artikel 1.Een artikel 7bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in de overeenkomst van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten : « Art. 7bis.

Ten aanzien van de uitbaters die nalaten om overeenkomstig artikel 10bis aangifte te doen van de activiteit van een seizoensgebonden verkooppunt of handelsgalerij of van de tijdelijke uitzending van muziek in het kader van een verkooppunt of van een handelsgalerij, wordt het bedrag van de billijke vergoeding dat zij krachtens de artikelen 5 en 6 verschuldigd zijn, met 15 % verhoogd met een minimum van 4 000 BEF. In dat geval nemen de beheersvennootschappen of hun mandataris voor de berekening van de billijke vergoeding, de gekende oppervlakte en periode in aanmerking, en bij gebreke hieraan de veronderstelde, evenals in voorkomend geval het gekende en bij gebreke hieraan veronderstelde aantal luidsprekers, voor de tijdelijke uitzending van muziek. »

Art. 2.Een artikel 8bis, luidend als volgt, wordt in de overeenkomst ingevoegd : « Art. 8bis.

Zonder afbreuk te doen aan de artikelen 5 en 9, heeft de uitbater die in de loop van een kalenderjaar definitief en onherroepelijk de publieke mededeling van fonogrammen stopzet, op zijn aanvraag recht op de terugbetaling van het gedeelte van de billijke vergoeding dat betrekking heeft op de periode van een kalenderjaar na de definitieve stopzetting van de publieke mededeling van fonogrammen.

De uitbater die op grond van het vorige lid om de terugbetaling van een gedeelte van de billijke vergoeding verzoekt, moet aan de beheersvennootschappen of aan hun mandataris alle gegevens verstrekken aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat de publieke mededeling van fonogrammen definitief en onherroepelijk is stopgezet.

De terugbetaling van het gedeelte van de billijke vergoeding dient berekend te worden vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de definitieve stopzetting van de publieke mededeling van fonogrammen.

De aanvraag tot terugbetaling dient bij de beheersvennootschappen of hun mandataris te worden ingediend binnen een termijn van 6 maanden te rekenen vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de definitieve stopzetting van de publieke mededeling van fonogrammen. »

Art. 3.Artikel 10 van de overeenkomst wordt vervangen door de volgende bepaling : « Artikel 10.

Onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 10bis, moeten de uitbaters van een verkooppunt of een handelsgalerij binnen dertig dagen volgend op het verzoek van de beheersvennootschappen of van hun mandataris door middel van een daartoe bestemd formulier voor ieder verkooppunt of voor iedere handelsgalerij de volgende gegevens verstrekken : 1. naam en/of firmanaam en adres, inschrijvingsnummer in het handelsregister, BTW-nummer, alsook de naam en hoedanigheid van de persoon belast met het dagelijks beheer en met de gegevensverstrekking;2. of er muziek wordt uitgezonden;3. nettoverkoopsoppervlakte in m2;4. aard van de activiteit verricht in het verkooppunt en plaats waar zulks plaatsvindt;5. aanvangsdatum van de uitbating;6. aard van de muziekbron waarvoor de billijke vergoeding verschuldigd is, en aard van muziek.»

Art. 4.Een artikel 10bis, luidend als volgt, wordt in de overeenkomst ingevoegd : « Art. 10bis De uitbater moet tenminste vijf werkdagen voorafgaand aan de eerste dag van de tijdelijke uitzending van muziek in het kader van een uitbatingspunt aan de beheersvennootschappen of aan hun mandataris door middel van een daartoe bestemd formulier voor ieder uitbatingspunt de volgende gegevens verstrekken : - de in artikel 10, punten 1, 2, 3, 4 en 6 bedoelde gegevens; - duur van de tijdelijke activiteit (aanvangsdatum en -uur, einddatum en - uur); - in voorkomend geval, aantal luidsprekers. »

Art. 5.In artikel 14 van de overeenkomst worden de woorden « binnen de opgelegde termijnen » vervangen door de woorden « binnen een termijn van twintig werkdagen ».

Art. 6.Artikel 16 van de overeenkomst wordt opgeheven.

Art. 7.Onderhavige overeenkomst is van toepassing vanaf haar bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

De uitbater die zich evenwel op artikel 8bis, lid 1, van de overeenkomst beroept, moet zijn aanvraag ten laatste zes maanden na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad indienen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 november 2000.

De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^