Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 oktober 2018
gepubliceerd op 07 november 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2018013534
pub.
07/11/2018
prom.
14/10/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 OKTOBER 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 oktober 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2017 Loon- en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 22 februari 2018 onder het nummer 144668/CO/152.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de inrichtingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, uitgezonderd de hogescholen.

Onder "werknemers" verstaat men : zowel de arbeiders als de arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Koopkracht

Art. 2.§ 1. In toepassing van het sectorakkoord 2017-2018 worden de minimumlonen vanaf 1 september 2017 met 0,55 pct. verhoogd. De nieuwe minimumlonen zijn opgenomen in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. In uitvoering van het sectorakkoord 2017-2018 worden ook de reële lonen vanaf 1 september 2017 met 0,55 pct. verhoogd. HOOFDSTUK III. - Beroepenclassificatie

Art. 3.De beroepenclassificatie van de werknemers wordt als volgt vastgesteld : Categorie 1 : ongeschoolde Voorbeelden : schoonmaker, keukenhulp, schoonmaker van licht vaatwerk, tafelschikker, busbegeleider, voor- en naschoolse opvang.

Categorie 2 : eenvoudig geoefenden Voorbeelden : nachtwaker, portier, hulpkok, hulptuinier, arbeider voor zwaar werk, hulpschilder, hulpschrijnwerker, hulpmecanicien, hulpmetselaar, hulpelektricien voor onderhoudswerk, hulpelektricien, onderhoudswerkman.

Categorie 3 : volledig geoefenden Voorbeelden : schilder, schrijnwerker, metselaar, tuinier, onderhoudselektricien, autobestuurder, geschoold onderhoudswerkman.

Categorie 4 : geschoolden Voorbeelden : amanuensis, schrijnwerker-meubelmaker, mecanicien, elektricien, kok.

Categorie 5 : meergeschoolden en vaklieden Voorbeelden : operateur-technicus, eerste geschoolde werkman, alleen werkende kok.

Categorie 6 : ploegbazen Voorbeelden : eerste kok, ploegbaas, magazijnier. HOOFDSTUK IV. - Minimumlonen

Art. 4.§ 1. De niet-geïndexeerde minimumuurlonen, uitgedrukt in euro, van de werknemers worden, rekening houdend met een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur, als volgt vastgelegd : Barema's 100 pct.

Anciënniteit/ Ancienneté

CAT. 1

CAT. 2

CAT. 3

CAT. 4

CAT. 5

CAT. 6

0

6,5295

6,6218

6,8389

7,5166

7,6816

7,9066

1

6,6218

6,7170

6,9057

7,6002

7,7190

7,9911

2

6,7170

6,8123

6,9891

7,6816

7,8045

8,1643

3

6,8123

6,8389

7,0757

7,6816

7,8850

8,2517

5

6,8389

6,8850

7,1561

7,6993

7,9686

8,3312

7

6,8850

6,9724

7,2416

7,7829

8,1436

8,4176

9

6,9724

7,0532

7,3004

7,8654

8,2282

8,5012

11

7,0532

7,1364

7,3004

7,9489

8,3136

8,5857

13

7,1364

7,2190

7,3399

8,1230

8,3970

8,6497

15

7,2190

7,3004

7,4233

8,2094

8,4806

8,6611

17

7,3004

7,3004

7,5059

8,2912

8,5671

8,7446

19

7,3004

7,3182

7,5913

8,3755

8,6467

8,8300

21

7,3182

7,4026

7,6719

8,4609

8,6497

8,9145

23

7,4312

7,4882

7,7562

8,5415

8,7239

8,9960

25

7,4882

7,5678

7,8418

8,6289

8,8084

9,0816

27

7,4882

7,5678

7,9243

8,6497

8,8899

9,2555

29

7,5570

7,6359

8,0028

8,7310

8,9771

9,3537

31

7,6266

7,7046

8,0820

8,8130

9,0650

9,4528

33

7,6968

7,7740

8,1620

8,8958

9,1538

9,5530

35

7,7676

7,8440

8,2428

8,9795

9,2435

9,6543

37

7,8391

7,9145

8,3244

9,0639

9,3341

9,7566

39

7,9112

7,9858

8,4068

9,1491

9,4256

9,8600

41

7,9840

8,0576

8,4901

9,2351

9,5180

9,9645

43

8,0574

8,1302

8,5741

9,3219

9,6112

10,0702

45

8,1315

8,2033

8,6590

9,4095

9,7054

10,1769


(bedragen aan 100 pct. op 1 januari 1990 aan spilindex 138,01) § 2. De loonsverhogingen wegens anciënniteit gaan in de eerste dag van de maand die volgt op de maand van indiensttreding. HOOFDSTUK V. - Haard- en standplaatstoelage

Art. 5.§ 1. Aan de in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde werknemers wordt een haard- of standplaatstoelage toegekend volgens de hierna opgesomde modaliteiten : Hebben recht op een haardtoelage : - gehuwde of wettelijk samenwonende werknemers tenzij deze toelage onder welk stelsel ook wordt toegekend aan de echtgeno(o)t(e) of partner waarmee hij/zij samenwoont. Voor niet gehuwden moet het samenwonen bewezen worden door een attest afgeleverd door de dienst bevolking van de gemeente; - andere werknemers met één of meer kinderen ten laste.

