Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 januari 2021
gepubliceerd op 11 februari 2021

Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2021040128
pub.
11/02/2021
prom.
14/01/2021
ELI
eli/besluit/2021/01/14/2021040128/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JANUARI 2021. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, artikel 45/1, § 4, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 25 februari 2013;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/07/2017 pub. 14/08/2017 numac 2017040583 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten sluiten tot goedkeuring van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF);

Gelet op de beslissing van de Nationale Raad van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten van 23 september 2020 tot aanpassing van het artikel 21 van het reglement van plichtenleer;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 oktober 2020;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Economische Beroepen, gegeven op 23 november 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 8 januari 2021;

Overwegende het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 27 februari 2020 in de zaak C-384/18;

Overwegende dat het Hof aan het einde van dit arrest verklaart dat "door een verbod in te stellen op het gezamenlijk uitoefenen van de activiteiten van boekhouder en die van verzekeringsmakelaar, verzekeringsagent of vastgoedmakelaar dan wel bancaire activiteiten en activiteiten van financiële dienstverlening, en door de kamers van het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten toe te staan het gezamenlijk uitoefenen van de activiteiten van boekhouder en elke ambachts-, landbouw- en handelsactiviteit te verbieden, is het Koninkrijk België de verplichtingen niet nagekomen die op deze lidstaat rusten krachtens artikel 25 van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt en artikel 49 VWEU";

Overwegende dat artikel 21 van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF) aangepast werd om te voldoen aan het aldus gewezen arrest;

Overwegende het advies van de Hoge Raad voor de Economische Beroepen van 23 november 2020;

Overwegende dat de Hoge Raad voor de Economische Beroepen, hierna "Hoge Raad", zich afvraagt of het huidige besluit kan aangenomen worden op basis van artikel 45/1, § 4, eerste lid, van de wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen aangezien dat intussen opgeheven werd; dat als antwoord hierop moet benadrukt worden dat de Nationale Raad van het BIBF een beslissing tot aanpassing van zijn reglement van plichten heeft genomen op 23 september 2020 overeenkomstig dat artikel dat toen nog van kracht was; dat het nieuwe Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants de rechten en plichten van de fusionerende instituten (het BIBF en het IAB -Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten) heeft overgenomen overeenkomstig artikel 62 van de wet van 17 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/2019 pub. 27/03/2019 numac 2019040805 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur type wet prom. 17/03/2019 pub. 10/05/2019 numac 2019012297 bron federale overheidsdienst financien Wet tot aanpassing van bepaalde federale fiscale bepalingen aan het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen type wet prom. 17/03/2019 pub. 21/10/2021 numac 2019042390 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Brede en Versterkte Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, gedaan te Brussel op 24 november 2017 (2)(3) sluiten betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur;

Overwegende dat, ook al is de Nationale Raad van het BIBF sinds 30 september 2020 niet meer bevoegd om teksten te wijzigen, de teksten die hij voordien aangenomen heeft, blijven bestaan en dat, zoals de Hoge Raad in punt 11 van zijn advies benadrukt, op voorwaarde dat zij niet in strijd zijn met het huidige rechtskader;

Overwegende dat, wat de onverenigbaarheden betreft, artikel 49 van de wet van 17 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/2019 pub. 27/03/2019 numac 2019040805 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur type wet prom. 17/03/2019 pub. 10/05/2019 numac 2019012297 bron federale overheidsdienst financien Wet tot aanpassing van bepaalde federale fiscale bepalingen aan het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen type wet prom. 17/03/2019 pub. 21/10/2021 numac 2019042390 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Brede en Versterkte Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, gedaan te Brussel op 24 november 2017 (2)(3) sluiten de Koning de mogelijkheid biedt om bepaalde onverenigbaarheden met het beroep vast te leggen; dat de onverenigbaarheden voorzien in artikel 21 van het reglement van plichtenleer van het BIBF niet formeel verboden zijn door de voormelde wet van 17 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/2019 pub. 27/03/2019 numac 2019040805 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur type wet prom. 17/03/2019 pub. 10/05/2019 numac 2019012297 bron federale overheidsdienst financien Wet tot aanpassing van bepaalde federale fiscale bepalingen aan het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen type wet prom. 17/03/2019 pub. 21/10/2021 numac 2019042390 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Brede en Versterkte Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, gedaan te Brussel op 24 november 2017 (2)(3) sluiten maar omwille van de beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 27 februari 2020, waarmee rekening moet worden gehouden om op termijn bepaalde onverenigbaarheden te behouden;

