Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 juni 2001
gepubliceerd op 18 augustus 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van risicogroepen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012560
pub.
18/08/2001
prom.
14/06/2001
ELI
eli/besluit/2001/06/14/2001012560/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JUNI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 juni 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2000 Tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 3 april 2000 onder het nummer 54501/CO/224)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die afhangen van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen en op de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden die zij tewerkstellen.

Onder "gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden" wordt verstaan : de bedienden bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 april 1992, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de functieclassificatie.

Art. 2.De sectorale rekening "Opleiding risicogroepen - bedienden", geopend ingevolge het centraal akkoord van 27 november 1990, wordt behouden voor de periode van 1 januari 1999 tot 31 december 2000.

Deze rekening wordt beheerd door een paritair samengestelde raad.

Art. 3.Rekening houdend met de bepalingen van afdeling VI van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen en het sectoraal akkoord 1999-2000 van 11 mei 1999 voor de bedienden non-ferro metalen, storten de ondernemingen in 1999 en 2000, binnen de maand na het verstrijken van elk kwartaal, 0,10 pct. van de brutowedden van de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden van het jaar 1999 en respectievelijk 2000 op de sectorale rekening "Opleiding risicogroepen bedienden", ter ondersteuning van tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen.

Art. 4.Onder "risicogroepen" wordt onder meer verstaan : - deeltijds leerplichtigen. Hieronder wordt verstaan jongeren van 16 tot 18 jaar die deeltijds school lopen en deeltijds werken; - laaggeschoolde werklozen. Hieronder wordt verstaan werklozen met een scholingsgraad van maximum hoger secundair onderwijs; - langdurig werklozen. Hieronder wordt verstaan werklozen die minstens een jaar ononderbroken werkloosheidsvergoedingen hebben gehad; - oudere werklozen. Hieronder wordt verstaan werklozen van 50 jaar en ouder; - werklozen die betrokken zijn bij tewerkstellingsprojecten van de overheid, onder meer het begeleidingsplan voor werklozen en de "Smet-banen"; - werkzoekenden die bij het "Vlaams Fonds voor sociale integratie van personen met een handicap/Fonds communautaire pour l'intégration sociale et professionnelle des handicapés" zijn ingeschreven; - werkzoekenden die geen werkloosheids- of onderbrekingsuitkeringen genieten en die in de laatste drie jaar geen beroepsactiviteit hebben verricht; - bestaansminimumtrekkers; - de migranten; - werknemers van 45 jaar en ouder of met een scholingsgraad van maximum hoger secundair onderwijs en die aan een nieuwe functie of installatie moeten aangepast worden ingevolge een reorganisatie, herstructurering of de invoering van nieuwe technologie; - pas afgestudeerde jongeren binnen de eerste zes maanden na hun aanwerving; - bedienden van wie het ontslag in het raam van een herstructurering werd vermeden en gemuteerd werden; - alle andere categorieën bedienden die door de paritaire raad als dusdanig werden erkend.

Art. 5.Als tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven voor risicogroepen, kunnen onder meer volgende maatregelen worden genomen : - aanwerving of opleiding van personen behorend tot de risicogroepen, zoals bepaald in artikel 4; - vervanging van bruggepensioneerden of loopbaanonderbrekers door personen behorend tot de risicogroepen; - aanwerving van werknemers van minder dan 30 jaar die minstens één jaar als stagiair hebben gewerkt; - projecten van alternerend leren en werken; - aanwerving van personen die geen recht hebben op werkloosheidsuitkeringen noch op loopbaanonderbrekingsvergoedingen en die na een periode te zijn thuis gebleven voor de opvoeding van de kinderen of voor de verzorging van een inwonend familielid, opnieuw werkzoekend zijn; - positieve acties voor vrouwen; - reclasseringsinitiatieven ten voordele van bedreigde oudere of laaggeschoolde werknemers; - opleiding van laaggeschoolde werknemers; - omscholing of bijscholing van bedienden van wie het ontslag in het raam van een herstructurering werd vermeden en hierdoor kunnen gemuteerd worden van functie.

Art. 6.De paritaire raad beslist over de aanwending van de gestorte bijdragen.

Voor tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven, opgesomd in artikel 5 hierboven of die door de paritaire raad als gelijkwaardig worden bevonden, wordt een tussenkomst voorzien in de terzake gedane financiële inspanning.

Art. 7.Behoudens verlenging van de bijdrageplicht van 0,10 pct. bij wet of nieuw centraal akkoord, wordt de sectorale rekening "Opleiding risicogroepen - bedienden" op 31 december 2000 opgeheven en het gebeurlijk beschikbaar saldo vereffend volgens criteria te bepalen door de paritaire raad.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst coördineert de bepalingen van: - de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997 betreffende tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen (gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 1995); - de artikelen 13 en 14 van het sectoraal akkoord 1999-2000 van 11 mei 1999.

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^