Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 maart 2002
gepubliceerd op 18 mei 2002

Koninklijk besluit waarbij het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, « Net Brussel », gemachtigd wordt toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2002000282
pub.
18/05/2002
prom.
14/03/2002
ELI
eli/besluit/2002/03/14/2002000282/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 MAART 2002. - Koninklijk besluit waarbij het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, « Net Brussel », gemachtigd wordt toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt ertoe het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, « Net Brussel », te machtigen toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen. « Net Brussel » werd opgericht door de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid (1).

Aangezien dit Agentschap een instelling van openbaar nut is, bedoeld in de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, wordt de rechtsgrond van dit ontworpen koninklijk besluit gevormd door artikel 5, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 maart 1995. « Net Brussel » vraagt de toegang tot bepaalde informatiegegevens van het Rijksregister voor het vervullen van de taken die hem toevertrouwd zijn.

Artikel 8 van de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen (2) voert immers een verbod in om afvalstoffen achter te laten op een openbare of privé-plaats buiten de plaatsen die hiertoe door de bevoegde administratieve overheid voorzien zijn of zonder de reglementaire bepalingen betreffende de verwijdering van afvalstoffen na te leven.

Krachtens artikel 21 van diezelfde ordonnantie, is voorzien dat de ambtenaren en beambten, aangewezen door de Executieve van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, toezicht houden op de uitvoering van die ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten en over gaan tot regelmatige controle.

Zo heeft de Regering, bij de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu (3), binnen het Agentschap « Net Brussel », beëdigde controleurs aangewezen die belast zijn met het toezicht op de naleving van artikel 8 van de voormelde ordonnantie van 7 maart 1991.

Deze met het toezicht belaste beëdigde personeelsleden oefenen bepaalde bevoegdheden van gerechtelijke politie uit.

Zo zijn de met het toezicht belaste personeelsleden, in het kader van hun opdracht van opsporing en vaststelling van misdrijven, gemachtigd om waarschuwingen te richten tot de vermoedelijke daders van de misdrijven (art. 8 van de ordonnantie van 25 maart 1999), om te bevelen tot de gedeeltelijke of volledige stopzetting van een activiteit (art. 9, § 2, eerste lid) en tot de sluiting van één of meer inrichtingen (art. 9, § 2, tweede lid).

De met het toezicht belaste personeelsleden beschikken eveneens over uitgebreide onderzoeksbevoegdheden en zijn bijvoorbeeld gemachtigd om, te allen tijde, de inrichtingen, lokalen, terreinen en andere plaatsen te betreden, tenzij het een woning betreft (art. 12, eerste lid). Bij ernstige verontreiniging die de volksgezondheid kan schaden, zullen de met het toezicht belaste personeelsleden echter de woonruimten mogen betreden (art. 12, tweede lid).

De met het toezicht belaste personeelsleden mogen bovendien tot alle onderzoeken, controles en verhoren overgaan en alle inlichtingen inwinnen die ze nodig achten (artikel 13).

Ten slotte beschikken de met het toezicht belaste personeelsleden, krachtens de artikelen 32, 33, 35 en 37 van de voormelde ordonnantie van 25 maart 1999, over de bevoegdheid om administratieve geldboetes op te leggen. « Net Brussel » wenst, in het kader van deze verschillende opdrachten die hem worden toevertrouwd, gemachtigd te worden om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen teneinde over precieze gegevens te beschikken betreffende de vermoedelijke daders van de overtredingen van de wetgeving inzake afvalstoffen.

Er werd bijzondere aandacht besteed aan het onderzoek van het nut, voor « Net Brussel », om te beschikken over de gegevens van het Rijksregister. Het blijkt dat de gevraagde informatiegegevens noodzakelijk zijn voor het vervullen door deze inrichting van haar in artikel 1, eerste lid, van het ontwerp van besluit bedoelde opdrachten.

De toegang tot de informatiegegevens wordt als volgt gerechtvaardigd.

Wanneer de met het toezicht belaste personeelsleden een onregelmatige storting ontdekken, stellen zij een proces-verbaal op dat, op straffe van nietigheid van de vervolgingen, binnen tien dagen na de vaststelling van het misdrijf betekend moet worden aan de vermoedelijke dader (art. 11 van de ordonnantie van 25 maart 1999). De identiteit van de vermoedelijke dader wordt met name vastgesteld op basis van documenten op naam die teruggevonden zijn in de onregelmatige storting; deze informatiegegevens zijn meestal verouderd en/of onvolledig. Aangezien de termijn van 10 dagen een verplichte termijn is, moeten de met het toezicht belaste personeelsleden toegang kunnen hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister, opdat zij, vanaf de beschikbare inlichtingen, snel en met zekerheid de vermoedelijke dader van het misdrijf kunnen identificeren. De informatiegegevens betreffende de naam en voornamen (artikel 3, eerste lid, 1°, van de wet van 8 augustus 1983), evenals die betreffende de hoofdverblijfplaats (5°) zijn derhalve noodzakelijk.