Overwegende dat zowel het reglement van plichtenleer van het BIBF als het besluit om artikel 21 aan te passen nog geen bindende kracht hebben; dat deze beslissing tot aanpassing een prelegislatief karakter heeft, in die zin dat de te geven koninklijke goedkeuring slechts de afronding is van het aangevatte proces en dat die goedkeuring bovendien bedoeld is om de nodige rechtszekerheid te bieden aan de beroepsbeoefenaars die nog tijdelijk onderworpen zijn aan de tuchtregels van het BIBF, die nog steeds van kracht zijn en door de bevoegde kamers kunnen toegepast worden krachtens artikel 45/1, § 7, 3) van de voormelde wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten; Overwegende dat de formele procedure voor de goedkeuring van de aanpassing van het reglement van Plichtenleer van het BIBF moet afgerond worden om een einde te maken aan de rechtsonzekerheid en aldus te voldoen aan de beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 27 februari 2020;

Overwegende dat de wet van 17 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/2019 pub. 27/03/2019 numac 2019040805 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur type wet prom. 17/03/2019 pub. 10/05/2019 numac 2019012297 bron federale overheidsdienst financien Wet tot aanpassing van bepaalde federale fiscale bepalingen aan het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen type wet prom. 17/03/2019 pub. 21/10/2021 numac 2019042390 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Brede en Versterkte Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, gedaan te Brussel op 24 november 2017 (2)(3) sluiten, zoals de Hoge Raad benadrukt, de organisatie van de boekhoudkundige en fiscale beroepen fundamenteel heeft gewijzigd;

Overwegende dat, zoals de Hoge Raad eveneens benadrukt, de nieuwe tuchtregels voor de beroepen die onder de bovenvermelde wet van 17 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/2019 pub. 27/03/2019 numac 2019040805 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur type wet prom. 17/03/2019 pub. 10/05/2019 numac 2019012297 bron federale overheidsdienst financien Wet tot aanpassing van bepaalde federale fiscale bepalingen aan het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen type wet prom. 17/03/2019 pub. 21/10/2021 numac 2019042390 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Brede en Versterkte Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, gedaan te Brussel op 24 november 2017 (2)(3) sluiten vallen, binnen een redelijke termijn moeten worden aangenomen door middel van een koninklijk besluit, waarin indien nodig overgangsmaatregelen kunnen worden opgenomen; dat daarbij rekening zal worden gehouden met de noodzaak om te kiezen voor een doeltreffend systeem van kwaliteitscontrole en om de transparantie van de genomen beslissingen te waarborgen;

Overwegende dat het doel hier is een tekst, die bovendien slechts tijdelijk van toepassing zal zijn, op zeer korte termijn in overeenstemming te brengen met een beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie die ertoe zou kunnen leiden dat België wordt veroordeeld tot boetes en dwangsommen;

Overwegende dat, wat betreft de kwaliteitscontrole, de opdracht van het BIBF bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen na de inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2017 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur verder loopt, parallel aan de specifieke a posteriori controle bedoeld in het nieuwe artikel 21 van het reglement van plichtenleer, onder de controle van het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants en zijn organen, met de bedoeling om een efficiënte overgang naar een nieuw systeem van kwaliteitstoetsing te waarborgen voor de beroepsactiviteiten uitgevoerd door de accountants die de vroegere boekhouders lid van het BIBF zijn;

Overwegende dat, aangezien het Hof van Justitie van de Europese Unie de hoedster van de Verdragen is, het Instituut en de Belgische Staat hier een gebonden bevoegdheid hebben en dat dit besluit zich beperkt tot de goedkeuring van de wijzigingen van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten teneinde gevolg te geven aan het arrest van het Hof van Justitie; dat de administratie het voorstel tot wijziging van artikel 21 van het reglement van plichtenleer heeft bezorgd aan de Europese Commissie en dat, door een bekommernis op transparantie en zoals gevraagd door de Hoge Raad voor de Economische Beroepen, een evenredigheidsbeoordeling werd uitgevoerd;

Op de voordracht van de Minister van Middenstand, Zelfstandigen en K.M.O.'s en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het door de Nationale Raad van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten vastgestelde en als bijlage aan dit besluit gehechte reglement van plichtenleer heeft bindende kracht.

Art. 2.Het koninklijk besluit van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/07/2017 pub. 14/08/2017 numac 2017040583 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten sluiten tot goedkeuring van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF) wordt opgeheven.