Hebben recht op een standplaatstoelage : - de werknemers die geen recht hebben op een haardtoelage.

De standplaatstoelage kan niet gecumuleerd worden met de haardtoelage.

In het geval de twee echtgenoten of samenwonenden elk beantwoorden aan de voorwaarden om de haardtoelage te verkrijgen, wijzen zij in onderling akkoord diegene aan van de twee aan wie de haardtoelage zal uitbetaald worden. De uitbetaling van de haardtoelage wordt in dit geval afhankelijk gesteld van een verklaring op eer die door het personeelslid wordt opgesteld volgens het model dat bij deze collectieve arbeidsovereenkomst is gevoegd; de andere partner ontvangt de standplaatstoelage. § 2. Het jaarlijks bedrag van de haard- of standplaatstoelage wordt afhankelijk van het bruto jaarloon vastgesteld volgens onderstaande tabel :

Bruto jaarloon/Salaire annuel brut

Haardtoelage/Allocation de foyer

Standplaatstoelage/Allocation de résidence

Tot 15 744,90/Jusqu'à 15 744,90

719,89

359,93

Van 15 744,91 tot 17 867,08/ De 15 744,91 à 17 867,08

359,94

179,97

Vanaf 17 867,09/A partir de 17 867,09

Nihil/néant

Nihil/néant


(bedragen aan 100 pct. op 1 januari 1990 aan spilindex 138,01) De bezoldiging van de werknemer wiens bruto jaarwedde het bedrag van 15 744,90 EUR, respectievelijk 17 867,08 te boven gaat, mag niet kleiner zijn dan die welke hij zou bekomen indien zijn bruto jaarwedde gelijk is aan dit bedrag. In voorkomend geval wordt het verschil hem toegekend in de vorm van een gedeeltelijke haard- of standplaatstoelage.

Voor deeltijdse werknemers bedraagt het in aanmerking te nemen loon voor de pro rata berekening van de haard- of standplaatstoelage dat wat zou worden toegekend indien de deeltijdse betrekking van de werknemer een voltijdse betrekking zou zijn.

De toelage wordt berekend op de loonschalen zonder rekening te houden met premies, toeslagen of andere weddesupplementen. § 3. De haard- of standplaatstoelage wordt aan werknemers met onvolledige dienstprestaties toegekend in evenredigheid met deze prestaties. § 4. De haard- of standplaatstoelage wordt maandelijks betaald, samen met het loon van de maand waarvoor zij verschuldigd is. Wanneer zich in de loop van de maand een feit voordoet dat het recht op de toelage wijzigt, wordt het voordeligste stelsel voor de volledige maand toegepast.

Wanneer voor de maand geen volledig maandloon is verschuldigd, wordt de toelage betaald volgens dezelfde voorwaarden als het loon, dit is pro rata de tewerkstelling in deze maand. § 5. De toelage is onderworpen aan de bijdragen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en wordt bij de totale loonmassa gevoegd voor de berekening van het vakantiegeld en de eindejaarspremie.

Art. 6.Het model van het aanvraagformulier voor het bekomen van de haardtoelage is in bijlage bijgevoegd. HOOFDSTUK VI. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 7.De minimumuurlonen, vastgesteld in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, evenals de werkelijk uitbetaalde lonen, worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk. Telkens het indexcijfer van de consumptieprijzen één van de spilindexen bereikt of er op wordt teruggebracht, worden de lonen, gekoppeld aan de spilindex 138,01 van 1 januari 1990, opnieuw berekend door de coëfficiënt 1,02n er op toe te passen, waarbij "n" de rang van de bereikte spilindex vertegenwoordigt.

Om deze reden wordt elke spilindex aangeduid met een volgnummer dat zijn rang opgeeft. Het nummer 1 duidt op de spilindex die volgt op de spilindex 138,01.

Voor het berekenen van de coëfficiënt 1,02n worden de breuken van een tienduizendste van een eenheid afgerond tot het hogere tienduizendste of weggelaten, naargelang zij al dan niet 50 pct. van een tienduizendste bereiken.

