Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 november 2007
gepubliceerd op 23 november 2007

Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de wet van 31 januari 2007 inzake de gerechtelijke opleiding en tot oprichting van het Instituut voor gerechtelijke opleiding

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2007009971
pub.
23/11/2007
prom.
14/11/2007
ELI
eli/besluit/2007/11/14/2007009971/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de wet van 31 januari 2007 inzake de gerechtelijke opleiding en tot oprichting van het Instituut voor gerechtelijke opleiding


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 januari 2007 inzake de gerechtelijke opleiding en tot oprichting van het Instituut voor gerechtelijke opleiding, inzonderheid op artikel 50;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 oktober 2007;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de opleiding een van de peilers is van de modernisering en de optimalisering van de rechterlijke orde;

Overwegende dat, ingevolge de bepalingen die op 5 maart 2007 in werking traden, de directieleden van het Instituut benoemd worden vanaf 1 december 2007 en een oproep aan de kandidaten gelanceerd werd voor de niet van rechtswege leden van de raad van bestuur;

Overwegende dat voornoemde wet eveneens een belangrijke rol inzake advies en aanbeveling toekent aan het wetenschappelijk comité;

Overwegende dat dit comité zal moeten kunnen functioneren vanaf het ogenblik dat de voornoemde wet integraal in werking zal treden, namelijk op 2 februari 2008;

Overwegende dat het daarom aangewezen is om de bepaling omtrent de samenstelling in werking te laten treden teneinde te beschikken over voldoende tijd voor de aanstelling van deze leden;

Overwegende dat de voornoemde wet eveneens een essentiële rol en belangrijke verantwoordelijkheid toevertrouwt aan de commissies voor de evaluatie van de gerechtelijke stage;

Overwegende dat deze commissies bevoegd zullen zijn voor de stagiairs van wie het einde van de stage nog meer dan 4 maanden verwijderd is van het ogenblik van inwerkingtreding van artikel 42 van de voornoemde wet;

Overwegende dat deze commissies zo vlug mogelijk moeten samengesteld worden;

Overwegende dat het aangewezen is om, teneinde deze commissies te kunnen samenstellen, de bepaling die hun samenstelling bepaalt in werking te laten treden;

Gelet op advies 43.782/2 van de Raad van State, gegeven op 7 november 2007 met toepassing van artikel 84,§ 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Treden in werking op de dag van de bekendmaking van dit besluit : a) de artikelen 27 en 43, eerste tot derde lid, van de wet van 31 januari 2007 inzake de gerechtelijke opleiding en tot oprichting van het Instituut voor gerechtelijke opleiding;b) dit besluit.

Art. 2.De leden van het wetenschappelijk comité en van de commissies voor de evaluatie van de gerechtelijke stage kunnen hun mandaat opnemen op de datum van de integrale inwerkingtreding van de wet.

Art. 3.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 november 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

^