Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 december 2006
gepubliceerd op 13 februari 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006204109
pub.
13/02/2007
prom.
14/12/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 van 24 mei 1971, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5ter van 21 december 1978, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot aanvulling en wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5, gesloten op 24 mei 1971 betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging van het personeel der ondernemingen;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 december 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2006 Statuut van de syndicale afvaardiging (Overeenkomst geregistreerd op 7 juli 2006 onder het nummer 80335/CO/203) HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven vallen en op hun bedienden.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft geen betrekking op de door de werkgever aangewezen directieleden.

Onder "bedienden" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk bediendepersoneel.

Art. 2.De werkgevers die meer dan 10 bedienden tewerkstellen erkennen het recht van hun bediendepersoneel om zich bij de vakbondsorganisaties te laten vertegenwoordigen door een vakbondsafvaardiging waarvan het statuut door deze collectieve arbeidsovereenkomst geregeld wordt. HOOFDSTUK II. - Samenstelling van de afvaardiging

Art. 3.De afvaardiging wordt samengesteld uit gewone afgevaardigden en plaatsvervangende afgevaardigden, aangewezen door de vakbondsorganisaties. Er zijn evenveel gewone als plaatsvervangende afgevaardigden.

De plaatsvervangende leden worden opgeroepen om te zetelen ter vervanging bij verhindering, die een opschorting van zijn arbeidscontract tot gevolg heeft, van een gewoon lid.

De werkgever kan te allen tijde wegens ernstige redenen bezwaar aantekenen tegen de aanwijzing of vervanging van een afgevaardigde; hij maakt de redenen van zijn verzet, binnen 14 werkdagen die volgen op de mededeling van de lijst, kenbaar aan de vakbondsorganisatie.

Het aantal gewone afgevaardigden wordt als volgt bepaald, in functie van het aantal bij een vakbond aangesloten bedienden in het bedrijf : - van 10 tot 24 bedienden : 1 gewone en 1 plaatsver vangende afgevaardigde; - vanaf 25 bedienden : 2 gewone en 2 plaatsver vangende afgevaardigden.

In bovenvermelde berekening van het personeelsbestand wordt slechts rekening gehouden met de bedienden met een contract van onbepaalde duur (op het ogenblik van de aanvraag tot oprichting van de vakbondsafvaardiging).

Art. 4.De afgevaardigden worden aangewezen voor een termijn van 4 jaar; hun mandaten zijn hernieuwbaar. De mandaten lopen op dezelfde datum af als de mandaten in de O.R. en het C.P.B.W. in de bedrijven waar die bestaan.

Art. 5.Om als vakbondsafgevaardigde aangewezen te worden dient men : - minstens 25 jaar oud te zijn; - tewerkgesteld te zijn met een contract van onbepaalde duur; - minstens 1 jaar anciënniteit in het bedrijf en in de nijverheidstak te hebben; - zich op het moment van de aanwijzing niet in vooropzeg bevinden. HOOFDSTUK III. - Bevoegdheid

Art. 6.De bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging betreft onder meer : - de arbeidsbetrekkingen; - de onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve overeenkomsten of akkoorden binnen het bedrijf, zonder afbreuk te doen aan de collectieve arbeidsovereenkomsten of op andere niveaus gesloten akkoorden; - de toepassing van de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten en de contracten in het bedrijf.

Art. 7.Wanneer er een geschil met de directie ontstaat in het bedrijf zal de vakbondsafvaardiging alle middelen gebruiken om het geschil via onderhandelingen op te lossen.

Art. 8.De vakbondsafgevaardigden van het bediendepersoneel dienen onder alle omstandigheden : - blijk te geven van een geest van rechtvaardigheid, billijkheid en verzoening; - persoonlijk te vermijden en door hun collega's te doen vermijden, elke tekortkoming in de naleving van de sociale wetgeving, de arbeidsreglementen en de collectieve arbeidsovereenkomsten alsook in arbeidstucht en beroepsgeheim; - de actie van de bedrijfsleiding en haar vertegenwoordigers op de verschillende echelons niet te belemmeren. HOOFDSTUK IV. - Werking

Art. 9.Om geschillen of betwistingen te voorkomen moet de vakbondsafvaardiging vooraf door de bedrijfsleider op de hoogte gebracht worden van veranderingen die de contractvoorwaarden of de gewone loon- en arbeidsvoorwaarden zouden kunnen wijzigen.