Krachtens artikel 13 van de voormelde ordonnantie, kunnen de met het toezicht belaste personeelsleden elke persoon ondervragen over alles wat nuttig is voor de uitoefening van het toezicht. Deze persoon moet op zijn huidige woonplaats opgeroepen kunnen worden opdat de regelmatigheid van de procedure gewaarborgd zou zijn.

Zo moet ook de informatie betreffende de hoofdverblijfplaats gekend zijn teneinde de woonplaats van de personen aan wie een administratieve geldboete opgelegd wordt, na te gaan. Aangezien de beslissing om al dan niet een administratieve geldboete op te leggen, het voorwerp kan uitmaken van een beroep voor de Raad van State, vormt de betekening ervan op de huidige woonplaats van de dader van het misdrijf een essentieel element voor de regelmatigheid.

De informatiegegevens betreffende de burgerlijke staat (8°) en de samenstelling van het gezin (9°) zijn eveneens noodzakelijk. De onregelmatige stortingen bevatten immers vaak verschillende aanwijzingen, die leiden tot het opstellen van verschillende processen-verbaal, terwijl het in werkelijkheid gaat om echtgenoten, samenwonenden, kinderen uit het gezin, enz., en dat er dus slechts één persoon verantwoordelijk is voor het onregelmatige storten en vervolgd kan worden. In dat geval moet er maar één dossier opgesteld worden.

Het recht op toegang tot de historiek van de gegevens moet georganiseerd worden binnen de grenzen van de behoeften van « Net Brussel », en in naleving van de regels voor de bescherming van de gegevens, die voorgeschreven zijn door artikel 11 van de wet van 8 augustus 1983.

De toegang tot de historiek van de gegevens is beperkt tot een periode van vijf jaar die voorafgaat aan de mededeling ervan.

Deze periode stemt overeen met de langste verjaringstermijn die geldt voor de strafbare feiten waarvan « Net Brussel » kennis kan nemen.

In het belang van de personen op wie de informatiegegevens die geregistreerd zijn in het Rijksregister, betrekking hebben, dient het aantal personen dat toegang heeft tot het Rijksregister strikt beperkt te worden.

Voor wat « Net Brussel » betreft, is de toegang tot het Rijksregister voorbehouden aan de Directeur-generaal, evenals aan de personeelsleden die daartoe door de Directeur-generaal bij naam en schriftelijk aangewezen zijn, wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden.

Die personen, in hun hoedanigheid van beëdigde personeelsleden, zijn gehouden aan het beroepsgeheim.

De maatregelen om de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de uit het Rijksregister verkregen informatiegegevens te bewaren, werden genomen : - de informaticaterminals zijn beveiligd met een paswoord dat regelmatig gewijzigd zal worden; - de dossiers die de processen-verbaal bevatten en die de uit het Rijksregister verkregen gegevens kunnen bevatten, bevinden zich in een lokaal waarvan de toegang uitsluitend voorbehouden is aan de beëdigde controleurs en hun onmiddellijke meerdere, met name de coördinator van de controlecel die opgericht is binnen het Agentschap « Net Brussel »; - alle lokalen waarin de informaticaterminals en de dossiers ondergebracht zijn, worden op slot gedaan wanneer er geen personeelslid aanwezig is.

De lijst van de personen die gemachtigd zijn toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister en het identificatienummer ervan te gebruiken, zal jaarlijks opgesteld worden en volgens dezelfde periodiciteit aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toegezonden worden.

De Raad van State heeft zijn advies uitgebracht op 14 augustus 2001.

In dit koninklijk besluit werd rekening gehouden met de verschillende opmerkingen van de Raad van State. _______ Nota's (1) Belgisch Staatsblad van 25 september 1990.(2) Belgisch Staatsblad van 23 april 1991.(3) Belgisch Staatsblad van 24 juni 1999. Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

ADVIES 31.178/2/V VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede vakantiekamer, op 18 januari 2001 door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "waarbij het Gewestelijk Agentschap voor Netheid « Net Brussel », gemachtigd wordt toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen", heeft op 14 augustus 2001 het volgende advies gegeven : Onderzoek van het ontwerp Aanhef 1. Het tweede lid zou als volgt moeten worden gesteld : « Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, aangevuld bij de ordonnantie van 18 december 1997;". 2. Het derde lid behoort als volgt te worden geredigeerd : « Gelet op de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen, gewijzigd bij de ordonnanties van 25 maart 1999 en 18 mei 2000;". 3. Gelet op het voorstel betreffende de redactie van het tweede lid, dient het vierde lid te vervallen.4. De gemachtigd ambtenaar is het ermee eens dat het zevende lid dient te vervallen, aangezien het vormvereiste niet verplicht is. 5. Het achtste lid (dat het zesde lid wordt) behoort als volgt te worden gesteld : « Gelet op advies 31.178/2/V van de Raad van State, gegeven op 14 augustus 2001;".

