Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 oktober 1998
gepubliceerd op 04 november 1998

Koninklijk besluit tot bepaling van de minimale criteria waaraan de overeenkomsten tussen de multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging en het Verzekeringscomité ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering moeten voldoen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022656
pub.
04/11/1998
prom.
13/10/1998
ELI
eli/besluit/1998/10/13/1998022656/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit tot bepaling van de minimale criteria waaraan de overeenkomsten tussen de multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging en het Verzekeringscomité ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering moeten voldoen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 23, § 3bis, ingevoegd bij de wet van 22 februari 1998;

Gelet op het voorstel van het College van geneesheren-directeurs ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, geformuleerd tijdens zijn vergadering van 1 april 1998;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, geformuleerd tijdens zijn vergaderingen van 6 juli 1998 en 13 juli 1998;

Overwegende dat in het belang van de rechthebbenden van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging dit besluit zo vlug mogelijk moet genomen en bekendgemaakt worden, daar het de minimale voorwaarden en criteria bepaalt waaraan de overeenkomsten met de multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging moeten voldoen en op die manier een bijdrage vormt tot de verzorgingsmogelijkheden van palliatieve patiënten die thuis worden verzorgd, zodat deze kunnen rekenen op een verzorging die dezelfde professionele waarborgen biedt als bij een opname in een ziekenhuis;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 29 juli 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit koninklijk besluit bevat de minimale criteria waaraan de overeenkomsten tussen de multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging en het Verzekeringscomité ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV moeten voldoen.

Deze minimale criteria zijn : - de samenstelling van de equipes; - de opdrachten van de equipes; - de werkingsvoorwaarden van de equipes; - het minimum aantal patiënten dat de equipes moeten hebben gevolgd vóór de overeenkomsten inwerking treden.

Art. 2.§ 1. Elke overeenkomst zoals bedoeld in artikel 1 moet de samenstelling van de equipe bepalen. § 2. Als basisbestaffing kunnen de overeenkomsten voorzien in volgende bezetting : - 2 voltijds equivalent verpleegkundigen, met specifieke ervaring of vorming in palliatieve zorg; - 1 geneesheer a rato van 4 uren per week : deze geneesheer moet een huisarts zijn met specifieke vorming of ervaring in palliatieve zorg; - een halftijds equivalent administratieve bediende.

De bezetting van de basisequipes kan kwantitatief gecorreleerd worden aan het aantal patiënten dat jaarlijks ten laste wordt genomen.

De equipe werkt samen met de huisartsen en met de andere zorgverleners (geneesheren, apothekers, verpleegkundigen, kinesitherapeuten, psychologen), sociaal assistenten, levensbeschouwelijke begeleiders en vrijwilligers.

Art. 3.§ 1. Elke overeenkomst zoals bedoeld in artikel 1 moet de opdrachten van de equipe bepalen. § 2. Als basisopdrachten kunnen de overeenkomsten de volgende taken omvatten : - adviezen over palliatieve verzorging verstrekken aan de verzorgingsverstrekkers van de eerste lijn; - psychologische en morele steun verlenen aan de patiënt, aan zijn verwanten en eventueel aan de verzorgingsverstrekkers van de eerste lijn;

Art. 4.§ 1. Elke overeenkomst zoals bedoeld in artikel 1 moet de werkingsvoorwaarden van de equipes bevatten. § 2. Als basisvoorwaarden voor de werking kunnen de overeenkomsten volgende elementen bevatten : - een dossier per patiënt bijhouden (dat kan dienen voor het aanleggen van een database); - een toegankelijkheid van 24 uur op 24 organiseren (telefoon, GSM,...); - een wekelijks interdisciplinair overleg organiseren, met ten minste de deelneming van de arts en van een verpleegkundige; - over twee lokalen beschikken, een voor de vergaderingen en de opvang en een alleen voor de administratie; - een jaarlijks activiteitenverslag opstellen.

Art. 5.Elke overeenkomst zoals bedoeld in artikel 1 bepaalt het minimum aantal patiënten dat de equipe moet hebben gevolgd over een te bepalen referentieperiode voorafgaand van de inwerkingtreding van de overeenkomst.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 oktober 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale zaken, Mevr. M. DE GALAN De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA

^