Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 november 2002
gepubliceerd op 15 januari 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende het tijdskrediet, de loopbaanonderbreking en de halvering van de arbeidsprestaties

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002013315
pub.
15/01/2003
prom.
14/11/2002
ELI
eli/besluit/2002/11/14/2002013315/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende het tijdskrediet, de loopbaanonderbreking en de halvering van de arbeidsprestaties (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielverzorging;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende het tijdskrediet, de loopbaanonderbreking en de halvering van de arbeidsprestaties.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 november 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielverzorging Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2001 Tijdskrediet, loopbaanonderbreking en halvering van de arbeidsprestaties (Overeenkomst geregistreerd op 27 augustus 2001 onder het nummer 58657/CO/110)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de textielverzorging.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst verleent uitvoering aan de beschikkingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 gesloten in de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking.

Recht op een tijdskrediet

Art. 3.De werklieden en werksters hebben vanaf 1 januari 2002 binnen de hierna bepaalde grenzen en voorwaarden recht op een tijdskrediet voor een maximumperiode van vijf jaar over de gehele loopbaan, op te nemen per minimumperiode van drie maanden : 1° hetzij door hun arbeidsprestaties volledig te schorsen ongeacht de arbeidsregeling waarin zij in de onderneming tewerkgesteld zijn op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving als verricht overeenkomstig artikel 8;2° hetzij door hun arbeidsprestaties te verminderen tot een halftijdse betrekking voorzover zij ten minste ten belope van 3/4e van een voltijdse betrekking in de onderneming tewerkgesteld zijn gedurende de twaalf maanden voorafgaand aan de schriftelijke kennisgeving als verricht overeenkomstig artikel 8. Voor de berekening van de duur van tijdskrediet zal rekening worden gehouden met hetgeen bepaald is in artikel 4, eerste lid van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 gesloten in de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking.

Art. 4.Om recht te hebben op het tijdskrediet als bedoeld in artikel 3, moet de werknemer door een arbeidsovereenkomst met de werkgever verbonden zijn geweest gedurende twaalf maanden in de loop van de vijftien maanden die voorgaan aan de schriftelijke kennisgeving als verricht overeenkomstig artikel 8.

Recht op een 1/5e loopbaanvermindering

Art. 5.De werklieden en werksters die tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling gespreid over vijf of meer dagen, hebben recht op een loopbaanvermindering ten belope van een dag per week of twee halve dagen over dezelfde duur, voor een maximumperiode van vijf jaar over de gehele loopbaan.

Dit recht wordt uitgeoefend per periode van minimum zes maanden.

Voor de berekening van de duur van het recht op een 1/5e loopbaanvermindering zal rekening worden gehouden met hetgeen bepaald is in artikel 8 van bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Art. 6.Om recht te hebben op een loopbaanvermindering als bedoeld in artikel 5, moet de werknemer gelijktijdig de volgende voorwaarden vervullen : 1° door een arbeidsovereenkomst met de werkgever verbonden zijn geweest gedurende de vijf jaar die voorafgaan aan de schriftelijke kennisgeving als verricht overeenkomstig artikel 8;2° in een voltijdse arbeidsregeling tewerkgesteld zijn geweest gedurende de laatste twaalf maanden van de vijf jaar als bedoeld in 1°. Recht van de werknemers van 50 jaar en ouder op een vermindering van de arbeidsprestaties

Art. 7.De werklieden en werksters die de leeftijd van 50 jaar hebben bereikt, hebben zonder maximumduur recht op : 1° een loopbaanvermindering ten belope van een dag per week of twee halve dagen per week voorzover zij tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling gespreid over vijf of meer dagen;2° een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking. Dit recht wordt uitgeoefend per periode van minimum zes maanden.

Om recht te hebben op een vermindering van de arbeidsprestaties moeten de werklieden en werksters voldoen aan de in artikel 10 van de bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 gesloten in de Nationale Arbeidsraad bepaalde voorwaarden.

Deze werklieden en werksters komen niet in aanmerking voor de berekening van het in artikel 10 vermelde percentage.

Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 8.Het uitoefenen van de rechten beschreven in de artikelen 3, 5 en 7 dient vooraf aangevraagd te worden bij de werkgever.

De aanvraag dient te gebeuren, ten laatste drie maanden voor de gewenste aanvangsdatum wanneer de werkgever meer dan twintig werknemers tewerkstelt en ten laatste zes maanden voor de gewenste aanvangsdatum wanneer de werkgever ten hoogste twintig werknemers tewerkstelt. Bij wederzijds akkoord tussen de werkgever en de werknemer kunnen deze termijnen worden ingekort.

De aanvraag moet gebeuren op de wijze die is bepaald in artikel 12, §§ 3 en 4 van bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Art. 9.§ 1. De werknemer wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van de werkgever ten overstaan van de ingediende aanvraag binnen acht dagen te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag. Binnen dezelfde termijn kan de werkgever de uitoefening van het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking uitstellen om ernstige of externe redenen; in dat geval gaat het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties in uiterlijk zes maanden te rekenen vanaf de dag waarop het uitgeoefend zou zijn als er geen uitstel was geweest.

In geval van een uitstel kan op initiatief van de werknemer hierover een onderhoud gevraagd worden tussen de plaatselijke vrijgestelde en de werkgever. § 2. Uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand tijdens welke de schriftelijke kennisgeving werd verricht, worden de werkgever en de werknemer het eens over de voorgestelde wijze van uitoefening van het recht. De dagen waarop het recht op loopbaanvermindering als bedoeld in artikelen 5 en 7, 1° wordt uitgeoefend, worden derwijze gespreid dat de continuiteit van de onderneming of de dienst wordt gewaarborgd.

Art. 10.§ 1. Het gemiddeld aantal werknemers dat gelijktijdig kan genieten van het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, als bedoeld in de artikelen 3, 5 en 7 is per kalenderjaar beperkt tot vijf pct. van het gemiddeld aantal werknemers dat tijdens het afgelopen kalenderjaar in de onderneming was tewerkgesteld, uitgedrukt in voltijdse equivalenten. Op vrijwillige basis kan de werkgever het vermelde percentage overschrijden. § 2. Het totale aantal werknemers dat voor de berekening van de drempel, als bedoeld in § 1, in aanmerking wordt genomen, is het aantal werknemers dat met een arbeidsovereenkomst in de onderneming is tewerkgesteld op 30 juni van het jaar voorafgaand aan het jaar tijdens hetwelk de rechten gelijktijdig worden uitgeoefend. § 3. De werknemers van 50 jaar en ouder die recht hebben op een loopbaanvermindering of een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, als bedoeld in artikel 7, worden niet in aanmerking genomen voor de drempel als bedoeld in § 1.

Art. 11.De werklieden en werksters die de functie uitoefenen van wasser, besteller, technieker/mechanieker en de leidinggevende personeelsleden hebben slechts recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van arbeidsprestaties, indien er een volwaardige vervanging voorhanden is en met akkoord van hun werkgever.

Art. 12.Na afloop van de periode van uitoefening van het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidspresaties tot een halftijdse betrekking, wordt de werknemer, behoudens in geval van overmacht, terug opgenomen in zijn vroegere of een gelijkwaardige (= zelfde loonniveau) functie.

Inwerkingtreding

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2002 en is gesloten voor onbepaalde duur.

De ondertekenende partijen kunnen de overeenkomst opzeggen door middel van een aangetekende brief die gericht moet worden aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de textielverzorging en de andere ondertekenende partijen. Er dient een opzeggingstermijn van drie maanden in acht genomen te worden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 november 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^