Art. 3.De minister bevoegd voor Middenstand en K.M.O.'s is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 januari 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Middenstand, Zelfstandigen en K.M.O.'s, D. CLARINVAL

BIJLAGE Reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF) HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit reglement van plichtenleer wordt verstaan onder: 1° de wet: de wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, zoals gewijzigd bij de wetten van 25 februari 2013, inzonderheid titel VI;2° het Beroepsinstituut: het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten, opgericht bij artikel 43 van de wet;3° de Raad: de Nationale Raad van het Instituut, bedoeld in artikel 45/1, § 4, van de wet;4° de Kamers: de uitvoerende kamers van het Beroepsinstituut zoals voorzien in artikel 45/1, § 2, eerste lid, van de wet;5° het tableau van de beroepsbeoefenaars: het tableau bedoeld in artikel 44 van de wet, zoals laatst gewijzigd bij de wetten van 25 februari 2013;6° de lijst van de stagiairs: de lijst bedoeld in artikel 44 van de wet, zoals laatst gewijzigd bij de wetten van 25 februari 2013;7° de leden: alle natuurlijke personen en rechtspersonen die op het tableau van de beroepsbeoefenaars of op de lijst van de stagiairs van het Beroepsinstituut zijn ingeschreven, zoals voorzien in artikel 45/1, § 1, van de wet;8° de boekhouder BIBF: - de erkende boekhouder en de erkende boekhouder-fiscalist, natuurlijke persoon opgenomen op het tableau van de beroepsbeoefenaars van het beroepsinstituut zoals voorzien in artikel 44 van de wet; - de stagiair-boekhouder en de stagiair boekhouder-fiscalist, natuurlijke persoon, opgenomen op de lijst van de stagiairs van het beroepsinstituut zoals voorzien in artikel 44 van de wet; - de natuurlijke persoon die de toelating heeft het beroep occasioneel uit te oefenen ingevolge de bepalingen van artikel 52bis van de wet; 9° de externe boekhouder BIBF: de boekhouder BIBF die zijn beroep op zelfstandige basis en voor rekening van derden uitoefent zoals bedoeld in artikel 44 van de wet;10° de interne boekhouder BIBF: de boekhouder BIBF die zijn beroep uitsluitend uitoefent in ondergeschikt dienstverband via een arbeidsovereenkomst of een door de overheid bezoldigde betrekking zoals bedoeld in artikel 44 van de wet;11° confrater: de boekhouder BIBF alsook de leden en stagiairs van het Instituut van de accountants en de belastingconsulenten en van het Instituut der Bedrijfsrevisoren evenals de beroepsbeoefenaars die in het buitenland een gelijkwaardig erkende hoedanigheid bezitten;12° richtlijn: een door de Nationale Raad goedgekeurde beslissing in uitvoering of ter verduidelijking van de wettelijke en/of reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op het beroep of het Beroepsinstituut.De richtlijn wordt aan de leden bekendgemaakt via het ledenblad en/of op de website van het Beroepsinstituut.

Art. 2.De voorschriften van plichtenleer van het Beroepsinstituut bestaan uit een geheel van regels, verplichtingen en verbodsbepalingen die de leden bij de uitoefening van hun beroep dienen na te leven. De leden zijn tevens gehouden alle wettelijke en reglementaire bepalingen van toepassing op het beroep na te leven alsook de richtlijnen van de Raad.

Art. 3.De externe boekhouder BIBF draagt persoonlijk de verantwoordelijkheid overeenkomstig het gemeen recht voor iedere bij de uitoefening van het beroep gestelde daad. Hij kan zijn aansprakelijkheid slechts beperken binnen de grenzen voorzien door de wet.

Art. 4.De boekhouder BIBF moet zijn beroep uitoefenen met de vereiste bekwaamheid, rechtschapenheid, eerlijkheid en waardigheid.

De externe boekhouder BIBF dient over de nodige onafhankelijkheid te beschikken, die de uitoefening van een vrij beroep kenmerkt, om zijn beroep uit te oefenen volgens de voorschriften van de plichtenleer.

Ambtenaren en contractueel tewerkgestelden van een fiscale administratie worden niet geacht over de nodige onafhankelijkheid te beschikken om de titel te voeren of het beroep van boekhouder BIBF uit te oefenen.

De interne boekhouder BIBF dient zich intellectueel onafhankelijk op te stellen ten aanzien van zijn werkgever. In geval van onverenigbaarheid tussen de instructies van zijn werkgever en de deontologische regels, heeft de interne boekhouder de plicht in overleg met zijn werkgever voor dit probleem een oplossing na te streven die in overeenstemming is met de deontologische regels. Als dergelijke oplossing niet kan worden gevonden, dient hij dit probleem voor te leggen aan de bevoegde Uitvoerende Kamer.

De externe boekhouder BIBF dient eveneens te waken over de onafhankelijkheid, de onpartijdigheid en de wils- en beoordelingsvrijheid van zijn medewerkers en de personen waarop hij beroep doet.

