Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 december 2015
gepubliceerd op 07 januari 2016

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 juni 2010 houdende de statuten van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen

bron
programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid
numac
2015021095
pub.
07/01/2016
prom.
14/12/2015
ELI
eli/besluit/2015/12/14/2015021095/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 DECEMBER 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 juni 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/06/2010 pub. 13/07/2010 numac 2010021072 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Koninklijk besluit houdende de statuten van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen sluiten houdende de statuten van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikelen 37 en 107, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 september 1962 waarbij de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen vanaf 1 oktober 1962 aan het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur verbonden wordt;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 juni 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/06/2010 pub. 13/07/2010 numac 2010021072 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Koninklijk besluit houdende de statuten van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen sluiten houdende de statuten van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen;

Gelet op de akkoordbevinding van de algemene vergadering van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen van 27 juni 2015;

Overwegende dat de huidige tekst van de statuten van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen lacunes bevat die moeten worden weggewerkt;

Op de voordracht van de Minister van Financiën en de Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 25 juni 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/06/2010 pub. 13/07/2010 numac 2010021072 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Koninklijk besluit houdende de statuten van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen sluiten houdende de statuten van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen, wordt het tweede lid aangevuld met de woorden : "en wordt voor het administratieve, budgettaire en boekhoudkundige beheer ervan toegevoegd aan de Federale Overheidsdienst bevoegd voor het Wetenschapsbeleid, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de vast secretaris."

Art. 2.Artikel 5 van de statuten van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen, als bijlage gevoegd bij hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : "

Artikel 5.De vast secretaris § 1. De vast secretaris wordt verkozen uit de gewone leden. De kandidaatstellingen worden door ten minste drie gewone of eregewone leden aan de voorzitter voorgelegd, die ze ten minste één maand voor de verkiezing bekendmaakt aan de klassen. De vast secretaris wordt verkozen tijdens een algemene vergadering van alle gewone en eregewone leden van de Academie. Om geldig te zijn, vereist de stemming de aanwezigheid van de helft van de gewone leden. De verkiezing geschiedt bij volstrekte meerderheid van stemmen. De aanwijzing van de vast secretaris wordt bekrachtigd door de Koning.

De Koning stelt de vast secretaris op pensioen aan het einde van het kalenderjaar waarin hij 67 jaar wordt. Hij voert dan de titel van ere-vast secretaris. § 2. De Koning kan de vast secretaris zijn titel ontnemen bij grove nalatigheid in de uitoefening van zijn bevoegdheden. Dat gebeurt op verzoek van de minister bevoegd voor wetenschapsbeleid, op de voordracht van de voorzitter van de programmatorische overheidsdienst Wetenschapsbeleid en na advies van de bestuurscommissie. Die beslissing kan pas worden genomen nadat de betrokkene volgens de regels gehoord is geweest.

De vast secretaris kan tegen die beslissing in beroep gaan. Dit beroep wordt ingesteld bij de interdepartementale raad van beroep, zoals vastgelegd in artikel 53 van het koninklijk besluit van 25 februari 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2008 pub. 07/04/2008 numac 2008021029 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Koninklijk besluit tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen type koninklijk besluit prom. 25/02/2008 pub. 07/04/2008 numac 2008021028 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Koninklijk besluit tot vaststelling van het geldelijke statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen sluiten tot vastlegging van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen, en wordt ingediend binnen een termijn van 10 dagen die loopt vanaf de datum waarop de beslissing hem werd meegedeeld. § 3. Zo de vast secretaris voor meer dan drie maanden afwezig is of hij het voorwerp is van een afzettingsmaatregel, wijst de bestuurscommissie een gewoon lid aan om de vast secretaris te vervangen.

Dat lid neemt alle bevoegdheden van de vast secretaris op zich en geniet al diens voorrechten Hij draagt de titel van vast secretaris ad interim. § 4. De vast secretaris is belast met het dagelijkse beheer van de Academie. Hij leidt het personeel van de Academie en neemt het secretariaat waar van de bestuurscommissie, en van het bureau. Hij woont alle vergaderingen van de Academie bij. Hij heeft enkel stemrecht in de klasse waarvan hij lid is. Hij is belast met het opstellen van de notulen van alle vergaderingen en het bewaren van alle archiefstukken. Hij beheert de uitgaven en de inkomsten van de Academie, houdt er de boekhouding van bij die hij tweemaal per jaar aan de leden van de bestuurscommissie en eenmaal per jaar aan twee door dezelfde commissie aangewezen verificateurs voorlegt. Hij stelt de catalogus op van de publicaties van de Academie en vult hem regelmatig aan. Hij zorgt voor de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad - in de loop van de eerste helft van januari - van de namen van de leden van de bestuurscommissie."