Elke klacht wordt door de betrokken werknemer, op zijn vraag bijgestaan door zijn vakbondsafgevaardigde, via de individuele hiërarchische weg ingediend.

De vakbondsafvaardiging heeft het recht door de bedrijfsleider of zijn vertegenwoordiger te worden gehoord naar aanleiding van elk geschil of betwisting van collectieve aard of elk individueel geschil of betwisting die langs de hiërarchische weg niet kon worden bijgelegd.

Art. 10.De bedrijfsleider of zijn vertegenwoordiger zal zo snel mogelijk, ten laatste binnen de vijf werkdagen die volgen op het indienen van de aanvraag, de vakbondsafvaardiging ontvangen.

Art. 11.De voltallige of gedeeltelijke vakbondsafvaardiging houdt haar vergaderingen met de werkgever tijdens de normale arbeidsuren.

De aan de vergaderingen van de vakbondsafvaardiging met de werkgever gewijde tijd wordt beschouwd als arbeidstijd en als zodanig vergoed.

De vergadertijd die de normale arbeidsuren overschrijdt geeft echter geen aanleiding tot overloon.

Art. 12.De leden van de vakbondsafvaardiging beschikken over een, niet samenvoegbaar, uurkrediet van vier uren per gewone afgevaardigde per maand voor het collectief of individueel uitoefenen van de vakbondstaken en -activiteiten om zich van hun taak binnen het bedrijf te kwijten.

Art. 13.Met het oog op het gebruik van die tijd dienen de leden van de vakbondsafvaardiging de werkgever vooraf op de hoogte stellen en er, in samenspraak met hem, over te waken dat de situatie de goede gang van de diensten in het bedrijf niet verstoort.

De vakbondsafvaardiging kan over een lokaal beschikken voor de tijd die zij nodig heeft voor het vervullen van haar taak. Dat lokaal hoeft niet uitsluitend voor haar gebruik te dienen.

De vakbondsafvaardiging kan binnen het bedrijf samenkomen met het oog op de voorbereiding van de vooraf met de werkgever vastgelegde vergaderingen.

Art. 14.De vakbondsafvaardiging kan, na kennisgeving en akkoord van de werkgever, mondeling of schriftelijk alle nuttige mededelingen doen aan het bediendepersoneel. De tijd die aan die vergaderingen gewijd wordt, wordt niet vergoed, tenzij de werkgever anders beslist.

Op met redenen omklede, door de vakbondsafvaardiging 48 uur op voorhand in te dienen vraag en met het akkoord van de werkgever, kunnen door de vakbondsafvaardiging op de werkvloer vergaderingen belegd worden ter informatie van het bediendepersoneel van het bedrijf, bij het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten die het geheel van het bediendepersoneel aanbelangen. De aan die vergaderingen bestede tijd wordt vergoed. HOOFDSTUK V. - Onopgelost geschil

Art. 15.Wanneer de tussenkomst van de vakbondsafvaardiging niet geleid heeft tot een akkoord met de werkgever voor het regelen van een geschil, kunnen de bedrijfsleider of de afgevaardigden beroep doen op de vrijgestelde van de vakbondsorganisatie teneinde de onderhandeling voort te zetten of de wettelijke procedure op te starten.

De vragende partij licht vooraf de andere partij in.

De werkgever kan zich in dat geval laten bijstaan.

Art. 16.Na uitputting van de onderhandelingsmiddelen kan de vakbondsorganisatie of de bedrijfsleider het geschil voorleggen aan het nationaal verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven.

Art. 17.Elk beroep op het nationaal verzoeningsbureau dient te gebeuren door een lid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven.

Art. 18.De stakingsaanzegging heeft een duurtijd van veertien kalenderdagen en begint te lopen op de dag die volgt op de kennisgeving. HOOFDSTUK VI. - Duur van de overeenkomst

Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur, te rekenen vanaf de publicatie van het bericht in het Belgisch Staatsblad.

Elke van de partijen kan ze beëindigen mits een per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven gemelde vooropzeg van drie maanden.

De organisatie die het initiatief neemt tot de opzegging dient de redenen ervan aan te geven en tevens voorstellen te doen ter verbetering.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 december 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^