Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 oktober 1997
gepubliceerd op 28 november 1997

Koninklijk besluit tot wijziging, voor wat het Ministerie van Landsverdediging betreft, van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de rijksbesturen kunnen titularis zijn

bron
ministerie van landsverdediging
numac
1997007231
pub.
28/11/1997
prom.
13/10/1997
ELI
eli/besluit/1997/10/13/1997007231/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 OKTOBER 1997. Koninklijk besluit tot wijziging, voor wat het Ministerie van Landsverdediging betreft, van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de rijksbesturen kunnen titularis zijn


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid, van de gecoördineerde Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 3 vervangen door het koninklijk besluit van 26 september 1994, artikel 4 en artikel 6 gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 september 1969;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de rijksbesturen kunnen titularis zijn, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 oktober 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen die behoren tot de niveaus 1 en 2+ gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 december 1995 en 4 oktober 1996;

Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 april 1996 en 22 april 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 29 mei 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 29 mei 1997;

Gelet op het protocol van 30 mei 1997 waarin de conclusies van de onderhandeling gevoerd in het Sectorcomité XIV zijn vermeld;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat aan het Ministerie van Landsverdediging een nieuwe personeelsformatie voor het burgerpersoneel moet toegekend worden overeenkomstig de plaats voortaan voorbehouden aan deze personeelscategorie binnen het departement als gevolg van de herstructurering van de Krijgsmacht;

Dat deze herstructurering tot gevolg heeft dat aan het burgerpersoneel taken worden toevertrouwd die vroeger door het militair personeel werden uitgevoerd;

Dat het derhalve vereist is nieuwe bijzondere graden op te richten om in de behoeften van de Krijgsmacht te voorzien;

Dat de bestaande bijzondere graden van het departement moeten worden, ofwel vereenvoudigd, ofwel geïntegreerd, rekening houdende met de nieuw opgerichte loopbanen ten gunste van de rijksambtenaren;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Bij het Ministerie van Landsverdediging worden de volgende graden opgericht : in rang 26 : weervoorspeller audiovisueel assistent landschapsdeskundige technisch assistent in rang 28 : eerstaanwezend weervoorspeller eerstaanwezend audiovisueel assistent eerstaanwezend landschapsdeskundige eerstaanwezend technisch assistent in rang 10 : audiovisueel expert scheikundig expert meteoroloog tandarts geneesheer-specialist § 2. Bij het Ministerie van Landsverdediging worden de volgende graden geschrapt : in rang 20 : technisch assistent in rang 22 : eerstaanwezend technisch assistent in rang 24 : weervoorspeller-meteoroloog in rang 25 : eerstaanwezend weervoorspeller-meteoroloog in rang 26 : landschapsdeskundige landmeter-expert onroerende goederen in rang 27 : landschapsdeskundige 1e klasse landmeter-expert onroerende goederen 1e klasse analist klinische biologie in rang 28 : eerstaanwezend landschapsdeskundige hoofdlandmeter-expert onroerende goederen in rang 10 : ingenieur voor de scheikunde en de landbouwindustrieën landbouwkundig ingenieur scheikundig adviseur scheikundige-laboratoriumchef in rang 11 : adjunct-rechtskundig adviseur eerstaanwezend ingenieur voor de scheikunde en de landbouwindustrieën eerstaanwezend landbouwkundig ingenieur eerstaanwezend scheikundig adviseur

Art. 2.§ 1. In de tabel gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de rijksbesturen kunnen titularis zijn, worden de volgende graden ingevoegd onder het opschrift "I. Alfabetische rangschikking van de Nederlandse benamingen, Afdeling A, Administratief personeel" en onder het opschrift "II. Alfabetische rangschikking van de Franse benamingen, Afdeling A, Administratief personeel" : in rang 26 : weervoorspeller (Landsverdediging) audiovisueel assistent (Landsverdediging) landschapsdeskundige (Landsverdediging) in rang 28 : eerstaanwezend weervoorspeller (Landsverdediging) eerstaanwezend landschapdsdeskundige (Landsverdediging) eerstaanwezend audiovisueel assistent (Landsverdediging) in rang 10 : audiovisueel expert (Landsverdediging) scheikundig expert (Landsverdediging) meteoroloog (Landsverdediging) tandarts (Landsverdediging) geneesheer-specialist (Landsverdediging) § 2. In dezelfde tabel en onder dezelfde opschriften worden de vermeldingen van de volgende graden ingevoegd onder de rubriek "geschrapte graden" : in rang 24 : weervoorspeller-meteoroloog in rang 25 : eerstaanwezend weervoorspeller- meteoroloog in rang 26 : landschapsdeskundige landmeter-expert onroerende goederen in rang 27 : landschapsdeskundige 1e klasse landmeter-expert onroerende goederen 1e klasse analist klinische biologie in rang 28 : eerstaanwezend landschapsdeskundige hoofdlandmeter-expert onroerende goederen in rang 10 : landbouwkundig ingenieur ingenieur voor de scheikunde en de landbouwindustrieën scheikundig adviseur scheikundige-laboratoriumchef in rang 11 : adjunct-rechtskundig adviseur eerstaanwezend ingenieur voor de scheikunde en de landbouwindustrieën eerstaanwezend landbouwkundig ingenieur eerstaanwezend scheikundig adviseur § 3. In de tabel gevoegd bij hetzelfde besluit worden de volgende graden ingevoegd onder het opschrift "I. Alfabetische rangschikking van de Nederlandse benamingen, Afdeling B, Technisch personeel" en onder het opschrift "II. Alfabetische rangschikking van de Franse benamingen, Afdeling B, Technisch personeel" : in rang 26 : technisch assistent (Landsverdediging) in rang 28 : eerstaanwezend technisch assistent (Landsverdediging) § 4. In dezelfde tabel en onder dezelfde opschriften worden de vermeldingen van de volgende graden ingevoegd onder de rubriek "geschrapte graden" : in rang 20 : technisch assistent in rang 22 : eerstaanwezend technisch assistent

