Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 maart 2003
gepubliceerd op 25 juni 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, betreffende de toekenning van een eindejaarstoelage voor de Diensten voor het Bloed van het Belgische Rode Kruis

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003200391
pub.
25/06/2003
prom.
14/03/2003
ELI
eli/besluit/2003/03/14/2003200391/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 MAART 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, betreffende de toekenning van een eindejaarstoelage voor de Diensten voor het Bloed van het Belgische Rode Kruis (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, betreffende de toekenning van een eindejaarstoelage voor de Diensten voor het Bloed van het Belgische Rode Kruis.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 maart 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2000 Eindejaarstoelage (Overeenkomst geregistreerd op 19 april 2001 onder het nummer 57030/CO/305)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de Diensten voor het Bloed van het Belgische Rode Kruis.

Onder « werknemers » wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan punt 1 van het federaal meerjarenplan van 1 maart 2000.

Art. 3.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst leggen de regels vast die op de in artikel 1 beoogde werknemers inzake eindejaarstoelage van toepassing zijn en dit voor het jaar 2001 en volgende jaren.

Art. 4.Het bedrag van de eindejaarstoelage bestaat uit een forfaitair gedeelte, verhoogd met een veranderlijk gedeelte. 1) Het forfaitair gedeelte wordt vanaf 2001 berekend bij toepassing van artikel 5, § 2, punt 1, van het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 december 1987. Derhalve wordt het bedrag van het forfaitair gedeelte van het in aanmerking genomen jaar bekomen door het forfaitair gedeelte, toegekend tijdens het vorig jaar, te verhogen met een percentage dat afhangt van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Dit percentage wordt bekomen door het indexcijfer dat van kracht is in oktober van het in aanmerking genomen jaar te delen door het indexcijfer dat van kracht was in oktober van het vorig jaar. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen. 2) Het veranderlijk gedeelte bedraagt 2,5 pct.van het geïndexeerd brutojaarloon van de werknemer. Onder « geïndexeerd brutojaarloon » wordt verstaan : de uitkomst van de vermenigvuldiging met twaalf van het geïndexeerd baremiek brutoloon, aan de betrokkene verschuldigd voor de maand oktober van het in aanmerking genomen jaar, desgevallend met inbegrip van de haard- of standplaatstoelage, maar met uitsluiting van andere premies, toeslagen of vergoedingen.

Art. 5.§ 1. Het volledig bedrag van de eindejaarstoelage wordt toegekend aan de werknemer die een functie uitoefent die het uitvoeren van werkelijke of daarmee gelijkgestelde volledige arbeidsprestaties omvat en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele referentieperiode.

De gelijkgestelde arbeidsprestaties zijn deze, bedoeld in de artikelen 16 en 41 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers (Belgisch Staatsblad van 6 april 1967).

De referentieperiode is de periode, gaande van 1 januari tot en met 30 september van het betrokken jaar. Iedere gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand tijdens de referentieperiode geeft recht op een negende van de, overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, toegekende toelage.

Op ondernemingsniveau kunnen afwijkende regelingen, die bestaan bij de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en die betrekking hebben op de referentieperiode, in voege blijven.

Onder « maand » wordt verstaan : iedere verbintenis die is aangegaan voor de zestiende dag van de lopende maand. § 2. Als de werknemer de gehele toelage niet kan genieten in het raam van volledige arbeidsprestaties omdat hij in dienst werd genomen tijdens of de instelling heeft verlaten in de loop van de referentieperiode, wordt het bedrag van de toelage vastgesteld naar rata van de tijdens de referentieperiode verrichte of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties. § 3. Het bedrag van de toelage voor de deeltijds tewerkgestelde werknemer wordt berekend naar rata van de duur van de arbeidsprestaties die hij in de loop van de referentieperiode heeft of zou hebben gepresteerd.

Art. 6.De eindejaarstoelage wordt in eenmaal uitbetaald in de loop van de maand december van het in aanmerking genomen jaar.

Art. 7.§ 1. De eindejaarstoelage is niet verschuldigd aan om dringende reden ontslagen werknemers, noch voor arbeidsprestaties die zijn verricht tijdens een proefperiode waaraan een einde werd gemaakt, noch voor arbeidsprestaties, verricht in het raam van een studentencontract, of een vervangingscontract voor het gedeelte waarvoor de vervangen werknemer de eindejaarstoelage ontvangt. § 2. De werknemers die zich in een proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling van de toelage van het in aanmerking genomen jaar, hebben geen recht op de toelage.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de werknemers die reeds een eindejaarstoelage genieten die tenminste gelijkwaardig is aan deze, bedongen in deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vernietigt en vervangt alle voordelen tot heden toegekend naar aanleiding van het jaareinde.

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001. Zij is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan worden opgezegd door elk der partijen, met een opzegtermijn van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten.

Art. 10.Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen bedongen in de huidige overeenkomst slechts effectief zullen toegekend worden aan de werknemers voorzover de regering in uitvoering van het federaal meerjarenplan van 1 maart 2000 de tenlasteneming van de kost verzekert vanaf haar inwerkingtreding ervan.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 maart 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^