Art. 5.De externe boekhouder BIBF zal elke opdracht weigeren of elk mandaat teruggeven indien de onafhankelijke uitoefening van zijn beroep of de uitoefening ervan volgens de plichtenleer in het gedrang komt. Hij dient rekening te houden met de algemene richtlijnen door de Raad bepaald. HOOFDSTUK II. - De Boekhouder BIBF, het Beroepsinstituut en zijn leden

Art. 6.De leden zijn ertoe gehouden de door de Raad bepaalde en door de Minister goedgekeurde jaarlijkse bijdrage, verhogingen en/of de bijdrage in de kosten voor de stage, binnen de door de Raad bepaalde betalingstermijn te betalen.

Art. 7.De leden dienen de bevoegde Kamer zo snel mogelijk en uiterlijk binnen de maand per brief of mail op de hoogte te brengen zodra een gerechtelijke procedure tegen hun werd geopend, die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met hun beroep. Zij bezorgen de bevoegde Kamer tevens een kopie van die beslissing die kracht van gewijsde heeft en dit zodra zij hiervan in kennis worden gesteld.

Art. 8.De leden dienen de bevoegde Kamer zo snel mogelijk en uiterlijk binnen de maand per brief of mail te verwittigen wanneer ze in het kader van hun beroepsuitoefening een burgerlijke, strafrechtelijke, commerciële, sociale of administratieve vordering instellen tegen een confrater.

Art. 9.De leden zijn ertoe gehouden alle gevraagde inlichtingen zo snel mogelijk en uiterlijk binnen de maand per brief of mail over te maken aan de bij wet of reglement opgerichte organen van het beroepsinstituut, om hen toe te laten hun respectieve wettelijk toevertrouwde bevoegdheden uit te oefenen.

De leden dienen tevens zo snel mogelijk en uiterlijk binnen de maand spontaan elke wijziging in hun adres- en/of contactgegevens alsook de wijziging met betrekking tot hun sociaal statuut per brief of mail te melden aan het Beroepsinstituut.

Art. 10.§ 1. De externe boekhouder BIBF dient de Kamer in te lichten over de professionele samenwerkingsverbanden, die hij in het kader van zijn beroepsuitoefening aangaat, teneinde de controle op de conformiteit met de plichtenleer mogelijk te maken. § 2. Onder samenwerkingsverband wordt verstaan: - elke vorm van duurzame samenwerking of vereniging met het oog op een gemeenschappelijke uitoefening van het beroep van boekhouder BIBF met andere boekhouders BIBF of met personen die een ander beroep uitoefenen; - de middelenvennootschappen. § 3. Ten laatste één maand na het sluiten van een samenwerkingsverband licht de externe boekhouder BIBF de Kamer in over zijn samenwerkingsverband en/of elke wijziging ervan, per brief of via mail gericht aan de zetel van het Instituut. § 4. Hij voegt bij zijn brief een kopie van de samenwerkingsovereenkomst of een kopie van de briefwisseling die tot het samenwerkingsverband heeft geleid. Indien het om een mondeling akkoord gaat, voegt hij bij zijn brief een uitvoerige beschrijving van het voorwerp en van de partijen van de samenwerkingsovereenkomst. § 5. Wanneer de samenwerking plaatsvindt in het kader van een rechtspersoon, deelt de boekhouder BIBF aan de Kamer de statuten, de wijzigingsakten van de statuten, de benoemingen, ontslagen of ontzettingen van de leden van de beheersorganen mede alsook de overdrachten van de aandelen of deelbewijzen en/of de hieraan verbonden stemrechten. § 6. Alle externe boekhouders BIBF die in het kader van hun beroepsuitoefening een samenwerkingsverband hebben aangegaan, dienen binnen de maand na elke benoeming of wijziging aan de Kamer een geactualiseerde lijst te zenden met vermelding van de naam, voornaam, beroep en nationaliteit van de zaakvoerders, bestuurders en vennoten van de rechtspersoon of van de vereniging waarvan zij deel uitmaken, evenals van de omvang van hun participatie in voormelde rechtspersoon of vereniging. § 7. Alle interne boekhouders BIBF dienen de bevoegde kamer onmiddellijk en uiterlijk binnen de maand per aangetekend schrijven of via elektronisch bericht met ontvangstbevestiging in te lichten over elke wijziging van werkgever. Zij delen tevens hun contactgegevens bij de nieuwe werkgever mee. HOOFDSTUK III. - Verplichtingen van de Boekhouder BIBF

Art. 11.§ 1. De externe boekhouder BIBF en zijn cliënt dienen een "opdrachtbrief" op te maken voorafgaand aan de uitvoering van enige prestatie.

Deze opdrachtbrief moet op een evenwichtige wijze de wederzijdse rechten en plichten van de cliënt en van de boekhouder BIBF bepalen.

