Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 juni 2006
gepubliceerd op 23 juni 2006

Koninklijk besluit houdende vaststelling van de nadere regelen en voorwaarden waaraan het evaluatieverslag en het financieel overzicht bedoeld in artikel 4, § 3, van de wet van 3 juli 2005 houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg moet voldoen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006201716
pub.
23/06/2006
prom.
14/06/2006
ELI
eli/besluit/2006/06/14/2006201716/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JUNI 2006. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de nadere regelen en voorwaarden waaraan het evaluatieverslag en het financieel overzicht bedoeld in artikel 4, § 3, van de wet van 3 juli 2005 houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg moet voldoen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 2005 houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg meer bepaald artikel 4, § 3;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de paritaire organen en werkgevers op wie de artikelen 3 en 4 van de wet van 3 juli 2005 van toepassing zijn, zo snel mogelijk, de wijze tot realisering van het evaluatieverslag en het financieel overzicht bedoeld in deze voormelde wet moeten kennen zodat de Federale Overheidsdienst van Arbeid Tewerkstelling en Sociaal overleg van deze stukken gebruik kan maken om zonder verwijl de analyse van de invloed van deze maatregel op de werkgelegenheidsgraad van de personen die behoren tot de risicogroepen of de werklozen die actief worden begeleid en opgevolgd;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het evaluatieverslag en het financieel overzicht bedoeld in artikel 4, § 3, van de wet van 3 juli 2005 houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg moeten in overeenstemming zijn met de in bijlage gevoegde modellen.

Art. 2.Dit besluit treedt inwerking op 15 juni 2006.

Art. 3.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te, Brussel, 14 juni 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 2005, Belgisch Staatsblad van 19 juli 2005. Bijlage 1 Evaluatieverslag en financieel overzicht in uitvoering van artikel 4 van de wet van 3 juli 20051 (model bestemd voor de paritaire organen) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 14 juni 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's 1 Wet van 03 juli 2005 houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg (Belgisch Staatsblad 19 juli 2005, p. 32681 t.e.m. 32691). 2 In te vullen in drukletters. 3 In te vullen in drukletters. 4 U wordt eraan herinnerd dat elke valse verklaring en/of onvolledige verklaring de toepassing van de straffen voorzien in het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen af te leggen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen tot gevolg kan hebben.

Bijlage 2 Evaluatieverslag en financieel overzicht in uitvoering van artikel 4 van de wet van 3 juli 20051 (model bestemd voor ondernemingen of groepen van ondernemingen) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 14 juni 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's 1 Wet van 3 juli 2005 houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg (Belgisch Staatsblad 19 juli 2005, p. 32681, t.e.m.32691). 2 Indien het een groep van ondernemingen betreft, dient de lijst van ondernemingen in bijlage te worden gevoegd. 3 In te vullen in drukletters. 4 In te vullen in drukletters. 5 U wordt eraan herinnerd dat elke valse verklaring en/of onvolledige verklaring de toepassing van de straffen voorzien in het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen af te leggen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen tot gevolg kan hebben.

^