Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 oktober 1999
gepubliceerd op 21 december 1999

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1997 betreffende de bevordering van de vorming en tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012687
pub.
21/12/1999
prom.
14/10/1999
ELI
eli/besluit/1999/10/14/1999012687/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 OKTOBER 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1997 betreffende de bevordering van de vorming en tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende de bevordering van de vorming en tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 1997;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1997 betreffende de bevordering van de vorming en tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 oktober 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 7 januari 1998, Belgisch Staatsblad van 14 maart 1998.

Koninklijk besluit van 10 juni 1998, Belgisch Staatsblad van 21 augustus 1998.

Bijlage Paritair Comité voor de socio-culturele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1998 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1997 betreffende de bevordering van de vorming en tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers (Overeenkomst geregistreerd op 30 juli 1998 onder het nummer 48796/CO/329) Doel

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 23 september 1997 betreffende de bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers.

Art. 2.Artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1997 wordt vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 3.De werkgever dient elk kwartaal van 1997 en 1998 een bijdrage ten belope van 0,10 pct., berekend op grond van de brutolonen die hij aan zijn werknemers betaalt, te storten aan het fonds voor bestaanszekerheid, zoals bepaald in artikel 4 van de hoger vermelde collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1997, waarvan de financiële middelen een fonds uitmaken dat moet toelaten het onder artikel 1 van vermelde collectieve arbeidsovereenkomst genoemde doel te realiseren.

De werkgevers van de verenigingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de socio-culturele sector die aan een van de volgende voorwaarden voldoen : - een vereniging zijn waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Vlaamse Gewest, - een vereniging zijn waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die ingeschreven is bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid op de Nederlandse taalrol, moeten geen bijdrage voor de vier kwartalen van 1997 storten.

Voor het eerste kwartaal van 1998 wordt de bijdrage verhoogd tot 0,5 pct., berekend op de hierboven vermelde grondslag.

De werkgevers van de verenigingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de socio-culturele sector die aan een van de volgende voorwaarden voldoen : - een vereniging zijn waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Waalse Gewest, - een vereniging zijn waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die ingeschreven is bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid op de Franse taalrol, moeten geen bijdrage voor de vier kwartalen van 1997 en de twee eerste kwartalen van 1998 storten.

Voor de twee laatst kwartalen van 1998 wordt de bijdrage verhoogd tot 0,4 pct., berekend op de hierboven vermelde grondslag.

De in dit lid bepaalde werkgevers dit het bewijs leveren dat ze de patronale bijdragen ten bate van de risicogroepen aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid hebben betaald, voor de 4 kwartalen van 1997 of een gedeelte ervan, en dat ze deze bijdragen niet terug kunnen vorderen van de Rijksdienst voor sociale zekerheid, kunnen aan het « Fonds de sécurité d'existence pour le secteur socio-culturel des Communautés francophone et germanophone » de terugbetaling van deze bijdragen vragen, voor zover zij 0,4 pct. hebben bijgedragen voor de laatste twee kwartalen van 1998.

Deze bijdragen moeten op hetzelfde ogenblik worden gestort als de sociale zekerheidsbijdragen aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid. ».

Inwerkingtreding en duur

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 juli 1998 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 oktober 1999.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^