Desgevallend voorziet de opdrachtbrief in duidelijke en evenwichtige bepalingen betreffende de beperking van de aansprakelijkheid van de externe boekhouder BIBF. Tevens dient de opdrachtbrief de berekening van de erelonen en de te respecteren termijnen duidelijk te bepalen.

De "opdrachtbrief" mag geen buitensporige schadebedingen en/of opzeggingstermijnen bevatten bij opzegging van de samenwerking.

Deze "opdrachtbrief" wordt in zoveel exemplaren opgemaakt en ondertekend als er partijen zijn. Elke partij ontvangt een exemplaar. § 2. De externe boekhouder BIBF dient een permanent dossier voor elk van zijn cliënten bij te houden dat beantwoordt aan de minimale vereisten vastgelegd door de Raad en is tevens gehouden om al zijn werkdocumenten te bewaren en dit gedurende 10 jaar na het beëindigen van de opdracht. De werkdocumenten en het permanent dossier kunnen worden bewaard op elke duurzame informatiedrager.

Dit permanent dossier bevat minstens alle gegevens die door de externe boekhouder moeten bijgehouden worden in toepassing van de wet van 11 januari 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/01/1993 pub. 29/07/2013 numac 2013000488 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 11/01/1993 pub. 27/06/2012 numac 2012000391 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en alle uitvoeringsbesluiten ervan. § 3. De externe boekhouder BIBF is ertoe gehouden alle boeken en bescheiden die toebehoren aan zijn cliënt, onverwijld terug te bezorgen, wanneer deze erom verzoekt.

Art. 12.In geval een externe boekhouder BIBF in de onmogelijkheid is zijn beroepsactiviteit uit te oefenen ingevolge een schorsing van minstens één maand, dient hij zijn cliënteel hiervan in kennis te stellen, wanneer die een beroep op hem doet tijdens de schorsing.

Art. 13.§ 1. Het ereloon van de externe boekhouder BIBF dient de rentabiliteit, de waardigheid en de onafhankelijke uitoefening van het beroep te verzekeren. § 2. Het is de boekhouder BIBF verboden om op enigerlei wijze commissie- of makelaarslonen of welkdanig voordeel ook toe te kennen of te ontvangen die verband houden met zijn opdrachten en die zijn onafhankelijkheid in het gedrang brengen.

Art. 14.De externe boekhouder BIBF is verplicht om zijn burgerlijke beroepsaansprakelijkheid te laten verzekeren door een verzekeringsovereenkomst. De algemene basisvoorwaarden en de minimumwaarborgen waaraan de verzekeringsovereenkomsten moeten voldoen, worden door de Raad vastgesteld.

Het bewijs van deze onderschrijving zal steeds aan het Beroepsinstituut moeten kunnen voorgelegd worden.

Art. 15.De boekhouder BIBF zal de nodige zorg besteden aan zijn beroepsvervolmaking. De Raad bepaalt het minimum aantal uren dat jaarlijks aan de beroepsvervolmaking moet worden besteed en kan ook onderwerpen inzake beroepsvervolmaking aanduiden. Het aantal uren en de onderwerpen, voor zover ze werden bepaald, worden aan de boekhouders BIBF bekendgemaakt.

De boekhouder BIBF zal de gevolgde beroepsvervolmaking jaarlijks rapporteren aan het Beroepsinstituut en zal op verzoek van de Kamer de nodige bewijzen dienen voor te leggen van de onderwerpen en de tijd, die hij aan zijn beroepsvervolmaking heeft besteed.

Elke boekhouder BIBF, die zijn ontslag indient en door de Kamer van het tableau van de beroepsbeoefenaars of de lijst van de stagiairs wordt weggelaten, moet binnen het jaar volgend op zijn herinschrijving op het tableau van de beroepsbeoefenaars of op de lijst van de stagiairs, een door de Raad bepaalde bijkomende beroepsvervolmaking volgen, voor zover de uitschrijving langer dan twaalf maanden heeft geduurd.

De boekhouder BIBF, die tijdens de periode van zijn uitschrijving de door de Raad vastgestelde regels inzake beroepsvervolmaking heeft nageleefd, is niet verplicht de bijkomende beroepsvervolmaking te volgen bij zijn herinschrijving. HOOFDSTUK IV. - De boekhouder BIBF en zijn confraters

Art. 16.De boekhouder BIBF is gehouden tot wederzijdse hulp en hoffelijkheid tegenover zijn confraters en moet zich onthouden van elke houding of handeling, die een confrater schade kan berokkenen.

Hij zal de betrokken confrater onmiddellijk schriftelijk op de hoogte brengen van de punten, waarover een meningsverschil bestaat.

