Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 april 2018
gepubliceerd op 07 mei 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 jaar voor de mindervalide werknemers met een loopbaan van 35 jaar (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2018200912
pub.
07/05/2018
prom.
15/04/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 APRIL 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) op 58 jaar voor de mindervalide werknemers met een loopbaan van 35 jaar (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) op 58 jaar voor de mindervalide werknemers met een loopbaan van 35 jaar.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 april 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017 Toekenning van een aanvullende vergoeding bij het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) op 58 jaar voor de mindervalide werknemers met een loopbaan van 35 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 27 oktober 2017 onder het nummer 142242/CO/125.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden ressorteren. HOOFDSTUK II. - Rechthebbenden 2.1. Werkloosheid met bedrijfstoeslag

Art. 2.Ingevolge artikel 3, § 6 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en collectieve arbeidsovereenkomst nr. 123 van 21 maart 2017, komen in aanmerking voor een bedrijfstoeslag uitgekeerd door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden", de arbeid(st)ers : 1° die worden ontslagen, behalve om een dringende reden in de zin van de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten, tussen 1 januari 2017 en 31 december 2018, en die;2° de leeftijd van 58 jaar of ouder hebben bereikt op het einde van de arbeidsovereenkomst en tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst, en die;3° recht hebben op werkloosheidsuitkeringen, en die;4° op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van ten minste 35 jaar als loontrekkende kunnen rechtvaardigen, en die;5° kunnen worden beschouwd als werknemers die het statuut van mindervalide werknemer erkend door de bevoegde overheid hebben of als werknemers die ernstige lichamelijke problemen hebben in de zin van de criteria en de modaliteiten vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst nr.123 van 21 maart 2017. 2.2. Tussenkomst van het fonds

Art. 3.Om aanspraak te kunnen maken op de maandelijkse forfaitaire bedrijfstoeslag, uitgekeerd door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden", dienen de arbeid(st)ers die geen 60 jaar zijn op de datum van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst : a) een tewerkstelling te bewijzen van minstens 10 jaar bij één of meerdere werkgevers die ressorteren onder één van de paritaire subcomités van het Paritair Comité voor de houtnijverheid (125.01, 125.02, 125.03); of b) minstens zeven sociale voordelen of de vergoeding tot terugbetaling van de kosten voor mechanische gereedschappen toegekend door één van de fondsen voor bestaanszekerheid opgericht door één van de paritaire subcomités van het Paritair Comité voor de houtnijverheid hebben ontvangen in de loop van de 10 jaar die hun SWT voorafgaan. HOOFDSTUK III. - Bedrag en uitkering

Art. 4.De maandelijkse forfaitaire bedrijfstoeslag SWT ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden" bedraagt 120 EUR. De wettelijke (werkgevers)bijdragen en (werknemers)inhoudingen hierop zijn ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden".

Arbeid(st)ers die aangesloten zijn bij een vakbondsorganisatie genieten bovendien van een syndicale premie van 11,25 EUR per maand.

Deze premie wordt samen met de aanvullende forfaitaire bedrijfstoeslag betaald.

Art. 5.Indien de maandelijkse forfaitaire bedrijfstoeslag lager ligt dan het bedrag dat moet betaald worden ingevolge de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, is de werkgever verplicht het verschil bij te passen.

Voor het bepalen van het netto refertemaandloon (RSZ-bijdrage berekend op het bruto refertemaandloon aan 100 pct.), wordt rekening gehouden met de eventuele werkbonus.

De bedrijfstoeslag van de arbeid(st)ers die gebruik maakten van de mogelijkheid hun loopbaan te verminderen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten nrs. 77bis, 77ter en collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, wordt berekend op basis van hun bruto refertemaandloon, omgerekend naar een voltijdse betrekking.

De betaling van de bedrijfstoeslag blijft behouden in geval van werkhervatting. HOOFDSTUK IV. - Procedure en algemene bepalingen

Art. 6.De aanvragen tot toekenning van de forfaitaire bedrijfstoeslag SWT moeten worden ingediend bij het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden" door toedoen van een werknemersorganisatie vertegenwoordigd in de Nationale Arbeidsraad of rechtstreeks door de arbeider.

De aanvragen moeten vergezeld zijn van de documenten die het recht op de bedrijfstoeslag SWT aantonen.

Art. 7.De bijzondere gevallen die niet kunnen geregeld worden overeenkomstig de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden door de meest gerede partij voorgelegd aan het beheerscomité van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden". HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2017 en treedt buiten werking op 31 december 2018.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 april 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^