Art. 8.De geïndexeerde uurlonen en geïndexeerde bedragen voor de berekening van de haard- en standplaatstoelage worden in bijlage opgenomen (de spilindex 103,04 met rangnummer 26 en verhogingscoëfficiënt 1,6734).

Art. 9.De verhoging of vermindering van de lonen wordt toegepast vanaf de tweede maand die volgt op de maand waarvan het indexcijfer de spilindex heeft bereikt. HOOFDSTUK VII. - Eindejaarspremie

Art. 10.De werknemers die door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden en die gewerkte of daarmee gelijkgestelde dagen kunnen doen gelden gedurende de referteperiode van 1 januari tot en met 31 december van hetzelfde kalenderjaar, hebben recht op een eindejaarspremie. Het bedrag van deze eindejaarspremie is vastgesteld op 2,5 maal het normale bruto weekloon, overeenkomstig de bepalingen van de individuele arbeidsovereenkomst, in december van de referteperiode.

Onder "gelijkgestelde dagen" wordt verstaan : de dagen van arbeidsonderbreking zoals bepaald in artikel 16 van het koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers van 30 maart 1967 (Belgisch Staatsblad van 6 april 1967).

Art. 11.§ 1. Iedere gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand tijdens de referteperiode geeft recht op één twaalfde van de overeenkomstig de bepalingen van artikel 10 toegekende premie.

Onder "maand" wordt verstaan : iedere verbintenis die is aangegaan vóór de zestiende of een einde neemt na de vijftiende van de lopende maand. § 2. Als een werknemer de gehele premie niet kan genieten in het raam van volledige arbeidsprestaties omdat hij of zij in dienst werd genomen tijdens de referteperiode of de instelling heeft verlaten in de loop van de referteperiode, wordt het bedrag van de premie vastgesteld pro rata de tijdens de referteperiode gewerkte of daarmee gelijkgestelde dagen.

Bij uitdiensttreding wordt de premie betaald op basis van het op dat ogenblik geldende loon.

Art. 12.De werknemers die om dringende redenen werden ontslagen hebben geen recht op de eindejaarspremie.

Art. 13.De eindejaarspremie wordt betaald in de loop van de maand december van het in aanmerking genomen jaar of op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst een einde neemt. HOOFDSTUK VIII. - Bijzondere bepalingen

Art. 14.In geen geval mogen de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst afbreuk doen aan bepalingen welke voor de werknemers gunstiger zijn in de inrichtingen waar dit het geval is.

Zij mag evenmin een vermindering van het inkomen van de betrokken werknemers tot gevolg hebben. HOOFDSTUK IX. - Voordelen in natura

Art. 15.De werknemers die inwonen moeten de kosten ervan dragen volgens een met de werkgever te sluiten overeenkomst. De inwoningskosten mogen evenwel de bedragen niet overschrijden die zijn vastgesteld bij artikel 20 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 maart 1977.

Deze bedragen zijn als volgt vastgesteld : - Dagbedrag van 3,22 EUR samengesteld uit : 0,55 EUR voor ontbijt, 1,09 EUR voor middagmaal, 0,84 EUR voor avondmaal, 0,74 EUR voor huisvesting; - Maandbedrag van 96,68 EUR. HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen

Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 september 2017 en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2017 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, met registratienummer 141607.

Elke partij kan deze overeenkomst beëindigen bij een ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het paritair subcomité voor werknemers van de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, mits een opzeggingstermijn van ten minste 6 maanden in acht te nemen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 oktober 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden Toekenning van de haard- en standplaatstoelage

Personeelslid dat de aanvraag indient voor het bekomen van de haardtoelage

De ondergetekende (1) Naam en voornamen : . . . . .

Plaats en datum van geboorte : . . . . .

Persoonlijk adres : . . . . . . . . . .

Echtgen(o)t(e) of persoon met wie het personeelslid samenleeft

Naam en voornamen : . . . . .

Plaats en datum van geboorte : . . . . .

Persoonlijk adres : . . . . . . . . . .

Verklaart op eer : dat de beide echtgenoten of wettelijk samenwonenden beantwoorden aan de voorwaarden de haardtoelage te verkrijgen en dat zij in onderling overleg beslist hebben dat persoon vermeld onder (1), de begunstigde zal zijn van vernoemde haardtoelage; dat hij/zij iedere wijziging aan de hierboven gegevens, evenals iedere wijziging in de burgerlijke stand, onmiddellijk zal meedelen aan de personeelsdienst.

Gedaan te ................................., op ................................

Handtekening Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 oktober 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^