Art. 17.Vooraleer een opdracht te aanvaarden, moet de externe boekhouder BIBF, die een opdracht van een confrater overneemt, volgende regels naleven: 1°. hij moet zijn voorganger schriftelijk in kennis stellen van de overname van de opdracht, zelfs indien de opvolging niet onmiddellijk is gebeurd; 2°. indien de voorganger niet werd betaald voor zijn prestaties, dient de externe boekhouder BIBF die het dossier overneemt bij de cliënt schriftelijk aan te dringen op de betaling van de verschuldigde en onbetwiste honoraria van zijn voorganger.

De voorganger zal onverwijld en uiterlijk binnen de 15 dagen alle documenten, eigendom van de cliënt alsmede deze die kaderen in de wederzijdse hulp en hoffelijkheid, ter beschikking stellen van de cliënt of van zijn opvolgende confrater.

Hij is gehouden hiervan een gedetailleerde en gedagtekende inventaris in twee exemplaren op te stellen, die door elke betrokken partij ondertekend wordt.

De externe boekhouder BIBF die in een dossier een persoon opvolgt die niet gerechtigd is de gereglementeerde beroepsactiviteiten van een erkend boekhouder uit te oefenen moet het beroepsinstituut schriftelijk verwittigen van de identiteit van zijn voorganger. Een externe erkende boekhouder BIBF aan wie gevraagd wordt om het boekhouddossier van een cliënt over te dragen aan een persoon die niet gerechtigd is de gereglementeerde beroepsactiviteiten van een erkend boekhouder uit te oefenen, moet tevens het beroepsinstituut schriftelijk informeren van de identiteit van deze persoon alvorens elke overdracht van het dossier aan de cliënt.

Art. 18.Met instemming van beide partijen of op verzoek van één van de partijen kan een geschil tussen confraters of tussen de externe boekhouder BIBF en zijn cliënt voorgelegd worden aan het Beroepsinstituut met het oog op een verzoeningspoging tussen partijen. HOOFDSTUK V. - Het beroepsgeheim

Art. 19.Onverminderd de voor de externe boekhouder BIBF door de wet opgelegde verplichtingen het beroepsgeheim te bewaren conform artikel 458 van het Strafwetboek, is de boekhouder BIBF tevens gehouden tot naleving van een discretieplicht.

Deze discretieplicht omvat de geheimhouding van gegevens die hem uitdrukkelijk of stilzwijgend in zijn hoedanigheid van boekhouder werden toevertrouwd en van feiten met een vertrouwelijk karakter, die hij in de uitoefening van zijn beroep heeft vastgesteld.

Er kan de boekhouder BIBF evenwel geen inbreuk op de tuchtvoorschriften inzake de discretieplicht ten laste worden gelegd: a) wanneer hij geroepen wordt om in rechte getuigenis af te leggen;b) wanneer de wettelijke bepalingen hem tot mededeling van volledige of gedeeltelijke inlichtingen verplichten;c) in de uitoefening van zijn persoonlijke verdediging in rechterlijke of tuchtaangelegenheden;d) wanneer de toepassing van de deontologische regels het vereist;e) wanneer en in de mate waarin hij, betreffende aangelegenheden die zijn opdrachtgever persoonlijk aanbelangen, door deze laatste uitdrukkelijk van zijn discretieplicht ontslagen werd. HOOFDSTUK VI. - Beroepsactiviteiten en onverenigbaarheden

Art. 20.Naast boekhoudactiviteiten oefent de boekhouder BIBF, behoudens wettelijk bepaalde uitzonderingen, eveneens alle werkzaamheden uit die verband houden met de externe adviesverlening en begeleiding van ondernemingen onder meer in fiscale, vennootschapsrechtelijke en sociale materies evenals bij het opstellen van het financieel plan en inzake het verkrijgen van openbare steunmaatregelen.

