Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 november 2000
gepubliceerd op 19 december 2000

Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 6 oktober 2000 houdende wijziging van de beslissing van 5 november 1999 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning van de drive-in evenals door de organisators van festival(s), genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten

bron
ministerie van justitie
numac
2000010015
pub.
19/12/2000
prom.
13/11/2000
ELI
eli/besluit/2000/11/13/2000010015/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 6 oktober 2000 houdende wijziging van de beslissing van 5 november 1999 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning van de drive-in(s) evenals door de organisators van festival(s), genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzonderheid artikel 42;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 december 1999 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 5 november 1999 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning en van de drive-in(s), genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen bindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen beslissing van 6 oktober 2000 tot wijziging van de beslissing van 5 november 1999 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning en van drive-in(s) evenals door de organisator(s) van festival(s), genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.

Art. 3.Onze Minister van Justitite is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 november 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

Bijlage Overeenkomst houdende wijziging van de overeenkomst van 5 november 1999 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning en van drive-in(s) evanals door de organisators van festival(s), genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten

Artikel 1.In artikel 4, § 3, van de overeenkomst van 5 november 1999 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van lokalen voor audiovisuele vertoning en van drive-in(s) evenals door de organisators van festival(s), genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, worden de woorden « ouder » en « jonger » vervangen door de woorden « van een duurtijd van meer » en « van een duurtijd van minder ».

Art. 2.In artikel 6, tweede lid, van de overeenkomst, worden de woorden « binnen de gestelde termijn » vervangen door de woorden « binnen een termijn van twintig werkdagen ».

Art. 3.Een artikel 8bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde overeenkomstig ingevoegd : « Art. 8bis De uitbater die, in de loop van een kalenderjaar definitief en onherroepelijk de publieke mededeling van fonogrammen stopzet, heeft op zijn aanvraag recht op de terugbetaling van het gedeelte van de billijke vergoeding dat betrekking heeft op de periode van een kalenderjaar na de definitieve stopzetting van de publieke mededeling van fonogrammen.

De uitbater die op grond van het vorige lid om de terugbetaling van een gedeelte van de billijke vergoeding verzoekt, moet aan de beheersvennootschappen of aan hun mandataris alle gegevens verstrekken aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat de publieke mededeling van fonogrammen definitief en onherroepelijk is stopgezet.

De terugbetaling van het gedeelte van de billijke vergoeding dient berekend te worden vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de definitieve stopzetting van de publieke mededeling van fonogrammen.

De aanvraag tot terugbetaing dient bij de beheersvennootschappen of hun mandataris te worden ingediend binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de definitieve stopzetting van de publieke mededeling van fonogrammen. »

Art. 4.Artikel 9 van de overeenkomst wordt vervangen door volgende bepaling : « Art. 9.

De uitbater van lokalen voor audiovisuele vertoning of van drive-in(s) moeten binnen dertig dagen volgend op het verzoek van de beheersvennootschappen of van hun mandataris door middel van een daartoe bestemd formulier voor iedere plaats of voor ieder lokaal bedoeld in artikel 3, § 1 of § 2, volgende gegevens verstrekken : 1. naam of firmanaam, adres, inschrijvingsnummer in het handelsregister, BTW-nummer, alsook de naam en hoedanigheid van de persoon belast met het dagelijks beheer en met de gegevensverstrekking;2. aantal zitplaatsen of autostandplaatsen die de ruimten bedoeld in artikel 3, § 1, of § 2, bevatten;3. of er muziek wordt uitgezonden;4. aard van de muziekbron en soort muziek;5. datum van aanvang van de uitbating ingeval zulks na 1 januari 1999 heeft plaatsgevonden.»

Art. 5.Een artikel 9bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde overeenkomst ingevoegd : « Art. 9bis De uitbater die de billijke vergoeding voorzien in artikel 4, § 2, verschuldigd is, moet ten minste twintig werkdagen voorafgaand aan de eerste dag van het festival aan de beheersvennootschappen of aan hun mandatarissen door middel van een daartoe bestemd formulier schriftelijk en voor iedere plaats bedoeld in artikel 3, § 3, de volgende gegevens meedelen : 1. naam of firmanaam, adres, inschrijvingsnummer in het handelsregister, BTW-nummer, alsook de naam en hoedanigheid van de persoon belast met het dagelijks beheer en met de gegevensverstrekking;2. aantal zitplaatsen of autostandplaatsen die de ruimten bedoeld in artikel 3, § 3, bevatten;3. of er muziek wordt uitgezonden;4. aard van de muziekbron en soort muziek;5. datum van aanvang van de uitbating ingeval zulks na 1 januari 1999 heeft plaatsgevonden.» Art. 5bis Een artikel 9ter luidend als volgt wordt in het akkoord ingevoegd : « Art. 9ter De uitbater die nalaat het houden van een festival aan te geven overeenkomstig artikel 9bis is gehouden tot de betaling van een vermeerdering van 15 % van het bedrag van de billijke vergoeding die hij verschuldigd is krachtens artikel 4, tweede lid, met een minimum van BEF 4 000.

In dat geval, houden de beheersvennootschappen of hun mandataris rekening met het aantal gekende zitplaatsen, en bij gebreke hiervan het veronderstelde aantal zitplaatsen. »

Art. 6.Deze overeenkomst is van toepassing vanaf haar bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

De uitbater die zich evenwel op artikel 8bis, lid 1, van de overeenkomst beroept, moet zijn aanvraag ten laatste zes maanden na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad indienen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 november 2000.

De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^