Dispositief Artikel 1 Het tweede lid van artikel 1 van het ontwerpbesluit luidt als volgt : « De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen van de (...) informatiegegevens (vervat in het Rijksregister van de natuurlijke personen) wordt beperkt tot de datum van 1 november 1999".

Over enkele jaren zal die uiterste datum tot waar in de tijd kan worden teruggegaan een aanzienlijke termijn vormen ten opzichte van het ogenblik waarop het register wordt geraadpleegd en te lang zijn in het licht van de noden van de dienst, die uiteraard beperkt zijn door de langste verjaringstermijn die geldt voor de strafbare feiten waarvan het Gewestelijk Agentschap voor Netheid kennis kan nemen.

In het ontworpen koninklijk besluit moet dan ook voor de raadpleging van de opeenvolgende wijzigingen van het register een termijn worden bepaald die beperkt is tot de langste verjaringstermijn, waarbij voor de berekening van de termijn telkens wordt uitgegaan van de dag dat het Rijksregister geraadpleegd wordt, zoals dat reeds bepaald is in andere koninklijke besluiten.

Artikel 3 In het eerste lid dienen de woorden "en artikel 3," te vervallen.

De kamer was samengesteld uit : De heren : R. Andersen, voorzitter van de Raad van State;

P. Quertainmont en J. Jaumotte, staatsraden;

Mevr. C. Gigot, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer J. Regnier, eerste auditeur-afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door Mevr. G. Martou, adjunct-referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer R. Andersen.

De griffier, De voorzitter, C. Gigot. R. Andersen.

14 MAART 2002. - Koninklijk besluit waarbij het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, « Net Brussel », gemachtigd wordt toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 30 maart 1995;

Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, aangevuld bij de ordonnantie van 18 december 1997;

Gelet op de ordonnantie van 7 maart 1991 betreffende de preventie en het beheer van afvalstoffen, gewijzigd bij de ordonnanties van 25 maart 1999 en 18 mei 2000;

Gelet op de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu;

Overwegende dat de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 4, § 1, van toepassing is;

Gelet op het advies 31.178/2/V van de Raad van State, gegeven op 14 augustus 2001;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, « Net Brussel », wordt gemachtigd toegang te hebben tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 5°, 8° en 9°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, voor het vervullen van de taken die hem toevertrouwd zijn inzake preventie en beheer van afvalstoffen, met name de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu.

De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen die aan de in het eerste lid bedoelde informatiegegevens worden aangebracht, is beperkt tot een periode van vijf jaar die voorafgaat aan de mededeling ervan.

De in het eerste lid bedoelde toegang wordt voorbehouden : 1° aan de Directeur-generaal van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, « Net Brussel »;2° aan de personeelsleden van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, « Net Brussel », die daartoe door de Directeur-generaal van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, « Net Brussel » bij naam en schriftelijk aangewezen zijn, wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden.

Art. 2.De met toepassing van artikel 1 verkregen informatiegegevens mogen slechts gebruikt worden voor de in het eerste lid van dat artikel vermelde doeleinden. Die informatiegegevens mogen niet meegedeeld worden aan derden.

Worden niet als derden beschouwd voor de toepassing van het eerste lid : 1° de natuurlijke personen op wie die informatiegegevens betrekking hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers;2° de openbare overheden en de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, voor de informatiegegevens die hun kunnen meegedeeld worden uit hoofde van hun aanstelling en in het kader van de betrekkingen die zij, bij de uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden, onderhouden met het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, « Net Brussel ».

Art. 3.De lijst van de overeenkomstig artikel 1, derde lid, aangewezen personen wordt, met vermelding van hun functie, jaarlijks opgesteld en volgens dezelfde periodiciteit aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toegezonden.

De betrokken personen ondertekenen een verklaring waarin zij zich ertoe verbinden het vertrouwelijke karakter van de informatiegegevens waartoe zij toegang krijgen, te bewaren.

Art. 4.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 maart 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^