De externe boekhouder BIBF kan eveneens optreden als syndicus van gebouwen. Hij dient hiervoor volgende regels in acht te nemen: - hij dient hiervoor over een afzonderlijke bankrekening te beschikken, waarvan hij de enige verantwoordelijke is, geopend op naam van elke vereniging van mede-eigenaars waarvan hij syndicus is; - hij dient voorafgaandelijk aan enig mandaat of opdracht als syndicus, deze aan te melden bij het BIBF; - hij dient zijn burgerlijke beroepsaansprakelijkheid voor deze activiteit via een apart verzekeringscontract te verzekeren conform de minimale voorwaarden die voor syndici gelden en hij maakt een kopie van dit contract alsook het betalingsbewijs van de verzekeringspremie over aan het BIBF; - hij moet de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en alle andere wettelijke bepalingen inzake de mede-eigendom respecteren alsook de bepalingen van de statuten en reglementen van de mede-eigendom, hierin begrepen zijn contractuele opdracht met de opdrachtgever en dit tot het einde van zijn opdracht; - hij volgt jaarlijks bijkomend en losstaand van zijn verplichte bijscholing als boekhouder BIBF, 10 uur specifieke bijscholing erkend door het BIV in het kader van zijn activiteit van syndicus; - hij blijft strikt neutraal in elk mogelijk conflict tussen mede-eigenaars die geen betrekking hebben op het beheer van de mede-eigendom; - hij is onafhankelijk bij zijn advies aan de mede-eigendom inzake de keuze van een leverancier. Hij kan onder geen enkele voorwaarde commissies of andere vergoedingen ontvangen van leveranciers van de mede-eigendom; - hij dient alles in het werk te stellen zodat de raad van beheer zijn controletaak op hem kan uitoefenen en hem tevens kan bijstaan in het beheer conform de wettelijke bepalingen terzake; - hij dient alle bewijskrachtige stukken m.b.t. de afrekeningen, evenals een gedetailleerde vermogensstaat ter beschikking houden in zijn kantoor en moet al deze stukken bewaren gedurende een periode van vijf jaar na datum van de verkregen kwijting; - hij maakt jaarlijks een lijst van mede-eigendommen, waarvan hij syndicus is, over aan het BIV; - hij is verplicht, volgens de modaliteiten vastgelegd door het BIV, de gelden en waarden die hij bewaart of beheert in het kader van de uitoefening van zijn opdracht van syndicus, te laten waarborgen.

De externe boekhouder BIBF kan optreden als bemiddelaar erkend door de federale bemiddelingscommissie, als vereffenaar van vennootschappen, als gerechtelijk expert en kan opdrachten uitvoeren en/of mandaten waarnemen in het kader van de wetgeving betreffende de continuïteit van de ondernemingen en de faillissementswet.

De externe boekhouder BIBF kan benoemd worden als "onafhankelijk bestuurder" binnen een vennootschap die geen boekhoudkundige diensten voor derden levert. In elk geval zal de externe boekhouder BIBF slechts kunnen benoemd worden als "onafhankelijk bestuurder" zoals voorzien in artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen en indien het een vennootschap betreft waar hijzelf noch zijn medewerkers in de twee jaar die zijn benoeming voorafgaan en tijdens zijn bestuursmandaat aandeelhouder, bedrijfsleider, zaakvoerder, bestuurder of werkend vennoot zijn geweest.

Evenmin mag hij als onafhankelijk bestuurder boekhoudkundige, fiscale of andere operationele prestaties leveren tijdens zijn bestuursmandaat of geleverd hebben in de twee jaar die zijn benoeming voorafgaan voor deze vennootschap en beperkt zijn mandaat van onafhankelijk bestuurder zich tot loutere bestuursdaden. Het is hem bovendien niet toegestaan om benoemd te worden als "onafhankelijk bestuurder" in een rechtspersoon waarbinnen zijn echtgeno(o)t(e), zijn wettelijk samenwonende partner en/of zijn bloedverwanten tot en met de tweede graad aandeelhouder, zaakvoerder, bestuurder, werkend vennoot of bedrijfsleider zijn of dit geweest zijn in de twee jaar die zijn benoeming tot bestuurder voorafgaan.

Art. 21.De uitoefening, als natuurlijke persoon of als rechtspersoon, van multidisciplinaire activiteiten door een extern boekhouder BIBF is toegestaan voor zover de onafhankelijkheid, de onpartijdigheid en het beroepsgeheim van de externe boekhouder BIBF niet in gevaar komen.

Bij de a posteriori beoordeling van de naleving door de externe boekhouder BIBF van de in het eerste lid bedoelde waarborgen, houden de bevoegde Kamers rekening met volgende criteria: - dat er geen verwarring kan ontstaan bij de cliënten betreffende de kwaliteitswaarborgen die gelden voor de verschillende beroepsactiviteiten; - dat het risico op belangenconflicten tussen de verschillende activiteiten voorkomen worden.

De externe boekhouder BIBF meldt elke multidisciplinaire activiteit naast zijn beroepswerkzaamheid als extern boekhouder BIBF aan bij de bevoegde Kamer binnen een maand na zijn inschrijving voor die activiteit bij de Kruispuntbank van Ondernemingen.

Art. 22.Personen, die tewerkgesteld zijn in de openbare sector, kunnen het beroep van extern boekhouder BIBF slechts uitoefenen of de beroepstitel van intern boekhouder BIBF slechts dragen, mits voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de bevoegde overheid. HOOFDSTUK VII. - De informatie naar het publiek

Art. 23.De externe boekhouder BIBF kan de nodige objectieve informatie bezorgen over alsook reclame maken betreffende zijn beroepswerkzaamheden, zijn specifieke beroepskennis, diensten en honoraria en dit ongeacht de gebruikte media. Hij moet dit doen met respect van de regels inzake beroepsgeheim, confraterniteit, eerlijkheid, onafhankelijkheid en de waardigheid eigen aan het beroep.