Art. 3.§ 1. De ambtenaren die titularis zijn van de graad geschrapt in artikel 1, § 2, die hierna in de linkerkolom voorkomen, worden ambsthalve benoemd in de graad die, bij het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen die behoren tot de niveaus 1 en 2+ is opgericht en die hierna in de rechterkolom voorkomt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De ambtenaren die krachtens §1 benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit verkregen in de graad waarvan ze titularis waren. § 3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van landmeter-expert onroerende goederen (rang 26) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 26 en 27 geacht verricht te zijn in de graad van rang 26. § 4. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van paramedicus (rang 26), worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rangen 26 en 27 geacht verricht te zijn in de graad van rang 26. § 5. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graden van ingenieur of van adjunct adviseur (rang 10), worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 10 en 11 geacht verricht te zijn in de graad van rang 10. § 6. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 4.§ 1. De ambtenaren die titularis zijn van één van de graden geschrapt in artikel 1, § 2, die hierna in de linkerkolom voorkomen, worden ambtshalve benoemd in de graad die in artikel 1, § 1, is opgericht en die hierna in de rechterkolom voorkomen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De ambtenaren die krachtens § 1 benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit verkregen in de graad waarvan ze titularis waren. § 3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van landschapsdeskundige (rang 26) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rangen 22, 23, 26 en 27 geacht verricht te zijn in de graad van rang 26. § 4. In afwijking van het vorige lid, voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaar die, door verandering van graad, op 1 juli 1993, in de graad van landschapsdeskundige (rang 22) werd benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die ook gepresteerd zijn in de graad van controleur van werken (rang 22) geacht verricht te zijn in de nieuwe graad van landschapsdeskundige (rang 26). § 5. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van eerstaanwezend landschapsdeskundige worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 24 en 28 geacht verricht te zijn in de graad van rang 28. § 6. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van scheikundig expert (rang 10), worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 10 en 11 geacht verricht te zijn in de graad van rang 10. § 7. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 5.§ 1. De ambtenaren die titularis zijn van één van de graden geschrapt in artikel 1, § 2 en die hierna in de linkerkolom voorkomen, worden ambtshalve benoemd in de graad die in artikel 1, § 1, is opgericht en die hierna in de rechterkolom voorkomen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De ambtenaren die in niveau 2+ benoemd zijn, behouden in dat niveau de anciënniteit verkregen in niveau 2. § 3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van technisch assistent (rang 26) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rangen 22 en 20 geacht verricht te zijn in de graad van rang 26. § 4. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van eerstaanwezend technisch assistent (rang 28) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rangen 24 en 22 geacht verricht te zijn in de graad van rang 28. § 5. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van weervoorspeller (rang 26) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 24 geacht verricht te zijn in de graad van rang 26. § 6. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van eerstaanwezend weervoorspeller (rang 28) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 25 geacht verricht te zijn in de graad van rang 28. § 7. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang op dezelfde datum van het koninklijk besluit van 26 september 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Landsverdediging.

Art. 7.§1. Alle bestuurshandelingen gesteld ten aanzien van de ambtenaren bedoeld in dit besluit die werden verricht tussen de datum vastgesteld voor de toepassing van een artikel en de datum van bekendmaking van dit besluit, worden geacht te zijn voltrokken met toepassing van dit besluit. § 2. De procedures inzake bevordering, verandering van graad of oppensioenstelling die aan de gang zijn op de datum van bekendmaking van dit besluit, voor de erin bedoelde ambtenaren, worden verder gezet op grond van de in het genoemde besluit vervatte bepalingen.

Art. 8.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 oktober 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET

^