Art. 3.In dezelfde statuten wordt een artikel 5/1 ingevoegd, luidende : "

Artikel 5/1.Het bureau Het bureau is een raadgevend orgaan dat de vast secretaris moet bijstaan bij het beheer van de Academie. Het is samengesteld uit de vast secretaris, de voorzitter, de directeurs en vicedirecteurs in functie en de erevoorzitters."

Art. 4.In dezelfde statuten wordt een artikel 5/2 ingevoegd, luidende : "

Artikel 5/2.Het personeel Het personeel van de Academie is onderworpen aan dezelfde regels van indienstneming, bezoldiging, evaluatie en ontslag dan het administratief contractueel personeel van de Federale Overheidsdienst bevoegd voor het Wetenschapsbeleid."

Art. 5.Artikel 7, tweede lid, van dezelfde statuten wordt vervangen als volgt : "De bestuurscommissie bestaat uit zes gewone leden van de Academie, te weten twee leden per klasse, waarvan één per taalrol, de voorzitter en de vast secretaris. De zes verkozen leden worden voor een mandaat van drie jaar aangewezen. Elk jaar is een derde van de bestuurscommissie hernieuwbaar. Aftredende leden kunnen voor een tweede mandaat van drie jaar worden verkozen. De verkiezing en de herverkiezing van de leden van de commissie worden bekrachtigd door de minister die bevoegd is voor het wetenschapsbeleid. De minister kan een ambtenaar alsook een vervanger van het Federaal Wetenschapsbeleid aanwijzen om zitting te hebben in de bestuurscommissie. De zes benoemde leden en de voorzitter zijn stemgerechtigd. De vast secretaris en de ambtenaar die de minister vertegenwoordigt, hebben een raadgevende stem."

Art. 6.Artikel 12 van dezelfde statuten wordt vervangen als volgt : "

Artikel 12.Giften en legaten De vast secretaris keurt ten voordele van de Academie de giften en legaten van allerhande aard goed voor zover hun waarde lager ligt dan 50 000 euro, exclusief heffingen.

De bestuurscommissie keurt de giften en legaten goed waarvan de waarde hoger ligt dan 50.000 euro, maar lager is dan 250.000 euro, exclusief heffingen.

De minister bevoegd voor het wetenschapsbeleid keurt de giften en legaten goed waarvan de waarde de 250.000 euro overstijgt."

Art. 7.Artikel 13 van dezelfde statuten wordt vervangen als volgt : "

Artikel 13.Begroting en rekeningen § 1. De Academie houdt een jaarlijkse boekhouding bij waarvan elk dienstjaar op 1 januari begint en op 31 december afloopt.

Om haar uitgaven van allerhande aard te kunnen verrichten, beschikt de Academie over inkomsten die afkomstig kunnen zijn van : 1° een algemene werkingssubsidie voor zover deze is voorzien in de algemene uitgavenbegroting van de Staat;2° gerichte subsidies met als doel de organisatie van wetenschappelijke vergaderingen en de publicatie in gedrukte of elektronische vorm van boeken en tijdschriften te vergemakkelijken;3° de opbrengst van de verkoop van haar publicaties en de inkomsten uit de overeenstemmende auteursrechten;4° legaten en giften in het kader van een publiek of privémecenaat;5° interesten op belegde fondsen. § 2. De rekeningen van het voorgaande jaar worden uiterlijk 31 maart voorgelegd aan de bestuurscommissie die ze vastlegt en ze meedeelt aan de voorzitter van de federale overheidsdienst bevoegd voor het Wetenschapsbeleid. Deze laatste bezorgt ze aan de minister die bevoegd is voor het wetenschapsbeleid, die ze uiterlijk 31 mei goedkeurt en ze doorstuurt naar de minister van Financiën voor hun verzending aan het Rekenhof. § 3. Uiterlijk 31 maart stelt de bestuurscommissie een voorstel van begroting op voor het volgende begrotingsjaar. Dat voorstel wordt opgemaakt uitgaande van een overeenkomstig de budgettaire instructies van het betrokken begrotingsjaar berekende dotatie."

Art. 8.Het koninklijk besluit van 17 september 1962 waarbij de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen vanaf 1 oktober 1962, aan het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur verbonden wordt, wordt opgeheven.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 10.De minister bevoegd voor het wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 december 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT De Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, Mevr. E. SLEURS

^