Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 januari 2004
gepubliceerd op 02 februari 2004

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 maart 1997 houdende organisatie van het epidemiologisch toezicht op overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij herkauwers

bron
federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
numac
2004022076
pub.
02/02/2004
prom.
14/01/2004
ELI
eli/besluit/2004/01/14/2004022076/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JANUARI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 maart 1997 houdende organisatie van het epidemiologisch toezicht op overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij herkauwers


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994, 20 december 1995, 23 maart 1998 en 5 februari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 maart 1997 houdende organisatie van het epidemiologisch toezicht op overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij herkauwers, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 december 2000, 19 januari 2001, 13 juli 2001 en 19 juli 2001;

Gelet op de Verordening (EG) Nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001, houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën, gewijzigd bij de Verordeningen (EG) Nr. 1248/2001 van 22 juni 2001, (EG) Nr. 1326/2001 van 29 juni 2001, (EG) Nr. 270/2002 van 14 februari 2002, (EG) Nr. 1494/2002 van 21 augustus 2002, (EG) Nr. 260/2003 van 12 februari 2003, (EG) Nr. 650/2003 van 10 april 2003, (EG) Nr. 1128/2003 van 16 juni 2003, (EG) Nr. 1053/2003 van 19 juni 2003, (EG) Nr. 1139/2003 van 27 juni 2003, (EG) Nr. 1234/2003 van 10 juli 2003 en (EG) Nr. 1809/2003 van 15 oktober 2003;

Gelet op het advies van het Raadgevend Comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 30 oktober 2002;

Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale Overheid op 18 november 2002;

Gelet op het advies van het Wetenschappelijk Comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 27 januari 2003;

Gelet op het advies van de Raad van het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, gegeven op 27 februari 2003;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 maart 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 2 juli 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het nodig is om onverwijld de reglementaire bepalingen aan te passen met betrekking tot het uitroeiingsbeleid voor beslagen waarin een geval van overdraagbare spongiforme encefalopathie werd aangetroffen, met name aan hetgeen bepaald is in Verordening (EG) Nr. 260/2003 van de Commissie van 12 februari 2003 tot wijziging van Verordening (EG) Nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de uitroeiing van overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij schapen en geiten en de voorschriften voor de handel in levende schapen en geiten en runderembryo's; om evenzo de reglementaire bepalingen aan te passen die betrekking hebben op de snelle tests die gebruikt kunnen worden bij het toezicht op overdraagbare spongiforme encefalopathieën, met name aan hetgeen bepaald is in Verordening (EG) Nr. 1053/2003 van de Commissie van 19 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) Nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft snelle tests; dat het bovendien gepast is onverwijld verordenende kracht te verlenen aan de nieuwe wetenschappelijke methoden die het mogelijk maken de vorm op te sporen van het prioneiwit dat samengaat met boviene spongiforme encefalopathie in sommige zenuwweefsels waarin die voorheen niet werd opgespoord;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 17 maart 1997 houdende organisatie van het epidemiologisch toezicht op overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij herkauwers, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 december 2000 en 19 juli 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In punt 3°, worden de woorden : « of ieder andere methode die toelaat om de met de ziekte geassocieerde vorm van het prioneiwit op te sporen, » na het woord « immunocytochemie » toegevoegd;2° punt 9° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 9° Dienst : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;»; 3° punt 10° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 10° Inspecteur-dierenarts : de inspecteur-dierenarts van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;»; 4° punt 11° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 11° Minister : de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft;»; 5° punt 14° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 14° Cohort : de cohort zoals gedefinieerd in bijlage I van de verordening (EG) Nr.999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001, houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën; »; 6° een punt 15° wordt toegevoegd : « 15° « Karkas » : het karkas aangeboden in overeenkomst met het ministerieel besluit van 22 januari 1992 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten voor de indeling van geslachte volwassen runderen.».

Art. 2.In artikel 3bis, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 december 2000, 19 januari 2001 et 19 juli 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1.De Dienst organiseert een bewakingsprogramma voor O.S.E. bij herkauwers met de opsporingstests erkend in overeenstemming met de bepalingen van artikel 6 van de voormelde verordening (EG) Nr. 999/2001 van 22 mei 2001. ». 2° § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2.De opsporingstest op de krengen van herkauwers in het destructiebedrijf wordt uitgevoerd door een geaccrediteerd laboratorium, volgens de instructies van de Dienst en onder het technisch toezicht van het C.O.D.A. ». 3° § 5 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 5.Indien de in § 1 bedoelde opsporingstest een positief resultaat geeft dat bevestigd wordt door één van de in artikel 2, 3°, bedoelde laboratoriumonderzoeken, is hoofdstuk IV van toepassing. ».

Art. 3.Artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2001, wordt vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 10.Wanneer het bestaan van O.S.E. bij een herkauwer bevestigd wordt door het resultaat van de onderzoeken bedoeld in artikel 2, 3° : 1° licht de inspecteur-dierenarts de Dienst in over het bestaan van O.S.E.; 2° voert de inspecteur-dierenarts een onderzoek uit dat de dieren bedoeld in punt 1 van bijlage VII van de bovenvermelde Verordening (EG) Nr.999/2001 van 22 mei 2001 moet identificeren; 3° zijn de maatregelen bedoeld in punt 2 van bijlage VII van de bovenvermelde Verordening (EG) Nr 999/2001 van 22 mei 2001 van toepassing.Niettemin, in geval van bevestiging van boviene spongiforme encefalopathie bij een rund worden ook alle door het onderzoek in 2° bedoelde geïdentificeerde schapen en geiten gedood en vernietigd. De Minister kan bijkomende maatregelen vaststellen.

Art. 4.Artikel 13, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 december 2000 en 19 juli 2001, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 13.Bij alle onder artikel 10 bedoelde herkauwers, worden alle runderen vanaf de leeftijd van een jaar en alle schapen en geiten vanaf de leeftijd van zes maanden door het C.O.D.A. onderzocht op O.S.E. ».

Art. 5.In artikel 15, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, worden de woorden « van artikel 13, § 2 » door de woorden « van artikel 10, 3° vervangen ».2° er wordt een § 3 toegevoegd, luidende : « § 3.Een vergoeding wordt toegekend aan de verantwoordelijke van runderen die geslacht werden vóór de verdenking en waarvan de karkassen in beslag genomen werden na het epidemiologisch onderzoek bedoeld in artikel 9. Deze vergoeding die niet hoger mag liggen dan 2.500,00 EUR per karkas wordt opgesteld op basis van de karkasindeling bedoeld in het koninklijk besluit van 10 juni 2001, betreffende de schadevergoeding van dieren die positief zijn in de goedgekeurde snelle boviene spongiforme encefalopathietest. ».

Art. 6.Voor de periode van 1 januari 2001 tot 31 december 2001, geldt in de plaats van de maximale vergoeding van 2.500,00 EUR, bedoeld in artikel 15, § 1, het bedrag van 100.000 Belgische frank.

Art. 7.Artikelen 11 en 12 van het koninklijk besluit van 17 maart 1997 houdende organisatie van het epidemiologisch toezicht op overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij herkauwers worden opgeheven.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 5, 2°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2001.

Art. 9.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 januari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^