De Raad kan ter zake aanvullende richtlijnen uitvaardigen.

Het is hem verboden zich bepaalde titels of deskundigheden ten onrechte toe te eigenen.

Hij kan evenmin diensten gratis aanbieden, het vermoeden wekken dat bepaalde diensten gratis aangeboden worden of de vergoeding afhankelijk stellen van andere diensten door hem geleverd of door een persoon met wie een beroepsmatig samenwerkingsverband bestaat, of die worden verstrekt in dezelfde onderneming of in een verbonden onderneming.

In elk geval zal de externe boekhouder BIBF noch in het openbaar, noch op schriftelijke wijze mogen gewag maken van de naam van zijn klanten.

Art. 24.§ 1. De externe boekhouder BIBF die als natuurlijke persoon werkzaam is mag slechts gebruikmaken van de daartoe bestemde documenten zoals onder meer, briefpapier, e-mails, naamkaartjes, ereloonnota's, werkdocumenten, het naambord en andere media. § 2. Die documenten moeten verplicht vermelden: - de naam en voornaam; - de titel "erkend boekhouder BIBF" of "erkend boekhouder-fiscalist BIBF" en zijn inschrijvingsnummer op het tableau of de titel "stagiair boekhouder of stagiair boekhouder-fiscalist" en zijn inschrijvingsnummer op de lijst van de stagiairs; - de door de wet opgelegde vermeldingen. § 3. Die documenten mogen één, meerdere of alle hierna opgesomde, vermeldingen bevatten: 1° het logo van het BIBF;2° het logo van de boekhouder BIBF en de firmanaam waaronder hij zijn boekhoudactiviteiten uitoefent;3° de andere in artikel 20 van deze plichtenleer opgesomde activiteiten die hij uitoefent;4° de nummers van de financiële rekeningen;5° het(de) beroepsadres(sen);6° de telefoon-, gsm en faxnummers, alsook gelijkaardige communicatiemiddelen zoals sociale media;7° de spreekuren en openingsuren van het kantoor;8° de academische titels;9° aansluiting bij een beroepsvereniging van boekhouders en bij een nationale of internationale organisatie;10° zijn e-mailadres en/of de gegevens van zijn website. § 4. De interne boekhouder BIBF mag zijn beroepstitel en zijn erkenningsnummer bij het Beroepsinstituut kenbaar maken op zijn persoonlijke naamkaartjes alsook op de naamkaartjes van de werkgever.

Hij waakt erover dat er geen verwarring kan ontstaan waardoor derden de indruk zouden kunnen hebben dat het om een zelfstandige beroepsbeoefenaar gaat die boekhouddiensten voor derden kan leveren.

Art. 25.§ 1. De externe boekhouder BIBF die zijn beroepswerkzaamheden uitoefent via een door het Beroepsinstituut erkende rechtspersoon, mag slechts gebruikmaken van de daartoe bestemde documenten zoals onder meer briefpapier, naamkaartjes, ereloonnota's, werkdocumenten, het naambord en andere media. § 2. Deze documenten moeten verplicht vermelden: - de naam en voornaam van de externe boekhouders BIBF die deel uitmaken van de vereniging of van de vennootschap alsook deze van de andere mandatarissen die gemachtigd zijn het beroep uit te oefenen; - de titel "erkend boekhouder BIBF" of "erkend boekhouder-fiscalist BIBF" en het inschrijvingsnummer op het tableau of de titel "stagiair boekhouder of stagiair boekhouder -fiscalist" en zijn inschrijvingsnummer op de lijst van de stagiairs; - de firmanaam en juridische vorm van de vereniging of vennootschap, alsook het erkenningsnummer waaronder deze rechtspersoon is ingeschreven op het tableau van het Beroepsinstituut; - alle door alle andere wettelijke bepalingen opgelegde vermeldingen. § 3. Deze documenten mogen één, meerdere of alle volgende vermeldingen bevatten: 1° het logo van de erkende rechtspersoon;2° de hierboven in artikel 24, § 3 opgesomde vermeldingen.

Art. 26.Wanneer de boekhouder BIBF zich kandidaat stelt voor een verkiesbaar mandaat, mag hij zijn beroepshoedanigheid vermelden.

Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 14 januari 2021 tot goedkeuring van het reglement van plichtenleer van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF).

FILIP Van Koningswege : De Minister van Middenstand, Zelfstandigen en K.M.O.'s, D. CLARINVAL

^